2 Tessalonicenzen 3, 7-12: Je eigen brood verdienen
De tekst
’Bijbel in gewone taal’
(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 1887)
Ik heb het goede voorbeeld gegeven, jullie weten hoe het hoort. Want toen ik bij jullie was, heb ik ontzettend hard gewerkt. Ik vroeg toen niemand van jullie om voor mij te zorgen. Nee, ik werkte dag en nacht. Ik was bij jullie zonder dat het jullie iets kostte. Natuurlijk had ik er wel recht op dat jullie voor mij zouden zorgen. Maar ik wilde dat niet. Want zo kon ik jullie het goede voorbeeld geven.
Toen ik bij jullie was, heb ik jullie deze regel duidelijk uitgelegd: iemand die niet wil werken, krijgt ook geen eten. Zijn jullie dat vergeten? Ik heb namelijk gehoord dat sommigen van jullie niet willen leven zoals het hoort. Ze willen niet werken, maar ze houden zich bezig met dingen die geen nut hebben. Namens de Heer Jezus Christus waarschuw ik zulke mensen. En ik geef hun de volgende opdracht: blijf gewoon je werk doen en verdien je eigen brood.
Dichter bij de tijd
(Bewerking: C. Leterme)
Jullie weten hoe jullie me moeten navolgen.
Ik heb bij jullie geen werk geschuwd
en van niemand brood gegeten
zonder daarvoor te betalen.
Dag en nacht heb ik gewerkt,
met veel moeite en inspanning,
om niemand van jullie op kosten te jagen.
Niet dat ik daar geen recht zou op hebben,
maar ik wilde een voorbeeld geven
dat de moeite is om gevolgd te worden.
Ook toen ik bij jullie was,
hield ik jullie telkens deze regel voor:
iemand die niet wil werken, krijgt geen eten.
Ik heb namelijk gehoord
dat sommigen bij jullie werk schuwen,
alle inspanningen uit de weg gaan,
maar zich wel met alles bemoeien.
In naam van de Heer Jezus Christus
waarschuw ik zulke mensen:
werk regelmatig
en verdien je eigen brood.
Stilstaan bij ...
Dag en nacht
In de oorspronkelijke tekst staat: nacht en dag. Want voor de joden begint de nieuwe dag 's avonds.
(Merk op: joden beginnen de sabbat op vrijdagavond)
Eigen brood verdienen
Doordat er in Tessalonica christenen waren die vonden dat ze niet meer moesten werken - want Christus kon ieder moment terug komen - , ontstond er een onrechtvaardige situatie. Want wie wel werkte moest tegelijk ook instaan voor het levensonderhoud van wie bewust werkloos was.
Bij de tekst
Brief aan de Tessalonicensen
Deze zinnen behoren tot de oudste tekst van het Nieuwe Testament. Het gaat om een brief die Paulus schreef aan de pas gestichte groep christenen in Tessalonica. Hij deed dat ongeveer 20 jaar na de dood van Jezus, wellicht vanuit Korinte.
Klik hier voor meer informatie over Tessalonica en de brief die Paulus naar de eerste christenen van die stad schreef.