Matteüs 1, 1-16.18-23

Matteüs 1, 1-16.18-23: Geboorte van de Messias

De tekst

’Bijbel in gewone taal’

(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 1521-1522)

Jezus Christus kwam uit de familie van David en Abraham. Hier volgt de lijst van zijn voorouders.
Abraham was de vader van Isaak. Isaak was de vader van Jakob. Jakob was de vader van Juda en zijn broers. Juda was de vader van Peres en Zerach. Hun moeder was Tamar.
Peres was de vader van Chesron. Chesron was de vader van Aram. Aram was de vader van Amminadab. Amminadab was de vader van Nachson. Nachson was de vader van Salmon.
Salmon was de vader van Boaz. De moeder van Boaz was Rachab. Boaz was de vader van Obed. De moeder van Obed was Ruth. Obed was de vader van Isaï. Isaï was de vader van koning David.
David was de vader van Salomo. De moeder van Salomo was Batseba, de vrouw van Uria.
Salomo was de vader van Rechabeam. Rechabeam was de vader van Abia. Abia was de vader van Asaf. Asaf was de vader van Josafat. Josafat was de vader van Joram. Joram was de vader van Uzzia. Uzzia was de vader van Jotam. Jotam was de vader van Achaz. Achaz was de vader van Hizkia. Hizkia was de vader van Manasse. Manasse was de vader van Amos. Amos was de vader van Josia.
Josia was de vader van Jechonja en zijn broers. Zij leefden in de tijd dat het volk van Israël in Babylonië woonde.
Jechonja was de vader van Sealtiël. Die leefde na de tijd dat het volk van Israël in Babylonië woonde.
Sealtiël was de vader van Zerubbabel. Zerubbabel was de vader van Abihud. Abihud was de vader van Eljakim. Eljakim was de vader van Azor. Azor was de vader van Sadok. Sadok was de vader van Achim. Achim was de vader van Eliud. Eliud was de vader van Eleazar. Eleazar was de vader van Mattan. Mattan was de vader van Jakob. Jakob was de vader van Jozef.
Jozef was de man van Maria, en Maria was de moeder van Jezus. Jezus wordt ook Christus genoemd. (...)

Dit is het verhaal over de geboorte van Jezus Christus.
Maria zou trouwen met Jozef, dat was afgesproken. Maar nog voordat ze getrouwd waren, werd Maria zwanger, door de heilige Geest.
Jozef was een goed mens. Hij dacht: Ik kan niet met Maria trouwen, want ze is zwanger van een ander. Ik moet haar wegsturen. Maar dat zal ik in het geheim doen, anders zullen de mensen haar behandelen als een slechte vrouw.
Toen kreeg Jozef een droom. In die droom zag hij een engel van de Heer, die zei: ‘Jozef, nakomeling van David, luister! Je kunt rustig met Maria trouwen. Want het kind dat zij verwacht, is van de heilige Geest. Maria zal een zoon krijgen. Je moet hem Jezus noemen. Hij zal zijn volk redden, hij zorgt ervoor dat al hun zonden vergeven worden.’
Dat moest allemaal zo gebeuren, want in het boek van de profeet Jesaja staan deze woorden van God: «Een jonge vrouw die nog maagd is, zal zwanger worden. Ze zal een zoon krijgen, en hij zal Immanuel genoemd worden.» De naam Immanuel betekent: God is bij ons.



Dichter bij de tijd

(Bewerking: C. Leterme)

Dit is de stamboom van Jezus Christus,
zoon van David, zoon van Abraham.

Abraham was de vader van Isaak,
Isaak de vader van Jakob,
Jakob de vader van Juda en zijn broers.
Juda was de vader van Peres en Zerach.
Tamar was hun moeder.
Peres was de vader van Chesron,
Chesron de vader van Aram,
Aram de vader van Amminádab,
Amminádab de vader van Nachson,
Nachson de vader van Salmon,
Salmon de vader van Boaz. Rachab was zijn moeder.
Boaz was de vader van Obed, Ruth was zijn moeder.
Obed was de vader van Isaï en Isaï van David, de koning.
David was de vader van Salomo, zijn moeder was de vrouw van Uría.
Salomo was de vader van Rechabeam,
Rechabeam de vader van Abia,
Abia de vader van Asa,
Asa de vader van Josafat,
Josafat de vader van Joram,
Joram de vader van Uzzia,
Uzzia de vader van Jotam,
Jotam de vader van Achaz,
Achaz de vader van Hizkia,
Hizkia de vader van Manasse,
Manasse de vader van Amon,
Amon de vader van Josia,
Josia de vader van Jechonja en zijn broers
in de tijd van de Babylonische ballingschap.

Na de Babylonische ballingschap
werd Jechonja de vader van Seáltiël,
Seáltiël de vader van Zerubbabel,
Zerubbabel de vader van Abiúd,
Abiúd de vader van Eljakim,
Eljakim de vader van Azor,
Azor de vader van Sadok,
Sadok de vader van Achim,
Achim de vader van Eliud,
Eliud de vader van Eleazar,
Eleazar de vader van Mattan,
Mattan de vader van Jakob.
Jakob nu was de vader van Jozef, de man van Maria,
zij werd de moeder van Jezus die Christus genoemd wordt.

Jozef wilde met Maria trouwen.
Voordat ze samen gingen wonen,
was Maria zwanger van de Heilige Geest.
Omdat Jozef een rechtvaardig man was
dacht hij erover om in stilte van Maria te scheiden.
Terwijl hij hierover nadacht,
verscheen hem een engel van God in een droom.
Die engel zei: ‘Jozef, zoon van David,
Trouw gerust met Maria
Het kindje dat ze verwacht is van de Heilige Geest.
Het zal een zoon zijn, die je Jezus moet noemen,
want Hij zal de mensen redden uit hun zonden.’
Dit alles gebeurde zodat de woorden die God sprak door de profeet,
zouden gerealiseerd worden:
Zie, de maagd zal zwanger worden en een zoon krijgen.
Men zal Hem Immanuël noemen. Vertaald is dat: God met ons.



Stilstaan bij ...

Geslachtslijst / Stamboom
Deze woorden vertalen het Griekse: 'Biblos geneseoos', waarin de verwijzing naar het boek Genesis, het eerste boek van de Bijbel, met zijn vele geslachtslijsten duidelijk wordt.

Jezus Christus
Het is zeldzaam dat de naam 'Jezus Christus' in het evangelie voorkomt.
Christus heeft niet de betekenis van een familienaam. Het is de Grieks/Latijnse vertaling van 'Messias', een titel die de eerste christenen aan Jezus gaven.

David
Deze meeste geliefde koning van het joodse volk leefde rond 1000 jaar voor Christus. David was dé grote koning van de joden. Zijn tijd wordt herinnerd als een gouden tijd: voor het eerst zwierf het volk niet meer en had het een vaste stek.
Het goede dat men in Jezus' optreden heeft ervaren, wordt graag vergeleken met die periode uit de geschiedenis van Israël.

Abraham
Met Abraham, de stamvader van het joodse volk, begint een unieke relatie tussen God en een volk.

Tamar, Rachab, Ruth, de vrouw van Uria (Batseba)
Deze vier vrouwen traden op tijdens verschillende periodes van de geschiedenis van Israël. Ze waren vreemdelingen die behoorden tot volkeren die vijanden waren van de joden. Hiermee wilde Matteüs zeggen dat de trouw aan God belangrijker is dan geboorte of afkomst. Tegelijk verwoordde hij de universele betekenis van Jezus, die hij met het bezoek van de wijzen uit het Oosten verder illustreerde.

Messias
Dit Hebreeuwse woord betekent ‘gezalfde’ (= ‘Messias’, ‘Christus’).
Vroeger zalfde men de koningen van Israël om te tonen dat ze een bijzondere zending van God kregen. Ook andere personen met een bijzondere religieuze zending werden soms gezalfd. (Bijvoorbeeld: profeten)
De Bijbel zegt dat de Messias het rijk van God op aarde zal vestigen. Daarvoor zal hij de mensen bevrijden van de vreemde overheersing. Hij zal een koning zijn in de lijn van koning David. Daarom verwachtte men ten tijde van Jezus dat de Messias hen zou bevrijden van de Romeinse overheersing.

Jozef
In de evangelies wordt zo goed als niet over Jozef gesproken. Dit geeft Matteüs de kans om duidelijker over Jezus als zoon van God te schrijven.

Heilige Geest
Het woord Geest is een vertaling van het Hebreeuwse ‘roeach’ en betekent 'adem' of 'wind'. Wie vervuld was van de Heilige Geest werd gezien als iemand die door Jahwe uitverkoren was.
De unieke relatie van Jezus met God, die men in zijn leven kon waarnemen, is ook te lezen in de teksten over zijn eerste levensuren. Jozef wordt voorgesteld als de man van Maria, Jezus als de zoon van de Heilige Geest.

Rechtschapen / rechtvaardig
Wordt gezegd van iemand die leeft volgens de wil van God, zoals die staat in de Wet.

Engel
(Grieks = boodschapper)
In de Bijbel verwoorden engelen wat God te zeggen heeft. De aanwezigheid van een engel in een tekst functioneert als een soort knipperlicht: mensen hebben in het gebeuren dat verteld wordt, de aanwezigheid van God ervaren.

Droom
In de oudheid zag men een droom als de toegangsweg tot het bovennatuurlijke. In de Bijbel is wat in een droom gezegd wordt vaak een manier om te zeggen dat het om een boodschap van God gaat.
‘Dromen’ speelden ook een grote rol in het leven van Jozef, de zoon van Jakob en Rachel (Oude Testament). Misschien schreef Matteüs daarom eerder over dromen dan over engelen, zoals Lucas dat deed.

Jezus
(Hebreeuws: Jesjoe of Jehosjoe = JHWH bevrijdt, JHWH redt)
Matteüs legt de naam ‘Jezus’ verder uit: Hij zal de mensen redden uit de zonden, van de dingen die hen bij God vandaan houden.

Opdat vervuld zou worden
Voor Matteüs, die schreef voor christenen die voordien joden waren, was het belangrijk om over Jezus te spreken als de Messias die in het Oude Testament werd aangekondigd. Daarom komen bij hem, meer dan bij andere evangelisten, verwijzingen naar teksten van profeten.

Profeet
Iemand die spreekt in naam van God en de mensen oproept om te leven zoals God het droomt.

De maagd zal zwanger worden
Alleen Matteüs en Lucas schreven over een maagdelijke geboorte. Marcus en Johannes spreken over Jezus als de zoon van Jozef, de timmerman, alsof ze nooit van een maagdelijke geboorte hoorden.
In de Handelingen van de apostelen valt op dat Lucas over Jezus spreekt als over iemand die zo’n unieke nauwe band met God heeft dat men Hem ‘zijn Zoon’ noemde.

Immanuël
(= God met ons)
Deze naam komt voor in een profetie van Jesaja, waarin hij het heeft over een jonge vrouw die een kind zal baren dat ze die naam zal geven. Lees meer

Hij had geen gemeenschap met haar
Hiermee legde Matteüs nadruk op de maagdelijke geboorte van Jezus, die bedoeld was om de bijzondere relatie van Jezus met God weer te geven.

Naam geven
Het geven van een naam, houdt in dat de vader het kind in zijn familie / clan opneemt. Omdat Jozef stamt uit het geslacht van David, wordt Jezus zo een ‘zoon van David’.
De betekenis van de naam houdt een opdracht in voor het kind dat die naam krijgt.





Bij de tekst

Stamboom / geslachtslijst

Een geslachtslijst in de Bijbel streeft er niet naar wetenschappelijk juist te zijn, maar wil de familie in de tekst situeren in de grote lijnen van de geschiedenis.
Zo maakte Matteüs duidelijk dat Jezus helemaal bij Israël hoorde (‘zoon van Abraham’), welke rol Hij zal spelen (‘zoon van David’) en dat zijn betekenis universeel was (vier vreemde vrouwen, die niet tot het volk van Abraham behoren)



Vier ‘stammoeders’

TAMAR
Deze Kanaänitische, Aramese vrouw wachtte, vermomd als publieke vrouw, aan de kant van de weg tot haar schoonvader Juda zou komen. Ze was met twee van zijn zonen getrouwd, maar die stierven voor er kinderen kwamen. Juda zag ‘de publieke vrouw’ zitten en beloofde haar een geitenbokje indien hij bij haar terechtkon. Als pand vroeg ze zijn zegel, snoer en staf. Juda had omgang met haar en ze werd zwanger. Toen Juda het geitenbokje wilde inruilen tegen zijn bezittingen, bleek de publieke vrouw verdwenen. Drie maanden later werd bekend dat Tamar zwanger was. Juda wilde haar meteen wegsturen. Maar Tamar liet zegel, snoer en staf van Juda naar hem brengen met de boodschap: ik ben zwanger van de man van wie deze dingen zijn. Tamar bracht een tweeling ter wereld en noemde de kinderen Peres en Zerach.
(Genesis 38)


RACHAB
De Kanaänitische Rachab woonde in Jericho en was een publieke vrouw. Haar huis stond bij de stadsmuren. De Israëlieten dreigden de stad in te nemen. Twee Israëlitische spionnen waren bij haar in huis toen er twee boden van de koning aan haar deur stonden die vroegen om hun uitlevering. Rachab zei hun dat ze beide al vertrokken waren. Ze liet hen ’s nachts ontsnappen over de stadsmuur met een rood koord. Toen de Israëlieten Jericho veroverden, zagen ze het rode koord en spaarden haar. Later huwde de Israëliet Salmon en kreeg een zoon die ze Boaz noemde.
(Jozua 2 en 6)


RUTH
Ruth was een Moabitische vrouw. Ze was gehuwd met een zoon van Elimelek en Noömi, een Israëlitisch echtpaar dat omwille van de hongersnood uit Betlehem was weggevlucht.
Noömi beslootweer naar Juda te verhuizen toen haar zonen,en haar man op korte tijd stierven. Ruth ging met haar mee. In Betlehem woonde Boaz, familie van Noömi. Ruth werkte op zijn akker. Als verwant van Noömi had hij familieverplichtingen tegeover haar. Zij huwden en kregen een zoon die ze Obed noemde. Obed werd de vader van Isaï, die de vader van David was.
(Boek Ruth)


DE VROUW VAN URIA (BATSEBA)
Zij was de vrouw van Uria de Hethiet, lid van het Israëlitische leger. Toen Uria, een soldaat in het leger van koning David, eens op veldtocht was, had David zijn mooie vrouw zien baden. Hij liet haar bij zich komen. Batseba werd zwanger. David probeerde zijn inbreng hierbij te verdoezelen door Uria in het heetst van de strijd te plaatsen. Kort nadat Batseba hun kind ter wereld bracht, stierf het. Batseba kreeg later nog een zoon, die ze Salomon noemden.
(2 Samuël 11)


Deze vier vrouwen traden op tijdens verschillende periodes in de geschiedenis van Israël. Ze waren alle vier vreemdelingen. Ze zijn de enige vrouwen die Matteüs vermelde in de stamboom van Jezus.
Vreemd dat hij niet de stammoeders Sara en Hagar, Rebekka, Rachel en Lea vermelde.
Misschien wilde Matteüs zo de universele betekenis van Jezus weergeven.



Een geboorteverhaal

Klik hier voor meer informatie over geboorteverhalen.



Zoon van God

Deze tekst is een geloofsbelijdenis in de vorm van een verhaal: Jezus is de zoon van God, Hij zal de mensen redden uit hun zonden. Hierbij maakt Matteüs duidelijk dat het initiatief voor het nieuwe verbond tussen God en zijn volk, komt vanuit God.

Het gebeurt vaker in de Bijbel dat er beeldend duidelijk gemaakt wordt dat het initiatief bij God ligt.
Heel veel vrouwen die onvruchtbaar waren, bleken uiteindelijk de moeder te worden van kinderen die op een bijzondere manier Gods beloften realiseerden of woordvoerder van God werden: Sara, de moeder van Izaak; de moeder van Simson; Hanna, de moeder van de profeet Samuel; Elisabet, de moeder van Johannes de Doper.
Bijzondere mensen blijken door God op een bijzondere manier in het leven geroepen te zijn.



Bedoeling van Matteüs

Jezus Christus is de beloofde Messias
Dat Jezus de Messias is die door de schriften wordt beloofd, toont Matteüs aan met:
de vervulling van verschillende profetieën:
- geboorte uit een maagd
- geboorte te Betlehem van een leidsman
- de komst uit Egypte
- de kindermoord
- de vestiging te Nazaret
Matteüs wil met deze stukjes uit het Oude Testament zeggen: Jezus is de vervulling van alle verwachtingen van de joden in hun geschiedenis.

Hij toont dat ook aan met een stamboom:
die plaatst de geboorte van Jezus in de lijn van de heilsgeschiedenis (= geschiedenis gezien vanuit de relatie God/mens).
Matteüs rondde deze lijst af op 6 x 7 geslachten. De voorbereiding was voltooid. Met Jezus Christus begint het zevende tijdperk. Wie de geschiedenis van Israël kent, weet dat dit betekent dat vanaf dat moment de beloften van een Messias uit het Oude Testament vervuld worden.
Zo zei Matteüs dat de gehele geschiedenis zijn eindpunt vindt in de komst van de Messias.


Jezus Christus is de nieuwe Mozes
Al wat Mozes overkwam, wordt door Jezus opnieuw beleefd. (Zie: kindermoord, uittocht uit Egypte) Daarom vindt Matteüs dat de joden de eerbied en de achting die ze voor de stichter van hun godsdienst hebben, moeten overdragen op Jezus.


Jezus Christus is de nieuwe David
Met deze lijst toonde Matteüs ook aan dat Jezus behoorde tot het geslacht van David, de grote koning van de joden. Hij is trouwens de enige die in deze lijst van Matteüs de titel ‘koning’ kreeg. Door die titel bij de anderen weg te laten, wilde hij wellicht zeggen dat Jezus de enige echte erfgenaam van koning David is, in wie de belofte van God helemaal tot vervulling komt.
Voor de christenen was Jezus de ideale ‘koning’ (= Messias, Christus, Gezalfde) net zoals David er een was. Daarom schrijft Matteüs dat Jezus in Betlehem, de stad van David, geboren is. Daarom vermeldt hij ook David in de stamboom van Jezus en wordt hij getypeerd als een ‘zoon' van David.




Lucas schreef een totaal ander verhaal, dat veel uitgebreider was met vooral aandacht voor Maria. Er zijn alleen overeenkomsten wat betreft de hoofdpersonen, de betekenis van God in het leven van Jezus en de relatie van Jezus en David.





Bijbel en kunst

Meester van het perikopenboek van Hendrik II

De droom dan Jozef (voor 1014)

Meester Van Het Perikopenboek Van Hendrik II

(Wikipedia)






Georges DE LA TOUR

Een engel verschijnt aan de heilige Jozef
De La Tour

Musée des beaux-arts Nantes, Frankrijk
93 cm op 81 cm






Suggesties

Kleine kinderen

KENNISMAKING MET DE TEKST UIT DE BIJBEL

De kerstdoos

Materiaal
Schoendoos waarin: beeldjes voor de kerststal: Maria, Jozef, Kind Jezus, eventueel: herders, schapen, koningen, kamelen.
Wie niet over beeldjes beschikt kan afbeeldingen gebruiken die op karton gekleefd worden. Deze afbeeldingen kunnen 'rechtstaan' door onderaan wasknijpers te gebruiken.
In de doos zit ook:
papier dat gekreukt kan worden en geschikt bovenop de doos de indruk wekt van een grot.
Of: karton dat bovenop de doos past, zodat men een soort stal kan suggereren.
Versier de binnenkant van de schoendoos zo, dat die de binnenkant van een huis (indien grot) of de binnenkant van een schuur (indien stal) oproept.


Verloop
Haal één voor één de beelden / afbeeldingen uit de schoendoos en vraag aan de kinderen wat zij erover weten:
- Wie is dit? Wat weet je erover? Vertel.
Als alle figuren gepresenteerd zijn, maak je een grot of een stal.
Vertel dan het kerstverhaal, terwijl je de beelden op hun plaats zet.


TIP
Laat de kinderen zoveel mogelijk zelf aan het woord komen als ze iets weten over een van de figuren.
Indien hun inbreng fout is, verbeter dan door het zelf goed te vertellen.





VERTELLEN

Kerstversiering

Uit: C. LETERME e.a., 'Zes kruiken wijn voorleesverhalen uit het evangelie', Standaard Educatieve Uitgeverij 1994 p. 28-29

Lien en Sam zijn samen met mama in de stad.
Het wordt donker. De winkels in de stad zijn mooi versierd.
In de straten hangen lichtjes. Er klinkt kerstmuziek en het is erg druk.
De meeste mensen haasten zich om voor iedereen thuis
nog een geschenkje te vinden.

Lien, Sam en mam willen nog wat kopen om het huis te versieren.
Gisterenavond hebben ze samen met papa
de kerstboom neergezet met het stalletje eronder.
Dat hadden ze vorig jaar gemaakt
met allerlei blokjes hout en oude sigarenkistjes.
Nu zijn ze op zoek naar plastic beeldjes van schapen.
Eindelijk vinden ze wat ze zoeken... net zo groot als ze willen.

In de auto zegt Sam: 'Mama, ik vindt het toch maar erg hoor...!'
Wat vind je erg, Sam?'
'... Dat Jezus in een stal geboren is!
Een stal, dat is toch een schuilplaats voor de dieren!'
'Ja, Sam... dat is waar, maar weet je... God houdt van alle mensen
en het meest van hen die niets hebben.
Daarom vertellen de mensen dat Jezus in een stal is geboren.'
'Is dat zo, mama?'
'Jazeker, wie je ook bent, rijk of arm, voor God is iedereen even belangrijk.
Dat heeft Jezus ons laten zien.'

's Avonds legt mama Sam in bed.
'Mama, is dat echt waar dat God van alle mensen houdt?
'Ja, Sam.'
'Dan vind ik hem toch wel heel lief hoor.'

Dit verhaal wil kinderen attent maken op de situatie waarin Jezus ter wereld kwam en wil duidelijk maken dat mensen, wie ze ook zijn, bij Jezus geborgenheid kunnen vinden. Omdat Jezus solidair is met eenvoudige mensen, worden de armoedige omstandigheden van zijn geboorte beklemtoond.






Grote kinderen

REFLECTEREN

Engel

Laat de kinderen nadenken over:
- Waarom schrijft Matteüs over een engel?
Bijvoorbeeld: stel dat Matteüs helemaal niets zegt over die engel, wat zou dat veranderen aan Jezus?
- Als je mama bij je verjaardag vertelt over de periode rond je geboorte, vertelt ze dan ook over een engel die je geboorte heeft aangekondigd? Waarom?
Voer dit gesprek als een 'filosofisch gesprek'. Dit wil zeggen dat je de kinderen stimuleert om hun standpunt / keuze te verantwoorden.

Het zou mooi zijn mochten kinderen in dit proces van nadenken ertoe komen de aanwezigheid van de engel in deze tekst te zien als een middel om te zeggen:
. Jezus is een bijzonder persoon
. het bijzondere van Jezus heeft te maken met zijn relatie tot God.


Kinderen hebben nog nooit een engel gezien, maar hun papa, mama of leerkracht evenmin. Daarom zou je kunnen overwegen niet meer over engelen te spreken. Maar dan wordt het verhaal over de aankondiging van de geboorte van Jezus een verhaal over een gewoon jongetje ergens in Palestina.

Dus toch?
Het woord engel komt van een Grieks woord dat 'boodschapper' betekent. Een engel komt dus een boodschap brengen. Wat een engel te zeggen heeft ... daar komt het op aan. Dat is het belangrijkste.

In de Bijbel is de aanwezigheid van een engel trouwens een soort oranje knipperlicht in de tekst. Elke engel wil zeggen: mensen hebben in het gebeuren dat hier verteld wordt, de aanwezigheid van God ervaren.

Omdat het belangrijk is dat kinderen deze betekenis met engelen associëren, doe je er goed aan met zorg uit te kijken naar voorstellingen van engelen: niet naïef en ook niet overdreven realistisch. Ze moeten iets oproepen van God zelf, van wie ze de boodschapper zijn.

C. LETERME in Simon plus, Uitgeverij Averbode, 2001 nr 3




Een naam geven

- Kennen de kinderen de betekenis van hun naam?
- Verandert er iets in hun leven als ze de betekenis van hun naam kennen of zouden kennen?
Laat de kinderen hierover doordenken.

Toen Jezus leefde, besteedde men veel aandacht aan de betekenis van een eigennaam. Men zag er een opdracht in voor het leven. De meeste eigennamen in de Bijbel kan men vertalen. Zo merk je dat die namen iets te zeggen hebben: een mededeling, een opdracht, een overtuiging, een geloof ...


Bijvoorbeeld:
. De naam JEzus betekent: GOD redt;
. De naam EmmanuEL betekent: GOD met ons
(Je, Jo, Ja in joodse namen verwijst naar Jahweh, God.
El in joodse namen verwijst naar Elohim, een ander woord voor God in de bijbel)

Laat de kinderen zoeken naar een nieuwe naam voor zichzelf. Dit kan een dier, een bloem, een eigenschap ... zijn, waarmee ze willen zeggen: dit is belangrijk voor mij. Dit wil ik zijn, of dit wil ik worden.



De betekenis van mijn naam

Als je met een vaste groep kinderen werkt, kun je de betekenis van hun naam vooraf opzoeken en bij het begin van de activiteit meedelen.

Geef elk kind een stuk tekenpapier (formaat van een postkaart). In een techniek naar keuze tekenen de kinderen in het groot de eerste letter van hun voornaam. Onderaan of ertussen noteren ze de eventuele oorspronkelijke naam met haar betekenis.



Een naam met opdrachten

Indien in de groep veel kinderen zijn met voornamen uit alle hoeken van de wereld, waarvan de betekenis en de afkomst niet zomaar te vinden zijn, kun je het volgende doen:
Elk kind noteert de voornaam van diegene die naast hem / haar zit in drukletters onder elkaar.
Zo kan elke letter de eerste worden van een woord dat iets zegt over wie naast hen zit. Bijvoorbeeld:
S lim
Ijdel
M oedig
O pen
Natuurliefhebber

Eventueel maken de kinderen gebruik van een woordenboek, of maken ze er een schuifraadsel van. Bijvoorbeeld:
Sluw
VrI endelijk
Meelevend
sOciaal
aa N dachtig



Een nieuwe naam

(C. LETERME in Simon plus, uitgeverij Averbode, 2003, nr 3)

Aan elk van de kinderen in de groep wordt een nieuwe naam gegeven. B.v. een naam van een dier (vergelijk met de 'totem' bij Indianen, scouts). Dit gebeurt niet lukraak: het dier van wie de naam gekozen wordt, vertoont in zijn gedrag kenmerken van de persoon aan wie de naam gegeven wordt. Eventueel kunnen de dieren uit de axenroos hierbij een opstap vormen.
Bijvoorbeeld:
- poes (genieter)
- steenbok (wie koppig is)
- bieke / bij (wie actief, dynamisch is)





Jongeren

REFLECTEREN

Over Jezus

Materiaal
Evangelietekst (zie hoger)


Verloop
In deze tekst van Matteüs wordt het volgende over Jezus gezegd:
Via Jozef is Hij de 'zoon van David'.
Via Maria is Hij van de heilige Geest.
De naam Jezus betekent: God zal redden.
De naam Emmanuel betekent: God is met ons.

Verdeel de groep jongeren in vier kleinere groepen. Elk van die groepen gaat dieper in op één van bovenstaande woorden.


1. 'zoon van David'
- Wat weet je van David?
- Waarom was hij zo geliefd bij de joden?
- Wat zou men willen zeggen met: 'zoon van David'?


2. heilige Geest
Als christenen een kruisteken maken, doen ze dat in de naam van de Vader, de zoon en de heilige Geest. Ze vieren op met Pinksteren dat de 'geest' neerdaalde op de leerlingen van Jezus.
In het Engels is geest: 'spirit'
Probeer in eigen woorden te omschrijven wat die Geest kan zijn.
En ook wat de relatie is tussen die Geest en Jezus.


3. Jezus, God zal redden
Als Matteüs het heeft over de betekenis van de naam Jezus, dan zegt hij dat Jezus zal redden uit de zonden.
- Hoe zou jij 'zonde' omschrijven?
- Wat is volgens jou het verschil tussen 'zonde' en 'iets verkeerd doen'?
- Op welke manier, denk jij, kan Jezus 'redden uit zonde'?


4. Emmanuel, God is met ons
- Hoe denk jij over God?
- Waarom, denk je, hebben mensen in Jezus de aanwezigheid van God ervaren?


Uitwisseling
Alle jongeren vormen terug een groep. Alle namen worden besproken: de groepen die erover nadachten komen aan het woord. De anderen stellen mogelijke vragen om meer verduidelijking.