1 Koningen 6: Een tempel voor God
De tekst
Dichter bij de tijd
(Bewerking: C. Leterme)
Vierhonderdtachtig jaar na de uittocht uit Egypte, begon Salomo met de bouw van een tempel voor God. Dat ‘huis’ was ongeveer dertig meter lang, tien meter breed en vijftien meter hoog. De hal voor de tempel, was tien meter lang, en stak vijf meter voor de tempel uit. In de tempel liet hij vensters aanbrengen. Tegen de muur van de tempel liet hij een uitbouw met verdiepingen optrekken. Bij het bouwen van de tempel werden stenen gebruikt die in de groeve afgewerkt waren. Zo had men geen hamer, geen houweel, noch een ijzeren werktuig nodig bij de bouw zelf. De toegang tot de onderste verdieping bevond zich in de rechtervleugel van de tempel. Daar leidde een wenteltrap naar de middelste verdieping en van de middelste verdieping naar de bovenste. Het plafond was van cederhout.
God zei tot Salomo: ‘In verband met deze tempel … als u zich richt naar mijn wetten, mijn voorschriften uitvoert, al mijn geboden onderhoudt en ernaar leeft, dan realiseer Ik voor u de belofte die Ik uw vader David gedaan heb. Dan zal Ik tussen de Israëlieten wonen en mijn volk Israël niet verlaten.’
Alle muren van de tempel werden met cederhout bekleed. Geen steen was er te zien. Salomo liet in het hout kerubs, palmbomen en bloemreliëfs snijden. De binnenzijde van de tempel en de plaats waar de ark van het verbond stond, liet hij met zuiver goud bekleden. Voor de plaats waar de ark van het verbond stond, liet hij twee kerubs maken van olijfhout. Ze waren vijf meter hoog. Een vleugel van de ene kerub raakte de ene muur en een vleugel van de andere kerub raakte de andere muur. Hun andere vleugels raakten elkaar in het midden van de tempel. Beide kerubs werden met goud bekleed.
Ook de vloer van de tempel liet hij met goud bedekken.
De binnenhof liet Salomo ommuren met drie lagen steenblokken en een laag balken van cederhout.
Men bouwde zeven jaren aan die tempel.
Stilstaan bij ...
Salomo
Salomo was de zoon van David en Batseba. Hij werd koning door zijn afkomst, de politieke invloed van zijn aanhangers en een paleisintrige.
Hij was een groot vorst met een vooruitziende blik en een ruime belangstelling. Hij regeerde 40 jaar over Israël en Juda.
Doordat Salomo zijn koningschap opvatte zoals in de omringende landen, gedroeg hij zich zijn hele leven lang als een Oosters despoot, die stond op luxe en overdaad. Daarmee legde hij de kiem voor de scheuring van zijn rijk na zijn dood.
David
(= de geliefde)
David was zo belangrijk dat de naam die zijn vader hem bij de geboorte gaf niet meer bekend is. De mensen noemden hen: de geliefde.
De meeste geliefde koning van het joodse volk. Hij leefde zowat 1000 jaar voor Christus. Hij was dé grote koning van de joden. Zij herinneren zich zijn tijd als een gouden tijd: voor het eerst zwierf het volk niet meer, had het een vaste stek gevonden.
Cederhout
Kostbare houtsoort. De ceders kwamen van de Libanon. Na de houtroof in de Oudheid blijven er van die beroemde bomen niet veel meer over.
Zowel de Egyptische farao's als de koningen van Israël gebruikten cederhout voor hun bouwwerken.
Plaats waar de ark van het verbond werd geplaatst / Heilige der heiligen
Dit was de centrale plaats in de tempel. Het was een donkere kubusvormige kamer waar alleen licht door de deuropening kwam. De hogepriester, die met loting was aangeduid, kwam er eenmaal per jaar.
De ark van het verbond
De ark van het verbond was een kist, een koffer van acaciahout (1,25 x 0,75 x 0,75) die met goud bedekt was. Op de ark waren twee kerubs (een soort engelen) die a.h.w. een zetel maakten waarop de onzichtbare God troonde. Op de zijkant van de ark waren ringen waardoor men draagstokken kon steken, zodat men die gemakkelijk kon opnemen en ze erg beweeglijk werd. De ark werd het symbool van de tegenwoordigheid van de onzichtbare God: waar de ark was, daar was God.
In de ark werden de stenen bewaard waarop de 10 woorden van God (geboden) waren gegrift.
In de Bijbel staat dat de ark in de woestijn meegedragen werd op de tochten van de Israëlieten en onder een tent (de tabernakel) beschut werd. Deze mobiele ark kreeg onder David een definitieve plaats in Jeruzalem. Dit valt samen met de overgang van het zwervende nomadenleven van de Israëlieten (woestijn) naar een sedentair boerenbestaan (Israël). De trekkende God van de nomaden wordt een God met een vaste woonplaats.
Met de ark worden twee manieren zichtbaar om zich God voor te stellen:
. mobiel: God gaat op weg samen met zijn volk.
. statisch: God woont op één plaats, staat ter beschikking en is 'onder handbereik' van koning en volk.
Kerubs / Cherubijnen
Dit zijn een soort engelen.
Op de ark van het verbond stonden twee kerubs. Boven op de ark waren twee kerubs die a.h.w. een zetel maakten waarop de onzichtbare God troonde. De ark / kist zelf was dan zijn voetbank.
Bij de tekst
De tempel van Salomo
Toen het volk Israël al een tijd woonde in het Beloofde Land, liet koning Salomo een tempel bouwen in Jeruzalem. Die tempel was dubbel zo groot als de tabernakel en was opgetrokken in steen. Aan de binnenkant werden de ruimtes bekleed met cederhout en goud.
Deze tempel stond in een ruime hof / tempelplein op een verhoogd plateau.
Naast het tempelgebouw waren er zijruimtes met opslagplaatsen, kantoren en ontmoetingsruimtes.
De bovenste tekening - op basis van een reconstructie van de Duitse archeoloog Carl Watzinger - geeft de doorsnede weer van de tempel.
Merk op dat de vloer van het ‘Heilige der Heiligen’ hoger lag dan de rest van de tempel.
De voorhal (vestibule) – helemaal rechts – werd geflankeerd door twee torens (zie onderste tekening).
De twee koperen zuilen Jachin en Boaz stonden los naast de ingang, zoals in bijna alle reconstructies.
Boaz is de naam van de linker zuil en zou betekenen: "In de Heer is kracht". De rechterzuil heette Jachin. Die Hebreeuwse naam betekent "Grondvester" of "Hij zal bevestigen". Jachin was ook de naam van de eerste hogepriester van de tempel van Salomo.
Die tempel werd verwoest en in brand gestoken door de Babyloniërs toen ze Jeruzalem in 587 voor Christus veroverden.
Sindsdien zijn de twee kerubs en de ark van het verbond verdwenen.
Aanvankelijk was die tempel van Salomo in de eerste plaats een koninklijk heiligdom. Het volk kwam ging naar plaatselijke heiligdommen. Het is pas onder Josia (622 voor Christus) dat de tempel een nationaal heiligdom werd.
De tempel die Jezus kende
Herodes de Grote begon in 19 voor Christus aan de heropbouw van de tempel. Het tempelcomplex dat zo ontstond kende verschillende voorhoven:
. De voorhof van de priesters
. De voorhof van de joodse mannen
. De voorhof van de joodse vrouwen
. De voorhof van de heidenen.
Het hele tempelplein was omgeven met gaanderijen.
Die tweede tempel was indrukwekkender dan die van koning Salomo. Daarom moest de oppervlakte van de tempelberg vergroot worden. Dit gebeurde door het oprichten van reusachtige steunmuren. De huidige Klaagmuur is daar een restant van.
Merk op
- Van alle tijden hebben gelovigen hun tempels of kerken met de duurste materialen ingericht - het beste was amper goed genoeg voor God! Het is pas na het IIe Vaticaans Concilie dat de katholieken soberheid nastreefden in de kerkbouw, omdat de zorg voor de armen een belangrijker plaats innam. (Protestanten deden dit eerder)
- Verandering van uiterlijke levensomstandigheden brengt andere opvattingen over het leven en de godsdienst met zich mee.
Jeruzalem
Een belangrijke stad voor drie grote godsdiensten:
JODENDOM
de plaats van de heilige tempel, de heilige plaats van de joden
CHRISTENDOM
de plaats waar Jezus op het kruis is gestorven en verrezen
ISLAM
de plaats vanwaar Mohammed ten hemel steeg.
Suggestie
Grote kinderen
LEZEN / VOORLEZEN
Een huis voor God
(Een boek van Trinette Verhoeven. Uitgeverij: Mozaïek Junior, Zoetermeer, 2004)
Kees bouwt met blokken een prachtig huis.
‘Voor wie is dat huis?,’ vraagt mama. ‘Voor God’, zegt Kees.
Maar volgens mama is God veel te groot om in Kees’ huis te wonen.
Volgens Annabel woont God in de wolken,
volgens de buurvrouw is God ver weg
en papa meent dat God altijd onderweg is en geen huis nodig heeft.
Boos schopt Kees zijn huis stuk: dan niet.
Maar als God moe is? Waar moet Hij dan slapen?
Een prentenboek dat uitnodigt om samen na te denken over God.