Jeremia: inleiding
Jeremia 1, 1.4-10: God kiest Jeremia als zijn profeet
Jeremia 1, 4-10: De roeping van Jeremia
Jeremia 1, 4-5 . 17-19: De zending van Jeremia
Jeremia 1, 17-19: Ik red je
Jeremia 3, 14-17: Terug naar Jeruzalem
Jeremia 4, 23-27: Het einde
Jeremia 7, 23-28: Het volk luistert niet
Jeremia 11, 18-20: Men wil de boom vellen
Jeremia 13, 1-11: De linnen lendendoek
Jeremia 14, 17-22: God, verstoot ons niet
Jeremia 15, 10.16-21: Wees mijn tolk
Jeremia 17, 5-8: De boom en de wortels
Jeremia 17, 5-10: Levengevend water
Jeremia 18, 1-6: De klei van de pottenbakker
Jeremia 18, 18-20: Goed met kwaad vergelden?
Jeremia 19, 1-13: De stukgeslagen kruik
Jeremia 20, 7-8: God is Jeremia te sterk
Jeremia 20, 10-13: God is machtig
Jeremia 23, 1-6: Herders die echt weiden
Jeremia 23, 5-8: Een wijze koning
Jeremia 26, 1-9: Jeremia in de tempel
Jeremia 26, 11-16.24: Jeremia spreekt in naam van God
Jeremia 28, 1-17: Een juk van ijzer
Jeremia 30, 1-2.12-15.18-22: Ik zal jullie God zijn
Jeremia 31, 1-7: Terug feest
Jeremia 31, 1.10-12ab.13: Dansen van vreugde
Jeremia 31, 7-9: Iedereen komt terug
Jeremia 31, 10-13: Vrij!
Jeremia 31, 10-12ab.13: Vreugde na verdriet
Jeremia 31, 31-34: Een nieuw verbond
Jeremia 33, 14-16: God belooft een Messias
Jeremia 38, 4-6.8-10: In een put geworpen en bevrijd