De RONDE van de BIJBEL gaat tijdens de 14e rit naar haar meest noordelijke punt: Tyrus.
Tyrus, dat nu Sour heet, ligt in Libanon. Toen Jezus leefde, lag die stad in het buitenland, in heidens gebied, in een streek waar mensen verschillende goden vereerden en niet de ene God Jahwe.
Dat Jezus naar die streek ging, was dan ook heel bijzonder. Toen een vrouw Hem daar aansprak om haar dochter te genezen, zei Hij dat het brood voor de kinderen bedoeld was en niet voor de honden.
De vrouw reageerde en zei dat honden de kruimels eten die van de tafel vallen... een voorbeeld van spreken in beelden!
Tijdens deze rit staan honden centraal. Op dit ogenblik is de waardering voor honden erg groot. Dit was niet altijd zo. Toen de Bijbel geschreven werd, was het woord ‘hond’ zelfs een eersteklas scheldwoord en in het gewone taalgebruik een woord dat de nietigheid van iemand weergaf.
Er zijn maar twee plaatsen in de Bijbel waar over honden geschreven wordt als over huisdieren.