Psalm 13: God, hoe lang nog?

De tekst

’Bijbel in gewone taal’

(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 844)

Een lied van David. Voor de zangleider.

Heer, vergeet u mij voor altijd?
Hoe lang nog blijft u zich verbergen?
Hoe lang nog blijft mijn hart vol zorgen?
Hoe lang blijf ik dag en nacht verdrietig?
Hoe lang blijven mijn vijanden sterker dan ik?

Heer, mijn God, zie mij en geef antwoord!
Laat het weer licht worden om mij heen,
laat mij niet sterven in het donker.
Want dan zullen mijn vijanden zeggen:
‘Hij heeft de strijd verloren!’
En ze zullen juichen over mijn dood.

Heer, ik vertrouw op uw liefde.
Ik zal juichen omdat u mij redt.
Ik zal voor u zingen,
want u bent goed voor mij.

Dichter bij de tijd

(Bewerking: C. Leterme)

Voor de koorleider.
Een psalm van David.

Hoe lang God, zul Je me blijven vergeten?
Hoe lang nog verberg Jij je gelaat voor me?
Hoe lang nog blijft mijn hart vol zorgen?
Hoe lang nog moet ik van dag tot dag zwijgend mijn verdriet dragen?
Hoe lang nog zal mijn vijand me blijven uitdagen?

Zie naar me, geef me antwoord,
God, Je bent toch mijn God.
Verlicht mijn ogen,
zodat ik niet voorgoed inslaap,
zodat mijn vijand niet roept:
'Nu heb ik hem in mijn macht!',
en mijn belagers niet juichen
omdat ik mijn evenwicht verlies.

Zelf kan ik alleen op je goedheid vertrouwen.
Tot mijn hart opnieuw de vreugde vindt
om de redding die Je brengt.
Dan is dit mijn lied voor God:
Hij heeft het voor mij gerealiseerd!

Stilstaan bij …

Ogen verlichten
Een manier om te zeggen: nieuwe levenskracht geven.

Bij de tekst

Inhoud

In deze psalm, een schoolvoorbeeld van een individuele klaagpsalm, denkt de psalmist dat God hem vergeten is. Dat alleen de dood een einde aan zijn ellende zal maken. Maar zijn ervaringen in het verleden verzekeren hem dat hij terug reden zal hebben om God voor zijn goedheid te danken.

Opbouw / Stuctuur

Verzen	Inhoud

1	Opschrift

2-4	Klagen

5	Smeken

6	Uiting van vertrouwen

Suggestie

Grote kinderen

BELEVEN

Klagen en blij zijn

(Bron: Samenleesbijbel, NBG Haarlem, 2015, p. 944)

Zorg voor:
Een armbandje.

Opdracht:
Doe het armbandje aan. Telkens je over iets klaagt, doe je het armbandje aan om de andere pols.
Sta op het einde van de dag stil bij:
- Heb ik vaak mijn armbandje moeten wisselen?

Doe de volgende dag terug het armbandje aan. Telkens je iets leuk doet of zegt, doe je armbandje aan om de andere pols.
Sta op het einde van de dag stil bij:
- Heb ik vaak mijn armbandje moeten wisselen?
- Op welke dag wisselde ik meer: op de ‘klaagdag’ of op de ‘leuke dag’?
- Wat zegt dit over mij?

TIP
Klik hier voor informatie bij het maken van een eigen armbandje.