Inhoudstabel
…page…
1 Korintiërs 11, 23-26: De paasmaaltijd van Jezus
De tekst
’Bijbel in gewone taal’
(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 1819)
Ik heb jullie al eens verteld over de nacht waarin onze Heer Jezus Christus gevangen werd genomen. Ik heb het van de Heer zelf gehoord.
’s Avonds bij de maaltijd pakte Jezus een brood. Hij dankte God, en hij brak het brood in stukken. En hij zei tegen zijn leerlingen: ‘Kijk, dit is mijn lichaam. Ik zal sterven voor jullie. Herhaal deze maaltijd steeds opnieuw om aan mij te blijven denken.’
Na het eten pakte Jezus een beker wijn. Hij zei: ‘Mijn bloed zal vloeien. Maar daardoor zullen jullie gered worden. Dat heeft God beloofd. Deze beker is daarvan het teken. Drink steeds opnieuw uit deze beker om aan mij te blijven denken.’
Dat is dus de manier waarop jullie met elkaar brood moeten eten en wijn moeten drinken. Want daarmee laten jullie zien dat de Heer voor ons gestorven is. En dat moeten jullie blijven doen totdat de Heer terugkomt.
Dichter bij de tijd
(Bewerking: C. Leterme)
Zelf vernam ik van de Heer
wat ik jullie op mijn beurt heb doorgegeven,
dat Jezus in de nacht waarin Hij werd gearresteerd,
brood nam en God dankte.
Terwijl Hij het brak zei Hij:
‘Dit is mijn lichaam voor jullie.
Doet dit om aan Mij te denken.’
Na de maaltijd nam hij de beker en zei:
‘Deze beker is het nieuwe verbond in mijn bloed.
Denk aan Mij
telkens als jullie die beker drinken.’
Telkens als jullie dit brood eten en de beker drinken,
verkondigen jullie de dood van de Heer,
totdat Hij komt.
Bij de tekst
Situering in de tijd
Deze eerste brief van Paulus aan de christenen van Korintië is een van de oudste teksten in het Nieuwe Testament. Die brief werd waarschijnlijk geschreven in 54 of 55 na Christus (dus een twintigtal jaar eerder dan de evangelies.
God danken
In het joods gedachtenismaal neemt de belangrijkste persoon aan tafel het brood en zegt een dankgebed waarin hij God prijst voor de grote dingen die Hij voor zijn volk heeft gedaan, vooral voor het verbond. Daarna laat hij iedereen van dit brood eten. Wat later neemt hij de beker met wijn en dankt God opnieuw. Daarna laat hij iedereen uit de beker drinken.
Deze gebeden
blikken niet alleen dankbaar terug op het verleden (brood; leven in vrijheid),
ze zijn ook een gebeuren in het heden: het vieren van de voortdurende zorg van God voor Israël
en ze houden een engagement in voor de toekomst: wanneer men mee eet van het brood, bevestigt men de inhoud van het dankgebed en aanvaardt men ook de opgaven van het leven.
Als men God dankt voor het verbond, dan aanvaardt men ook de opgave ervan: het onderhouden en aanvaarden van de 'tien woorden' als norm voor het samenleven.
(Vgl. ‘Diens brood met eet, diens woord men spreekt’)
Nieuwe dimensie
Paulus beschrijft in dit fragment het joodse gedachtenismaal waarbij de joden God danken om het leven en om het verbond dat Hij met zijn volk sloot. In dit danken ligt de opgave om te doen wat God graag wil: zijn woorden / geboden laten functioneren als een leidraad in het leven.
In de eucharistie komt er een nieuwe dimensie bij: naast het danken voor het leven en voor het verbond, komt er nu bij:
Jezus in herinnering brengen en aanwezig stellen,
en de opgave om te leven in de gezindheid van Jezus.
Spreken met beelden
Jezus gebruikt hier een beeldende taal.
Het is niet ongewoon om lichaamsdelen te gebruiken om iets duidelijk te maken:
Iets doen met hart en nieren. | Het hart niet hebben om iets te doen. |
Een gouden hart hebben. | Iemand iets in de maag splitsen |
Iets ligt zwaar op de maag. | Een baksteen in de maag hebben. |
Het hoofd koel houden. | Zich de darmen uit het lijf lopen. |
Iets op zijn lever hebben. | Lange tenen hebben. |
Er zijn handen niet aan willen vuilmaken.
Als Jezus zegt: 'Dit is mijn lichaam, dit is mijn bloed', dan spreekt Hij dezelfde taal. Dan zegt Hij: dit ben Ik helemaal; dit is mijn leven.
Eucharistieviering
Deze tekst uit de brief van Paulus inspireerde de acclamatie in het eucharistisch gebed:
‘Als wij dan eten van dit brood
en drinken uit deze beker,
verkondigen wij de dood des Heren
totdat Hij komt.’