1 Samuel 17: David en Goliat
De tekst
Dichter bij de tijd
(Bewerking: C. Leterme)
Saül was de koning van Israël. Hij voerde oorlog tegen de Filistijnen, die hun troepen verzamelden op de berghelling aan de ene kant. De Israëlieten verzamelden hun troepen op de berghelling aan de andere kant. Tussen hen in lag het dal. Uit het kamp van de Filistijnen kwam er een man naar voren. Hij heette Goliat. Hij was bijna drie meter lang, had een bronzen helm op zijn hoofd en droeg een pantser van brons. Over zijn schouder had hij een bronzen kromzwaard, in zijn hand een lans met een ijzeren punt.
- Waarom zijn jullie naar hier gekomen? riep hij naar de Israëlieten. Om oorlog te voeren? Wel, laat maar iemand naar mij komen. Als hij me verslaat, zullen we jullie dienen. Als ik sterker ben, worden jullie onze slaven.
Toen Saul en de Israëlieten dat hoorden, werden ze heel bang. Veertig dagen na elkaar riep Goliat iedere morgen en avond hetzelfde.
Op een dag zei Isaï tegen zijn zoon David:
- Breng vlug die zak geroosterd graan en deze tien broden naar je broers in het leger. Zie eens hoe het met hen gaat.
De volgende ochtend vroeg David aan een herder om voor zijn schapen te zorgen. Dan ging hij met de proviand naar het front, waar zijn broers waren.
- Hoe gaat het met jullie?
Terwijl hij met hen praatte, trad Goliat naar voren en zei weer hetzelfde als alle vorige dagen. Toen de Israëlieten hem zagen, sloegen ze op de vlucht en werden ze bang.
- Wat zal er gebeuren met de man die hem verslaat? vroeg David.
- Die man mag trouwen met de dochter van de koning, zeiden de soldaten, zijn familie moet dan geen belastingen meer betalen.
Saul hoorde over David en riep hem bij zich.
- Niemand mag de moed verliezen, omwille van die Filistijn! zei David tegen de koning. Ik zal met hem gaan vechten.
- David, dat kun je toch niet doen! Je bent veel te jong en hij is een echte vechtersbaas.
- Toen ik de schapen van zijn vader hoedde, kwam er soms een leeuw of een beer die een schaap uit de kudde roofde. Dan ging ik achter dat dier aan, sloeg het neer en redde het schaap uit zijn muil. En viel het dier mij aan, dan sloeg ik het dood. Met deze Goliat zal ik hetzelfde doen, omdat hij ons durft uit te dagen. God, die mij gered heeft uit de klauwen van leeuwen en beren zal mij redden uit de handen van die Filistijn.
- Ga dan. Ik hoop dat God met jou zal zijn.
Saul gaf David zijn eigen kleed, zette hem een bronzen helm op het hoofd, deed hem een harnas aan en omgordde hem met zijn zwaard. Maar David kon zich in die uitrusting niet bewegen. Daarom hielp men hem er weer uit. Dan nam David zijn stok in de hand, zocht vijf gladde stenen in de beek, deed ze in zijn herderstas en ging met zijn slinger in de hand op Goliat af. Als die David zag, bekeek hij hem eens goed en begon hem te bespotten.
- Ben ik soms een hond, dat je met een stok op me afkomt? Kom maar, dan geef ik je te eten aan de vogels en de dieren.
- Jij komt op me af met zwaard en ander tuig, zei David, maar ik kom op je af met de naam van God, die jij uitgedaagd hebt.
Dan begon Goliat aan te vallen en naderde David. David rende Goliat tegemoet. Hij nam een steen uit zijn tas, slingerde die naar Goliat en trof hem tegen het voorhoofd. De steen drong in het hoofd en Goliat viel op de grond.
David trof hem dodelijk met zijn slinger en steen. Toen de Filistijnen zagen dat hun held dood was, vluchttten ze weg. David ging naar Jeruzalem. Daar werd hij verwelkomd met feest en muziek.
Stilstaan bij ...
Saül
(= de afgebedene, de gevraagde) - de stammen van Israël hadden JHWH om een koning gevraagd.
Saül leefde van ± 1040 tot ± 1010 en werd dus niet ouder dan 30 jaar. Hij was in veel opzichten een rechter uit de vorige periode. Hij was een herenboer met militaire kwaliteiten, maar geen groot politicus en ook geen goede organisator.
De stammen die hem tot koning uitriepen, behielden elk hun onafhankelijkheid. Alleen als hij oorlog voerde had hij het recht weerbare mannen op te roepen. Elke Israëliet was verplicht zo’n oproep te volgen.
Na verloop van tijd werd koning Saül een oosters despoot.
Israël
(= strijder met God)
Sinds het gevecht van Jakob bij de beek Jabbok, wordt Jakob ook Israël genoemd. Hij is de stamvader van het volk Israël. Deze naam ligt aan de basis van de woorden: ‘Israëlieten’, de bewoners van het land Israël in de Oudheid, en ‘Israëli’s’, de naam voor de bewoners van de huidige staat Israël.
Filistijnen
De Filistijnen bewoonden oorspronkelijk het zuidelijk deel van Klein-Azië, Kreta en andere eilanden in de Middellandse Zee. Rond 1200 voor Christus werden ze uit hun woongebieden verjaagd door volkeren uit het noorden. Het waren uitstekende zeevaarders en krijgers. Ze gebruikten al wapens van ijzer toen de Israëlieten alleen maar bronzen wapens kenden.
Dal
Dit dal werd het 'Dal van de terebinten' genoemd. Een terebint of terpentijnboom is een indrukwekkende bomen die wat op een eik lijkt.
Dit Dal nu de Ela Vallei genoemd, naar het beekje wat er doorheen loopt en waarin David wellicht zijn gladde stenen zocht. (1 Samuël 17, 40)
Goliat
(= Glans)
Goliat was een Filistijn afkomstig van Gat (= wijnpers), een Filistijnse stad waarin de Enakieten, de 'kinderen van Enak', woonden. Er wordt ook gezegd dat de naam 'enakieten' betekent: 'langnekken'. Volgens de traditie waren het reuzen.
Goliat zou een kleine 3 m lang geweest zijn. Omdat de gemiddelde lichaamslengte toen niet groot was, was dit indrukwekkend.
Lans
De 8,5 kg zware punt van de lans van Goliat was in ijzer uitgevoerd - in die tijd een nieuwe vinding.
David
(= de geliefde)
David was de tweede koning van Israël en leefde rond 1000 jaar voor Christus. Hij was zo’n belangrijk koning dat de naam die zijn vader hem bij de geboorte gaf niet meer bekend is. De mensen noemden hem: de geliefde.
Leger
Het leger van koning Saul bestond uit Israëlieten die oud genoeg waren om te vechten tegen de vijand. De tijd dat de soldaten in het kamp zaten, moesten ze zelf zorgen voor hun eten en drinken. Daarom vroeg de vader van David om zijn broers in het leger brood, graan en kaas te brengen.
Harnas
Een harnas werd gemaakt van leder of van metaal (bijvoorbeeld brons) en diende om de borst te beschermen tegen messteken of de houwen van een zwaard. Zo’n harnas was meestal zwaar: dat van Goliat woog meer dan 50 kilo. Voor de armen en de benen gebruikte men andere beschermstukken.
Merk op: Goliat wordt in zijn harnas voorgesteld als een Griekse hopliet uit de 5e eeuw voor Christus en niet als een Filistijns krijger uit de 10e eeuw!
Slinger
Dit was een soort riem van leder of gevlochten wol, die in het midden breder was om er een steen of een kluit aarde in vast te houden. Men stak de middelvinger door de lus aan het ene uiteinde van de riem en nam het andere uiteinde in dezelfde hand vast. Na een paar snelle, draaiende bewegingen liet men op het juiste moment één uiteinde los, zodat het projectiel wegschoot. Met een slinger hielden herders hun kudde bijeen en konden ze wilde dieren op afstand houden.
De meeste legers in de oudheid hadden een speciaal korps slingeraars.
Jeruzalem
(= stad van vrede)
Religieus en politiek centrum, gelegen in Juda. In de tijd van David te vergelijken met een Kanaänitische stadsstaat.
Bij de tekst
Paralellen in andere culturen
Wie niet sterk is, moet slim zijn
De ongewapende strijd tegen een reus of een draak ..., de arme of het kleintje dat het wint van de rijke of de grote ..., is een thema dat vaak in sprookjes terugkomt en meestal gekoppeld wordt aan de strijd tussen goed en kwaad.
Bijvoorbeeld:
. Klein Duimpje
. Hans en Grietje
. De gelaarsde kat
. De Bremer stadsmuzikanten
. De schildpad en de haas
. ...
De schrijvers van de verhalen over David
Men veronderstelt dat iemand uit de naaste omgeving van de profeet Natan, de auteur is van grote gedeelten uit de boeken Samuel. Hoogstwaarschijnlijk werden die boeken - in de vorm waarin ze nu bekend zijn - samengesteld op basis van oude verhalen, kronieken en archiefstukken, tijdens de Babylonische Ballingschap (6e eeuw)
De auteurs zorgden ervoor dat die oude verhalen in een historisch kader pasten en voegden hier en daar theologisch commentaar toe. Bijvoorbeeld :
God was niet alleen bij zijn volk bij de uittocht uit Egypte of bij de intocht in Kanaän, Hij is ook aanwezig in het gewone dagelijks leven van Israël toen de koningen het bestuurden.
Hun bekommernis was niet alleen een beeld te geven van hoe de geschiedenis van Israël er uitzag, maar ook om vanuit de kennis van de geschiedenis lessen te trekken voor de actualiteit.
Echt gebeurd?
Of David Goliat echt verslagen heeft met een steen uit een slinger is niet te achterhalen. Bovendien staat in 2 Samuel dat een zekere Elchanan Goliat heeft geveld.
"En toen het enige tijd later nogmaals tot een gevecht kwam met de Filistijnen, in Gob, versloeg Elchanan, de zoon van Jaäre-Oregim, uit Betlehem, de Gittiet Goliat, wiens lansschacht als een weversboom was." (2 Samuël 21, 19)
. Was Elchanan misschien de echte naam van David? Want 'David' betekent 'de geliefde' en was dus een koosnaam en niet de eigennaam van die koning.
. Of waren er meerdere Goliats? Sommige geleerden denken immers dat Goliat een titel is, en geen eigennaam.
. Of werd het verhaal over Elchanan die Goliat versloeg gebruikt in de verhalencyclus van David om zijn heldhaftigheid te illustreren?
Betekenis
. Een bazige levenshouding heeft geen toekomst. Een bemoedigende gedachte voor mensen die slachtoffer worden van de 'bazigheid' van anderen. Een uitdaging voor leidersfiguren om zich niet boven anderen te verheffen.
. De dodelijke treffer van de slinger van David kan puur 'geluk' geweest zijn, maar voor de schrijver is het een duidelijke illustratie van de hulp van God. Hij is immers geen historicus, maar een gelovige die de boodschap brengt dat God het volk Israël niet in de steek laat. Met beeldende taal zegt de schrijver eigenlijk dat het wapen waarmee David de reus neervelt niet de slinger of de steen is, maar de moed waarmee hij naar voren treedt, gebaseerd op zijn geloof in God.
. Dit verhaal maakt duidelijk wie van de twee gezalfde koningen de echte herder-koning is: David die ten strijde trekt als een herder die zich aan God toevertrouwt.
Twee levenswijzen
Saül / Goliat | David |
hechten belang aan het uiterlijk: wapens, macht, afschrikking | is zichzelf |
hebben een indrukwekkend wapenarsenaal | heeft een primitief wapen: slinger |
vertrouwen op eigen macht | vertrouwt op God |
Reuzen
Dit zijn bijzonder lange mensen, maar in de Bijbel zijn het vooral mensen die overmoedig voor niets of niemand bang zijn en met God geen rekening willen houden.
Suggesties
Kleine kinderen
INLEVEN
Zijn als David
- Beeld je in dat je de kleine David bent: voor jou staat de grote Goliat.
- Wat denk je?
- Hoe voel jij je?
Leg het verband met het leven van de kinderen.
- Was jij ook al eens bang zoals David?
- Wat heb je toen gedaan?
- Heeft er iemand jou toen geholpen?
- Hoe heeft die dat gedaan? (Wat heeft die toen gezegd of gedaan?)
Werken met illustraties
Materiaal
Zoek een aantal illustraties bijeen over David en Goliat. Tracht hierbij verschillende momenten uit het verhaal te vinden
Maak hiervoor gebruik van verschillende kinderbijbels.
Verloop
Vertel het verhaal van David en Goliat.
Maak hierbij gebruik van de verschillende illustraties.
Leg ze daarna op de grond of op een tafel.
- Welke prent vind je heel fijn? Waarom is dat?
- Welke prent vind je helemaal niet fijn? Waarom is dat?
DOEN
Kleuren
Bezorg de kinderen een kopie van deze tekening.
Eerst vertellen de kinderen wie de personen op het blad zijn. Hoe hun namen zijn, en wat er gebeurt.
Daarna kleuren ze deze tekening in.
ZINGEN
Elly en Rikkert: David en Goliat
Klik hier om kennis te maken met dit lied.
Grote kinderen
EVEN TESTEN
Wie zegt wat?
(Geïnspireerd door: ‘debijbel.nl/Bijbel Basics, David en Goliat, 3 mei 2020, p. 10)
Vooraf
Schrijf op stroken papier de volgende zinnen of woorden:
GOLIAT | DAVID |
Ik ben groot. | Ik ben klein. |
Ik heb een speer. | Ik heb een slinger. |
Ik hoor bij de Filistijnen. | Ik hoor bij het volk Israël. |
Ik draag een harnas. | Ik draag gewone kleren. |
Ik ben een soldaat. | Ik ben een herder. |
Ik kom uit de stad Gat. | Ik kom uit de stad Betlehem. |
Ik vertrouw op mijn wapens. | Ik vertrouw op God. |
Ik val neer. | Ik blijf rechtop. |
Activiteit
Leg de stroken papier door elkaar.
Leg de woorden DAVID en GOLIAT ernaast.
De kinderen leggen de zinnen bij de persoon die die zinnen zou kunnen uitgesproken hebben.
INLEVEN
Gesprek
^
De kinderen herkennen Goliat in wie gewelddadig is, zich anders voordoet, bluft, uiterlijk vertoon belangrijk vindt.
Ze herkennen David in wie zichzelf is.
Bespreek
- Wanneer ben ik zoals Goliat?
(als ik de baas speel; als ik anderen uitlach, ...)
- Wanneer ben ik zoals David?
(als ik aandacht heb voor de zwakken ...)
Lege stoel (bibliodrama)
. Ga met de kinderen in een kring zitten.
Vertel het verhaal van David en Goliat.
. Plaats een extra stoel in de kring, een stoel die 'leeg' is, waar niemand op zit.
Draai de stoel rond op één poot en zeg dat dit de stoel is voor David, die er (fictief) gaat op zitten.
De kinderen mogen vragen stellen aan David.
Na elke vraag nodig je de kinderen uit om goed te luisteren naar het antwoord dat David geeft. Wie een antwoord 'gehoord' heeft, mag achter de 'lege' stoel staan, om het antwoord te geven dat ze van David hoorden.
. Draai de stoel terug rond op één poot. Het is nu terug een gewone stoel, die je opzij zet.
Bespreek met de kinderen hoe het was om even David te zijn.
. Lees het stukje uit het verhaal voor dat bij de kinderen het meest indruk heeft gemaakt, of lees het verhaal in zijn geheel voor als afsluiting.
TIP
Bereid zelf een aantal vragen voor. Bv.:
- Wat dacht je toen je voor de grote Goliat stond?
- Was je niet liever gewoon een herder gebleven?
- Wat vind jij ervan dat de soldaten weglopen als ze Goliat zien?
Belang
. Deze activiteit is belangrijk omdat ze de kinderen uitnodigt om de werkelijkheid te bekijken vanuit het standpunt van iemand anders.
. Het ritueel met de stoel (draaien rond één poot) is belangrijk omdat die stoel anders 'de stoel van David' zou kunnen blijven.
BELEVEN
Het grote talent van David
Vertel over David en Goliat.
Sta erbij stil dat David een herder is, die 'super goed' met een slinger stenen kan gooien.
Vraag aan de kinderen:
- Waar ben jij super goed in?
- Op welke manier kun jij zo goed doen voor anderen?
DOEN
Woordcollage
De kinderen zoeken in kranten / op het internet naar artikels waarin ze 'David' en 'Goliat' herkennen.
Aansluitend gesprek
- Welke 'stenen' kunnen wij gebruiken om de Goliats van deze tijd te verslaan?
ZINGEN
Elly en Rikkert: Dapper als David
Klik hier om dit lied te beluisteren en mee te zingen.