Hun leven
Tweelingbroers
Beide broers leefden wellicht in de tweede helft van de tweede eeuw in Syrië en zouden geboren zijn in Cilicië, een landstreek aan de zuidoostkust van Klein-Azië. Ze waren waarschijnlijk geneesheren in de havenstad Aegea (tegenwoordig: Ayas) die hun patiënten kostenloos verzorgden. Daarom worden ze ook de 'Agioi Anárgyroi', de 'Heilige Geldlozen'.
Daarover wordt het volgende verteld:
Op een dag kwam Palladia. Ze had al haar geld uitgegeven aan geneesmiddelen zonder dat haar ziekte verdween. Omdat ze bij de twee broers direct genezen werd, gaf ze uit dankbaarheid een geschenkje aan Damianus. Eerst weigerde hij, maar omdat ze zo vriendelijk aandrong, nam hij het uiteindelijk aan. Toen Cosmas ervan hoorde, zei hij: ‘Na mijn dood wil ik niet bij mijn broer in hetzelfde graf begraven worden.’ Maar de nacht daarop verscheen Jezus hem in een droom en zei: ‘Dat is toch helemaal niet erg dat je broer dat geschenkje heeft aangenomen.‘
Geïnspireerd door hun levenswijze werden veel mensen christen.
Tijdens de christenvervolging onder keizer Diocletianus (303-311 na Christus) werden de broers gearresteerd, ondervraagd, gefolterd en onthoofd in 303 door de bestuurder Lycias. (Onder Diocletianus waren christenvervolgeningen het zwaarst en het wreedst.)
Feest
Cosmas en Damianus worden gevierd op 26 september.
Ze zijn de patroonheiligen van artsen, apothekers en andere beroepen uit de medische sector. (In het woord ‘cosmetica’ kun je de naam ‘Cosmas’ herkennen)
In de kunst worden ze meestal afgebeeld met medische instrumenten of zalfpotten.
Basiliek Santi Cosma e Damiano
De Santi Cosma e Damiano in Via Sacra te Rome, met op de voorgrond de tempel van Romulus. De bronzen deuren van die tempel zijn van een nog ouder gebouw uit de tweede eeuw, die bij de bouw van deze tempel herbruikt werden.
Waar?
Deze basiliek die toegewijd is aan de martelaren Cosmas en Damianus, ligt aan de Via dei Fori Imperiali in Rome en staat op het Forum Romanum. In de basiliek werden delen van oorspronkelijke Romeinse gebouwen verwerkt.
Geschiedenis
526
Theodorik de Grote, koning van de Ostrogoten en zijn dochter Amalasuntha schonken aan paus Felix IV de bibliotheek van het Forum van de Vrede (Bibliotheca Pacis) van keizer Vespasianus, waarin vanaf de derde eeuw het kadaster van de stad Rome was ondergebracht en de Tempel van Romulus.
527-530
De paus liet de twee gebouwen inrichten als één basiliek die hij toewijdde aan de heiligen Cosmas en Damianus. Een mogelijke kerstening van de verering van de broers Castor en Pollux in een nabijgelegen tempel.
De tempel van Romulus werd omgebouwd tot voorportaal van de nieuwe kerk, die ingericht werd in de bibliotheekzaal van het Forum Pacis, waar de tempel tegenaan gebouwd was. Daardoor werd de tempel van Romulus niet afgebroken en werd ze de eerste cultusplaats van de vroegere Romeinse godsdienst die overgedragen werd aan de christelijke eredienst.
1512
De basiliek werd bediend door franciscanen die het klooster bewoonden dat aansloot bij de basiliek.
1626
Doordat het niveau van de grond in de omgeving sinds het einde van de oudheid hoger werd, werd de vloer van de basiliek verschillende keren verhoogd en zodat die 7 meter boven de oorspronkelijke kwam te liggen. De tussenliggende ruimte werd ingericht als crypte. Onder het altaar in die crypte zouden de relieken bewaard zijn van Cosmas en Damianus.
Ook de basiliek zelf werd grondig vernieuwd: muren uit de eerste eeuw werden afgebroken en vervangen door nieuwe. Het gebouw kreeg een schip met zijkapellen: vier aan de rechterzijde en drie aan de linkerzijde met daartussen de nieuwe ingang.
Het schip kreeg een rijkelijk verguld cassetteplafond met het wapenschild van Urbanus VIII Barberini en een schilderij (van een onbekende schilder) dat de twee heiligen voorstelt.
Het hoofdaltaar kreeg de vorm van een aedicula (= tempeltje). De vier marmeren zuilen waren van het oude hoofdaltaar in de crypte.
Einde 19e eeuw
Men begon met archeologische opgravingen van het Forum Romanum. Omdat de tempel van Romulus hersteld werd in de oorspronkelijke staat, werd de basiliek alleen nog toegankelijk vanuit de Via dei Fori Imperiali.
1920
Er werd een nieuwe vloer gelegd waarin men de lijnen van het cassetteplafond terugvindt.
In de basiliek
Apsis
De apsis van de kerk bevat een mozaïek uit de stichtingsperiode. Ze stelt de wederkomst van Christus voor op het einde der tijden (= parousia).
Centraal staat Christus die over vuurkleurige wolken afdaalt, gekleed in een gouden tuniek, met een boekrol in zijn linkerhand. Links van Hem staat Paulus en rechts van Hem Petrus. Ze stellen Cosmas en Damianus aan Christus voor. De twee broers dragen in hun gesluierde handen een martelaarskrans, die ze aan Christus aanbieden. Helemaal links biedt paus Felix IV een model van de basiliek aan Jezus. Helemaal rechts is de heilige Theodorus afgebeeld.
Aan weerszijden sluit een palmboom de scène af. In de vroegchristelijke kunst het symbool van het hemelse Jeruzalem.
Over de hele breedte van de apsismozaïek stroomt de Jordaan met daaronder een paradijselijke weide. In de zone daaronder staat tegen een gouden achtergrond het Paaslam op een heuvel waaruit vier stromen vloeien (de vier evangeliën), te midden van twaalf schapen die de apostelen symboliseren.
(Het centrale deel van de mozaïek is niet zo best te zien omwille van de flinke verhoging van de vloer)
Triomfboog
De triomfboog, die de absis afsluit, is uit de dezelfde periode als de absis.
Daarop is het paaslam te zien, liggend op de troon waaronder het Wetboek ligt. Links en rechts ervan staan in totaal zeven kandelaars, met daarnaast telkens twee gevleugelde engelen. Uiterst links staat de evangelist Matteüs (symbool: engel met het Boek) en rechts de evangelist Johannes (symbool: arend).
De voorstellingen van de twee andere evangelisten Marcus en Lucas verdwenen op de triomfboog bij verbouwingen van de basiliek.