Exodus 3, 1-8a.13-15: De roeping van Mozes
De tekst
’Bijbel in gewone taal’
(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 87-88)
Mozes zorgde voor de schapen en geiten van zijn schoonvader Jetro, de priester van Midjan. Op een dag ging hij met de dieren ver de woestijn in. Hij kwam bij de berg Horeb. De Horeb was een heilige berg. Daar kwam de engel van de Heer naar hem toe, als een vuur in een doornstruik. Mozes zag dat de struik in brand stond, maar de struik verbrandde niet. Mozes dacht: Hoe kan dat? Hoe komt het dat die struik niet verbrandt? Ik zal eens gaan kijken.
Toen de Heer zag dat Mozes dichterbij kwam, riep hij vanuit de struik: ‘Mozes!’ ‘Ja, ik luister,’ antwoordde Mozes. De Heer zei: ‘Kom niet dichterbij, en trek je schoenen uit. Want je staat op heilige grond. Ik ben de God van je vader, ik ben de God van Abraham, Isaak en Jakob.’ Toen hield Mozes zijn handen voor zijn gezicht, want hij durfde niet naar God te kijken.
Mozes moet de Israëlieten uit Egypte halen
De Heer zei: ‘Ik heb gezien hoe moeilijk mijn volk het heeft in Egypte. Ik heb gezien hoe ze onderdrukt worden, en ik heb gehoord hoe ze om hulp roepen. Ik weet hoe ze lijden. Nu ben ik gekomen om ze te bevrijden uit de macht van de Egyptenaren. (…)
Mozes zei: ‘Ik moet dus tegen de Israëlieten zeggen dat de God van hun voorouders mij gestuurd heeft. Maar wat moet ik zeggen als ze vragen hoe die God heet?’
Toen zei God: ‘Ik ben degene die er altijd is. Je moet tegen de Israëlieten zeggen dat ‘Ik ben er altijd’ je gestuurd heeft. Dat zal mijn naam zijn. Zo moeten ze mij voortaan noemen. Ik ben de Heer, de God van hun voorouders, de God van Abraham, Isaak en Jakob.’
Dichter bij de tijd
(Naar C. LETERME, Map Bijbel in 1000 seconden, fiche die hoort bij Exodus 3, 1-8a.13-15)
Op een dag was Mozes met zijn kudde ver in de woestijn.
Hij was vlakbij de berg van God, de Horeb.
Dan zag Mozes een doornstruik die in brand stond,
en toch niet verbrandde.
Mozes dacht: ‘Ik ga eropaf om te zien hoe het komt
dat die doornstruik niet verbrandt.’
God zag hem naderbij komen om te kijken.
Vanuit de doornstruik riep Hij: ‘Mozes, Mozes.’
Mozes antwoordde: ‘Hier ben ik.’
Dan zei God: ‘Kom niet dichterbij en doe uw sandalen uit.
Want de plaats waar je staat is heilige grond.’
En Hij vervolgt: ‘Ik ben de God van uw vaderen,
de God van Abraham, de God van Isaak en de God van Jakob.’
Toen Mozes dit hoorde, bedekte hij zijn gezicht,
want hij durfde niet naar God op te kijken.
Dan zei God: ‘Ik heb de ellende van mijn volk in Egypte gezien,
en al hun klachten gehoord.
Ik wil hen bevrijden en hen leiden naar een land
waar het goed is om te leven.
Ik zend je naar de farao.
Je moet mijn volk, de Israëlieten, uit Egypte leiden.’
Maar Mozes zei tegen God:
‘Wie ben ik dat ik naar de farao zou gaan,
en dat ik de Israëlieten uit Egypte zou leiden?’
God antwoordde: ‘Ik zal je bijstaan.’
Maar Mozes zei: ‘Als ik bij de Israëlieten kom en hun zeg:
“De God van uw vaderen zendt mij naar u”,
zullen ze me vragen: “Hoe is zijn naam?”
Wat moet ik dan antwoorden?’
God zei: ‘Ik ben die Ik ben.’
Je moet aan de Israëlieten zeggen: “Hij die er is zendt mij naar jullie.” ’
Als je dit verhaal vertelt...
... sta dan niet overdreven stil bij het ‘verbranden’ van de doornstruik, en of dit kan of niet. Het vuur is in deze tekst vooral een beeld waarin men Gods aanwezigheid ziet.
Stilstaan bij...
Mozes
Klik hier voor meer informatie bij Mozes.
Horeb
Deze berg is niet meer te lokaliseren. Pas veel later zei men dat die berg op het Sinaï-schiereiland te vinden is.
Braamstruik / doornstruik
Dit zou kunnen gaan over een variëteit van het essenkruid (Dictammus Albus L). Die kan ± 1 m hoog worden en is overdekt met kleine bobbeltjes die een vluchtige olieachtige stof afscheiden. Men zegt dat die struik in de felle zon kan ontvlammen zonder dat ze verbrandt.
Vuur / brand
Beeld van de aanwezigheid van God die men als lichtend en hartverwarmend ervaart, maar ook afstand doet houden.
Schoenen uitdoen
Teken van eerbied, respect. Tot op vandaag doen moslims hun schoenen uit bij het binnengaan van een moskee. Ook boeddhisten en hindoes doen hun schoeisel uit bij het betreden van een tempel.
De God van Abraham, de God van Isaak en de God van Jakob
Doordat God zich openbaart als de God van Abraham, Isaak en Jakob wordt het verband gelegd met de beloften die God aan Abraham deed. Omwille van die beloften laat Hij de Israëlieten uit Egypte vertrekken. Die verwijzing naar het verleden houdt een garantie in naar de toekomst.
Meer dan bij Abraham zie je menselijke trekken bij Mozes: gebrek aan geloof en verantwoordelijkheid, vrees voor het onbekende.
Mijn volk
Wijst op een nauwe band tussen God en het volk Israël.
Egypte
Land dat gelegen is rond de benedenloop van de Nijl. De koningen van Egypte werden in de oudheid 'Farao' genoemd. Toen Mozes leefde zagen de farao's de Hebreeën als gevaar voor hun land.
De naam van iemand kennen
= een zekere macht over iemand hebben: men kan over die persoon beschikken wanneer het nodig mocht zijn, omdat men die bij zijn naam kent.
Ik ben die Ik ben (=Jahwe)
De betekenis van 'Jahwe’ is:
'Ik ben' | Hiermee wil God uitdrukken dat Hij actief, zorgend aanwezig bij de Hebreeën | |||
'... die ik ben' | God wil zorgend aanwezig zijn bij zijn volk, maar doet dat zoals Hij dat wilt. |
Zo worden in één naam twee kenmerken van God samengebracht: zijn werkende nabije aanwezigheid in de wereld (immanentie) en zijn verhevenheid boven wereld en mens (transcendentie)
De Bijbel zegt dat alleen de hogepriester op de Grote Verzoendag deze naam JHWH / Jahwe mag uitspreken. De joden vervangen daarom het woord JHWH / Jahwe door Adonaï (= Heer).
Bij de tekst
Roepingsverhaal
Deze tekst uit de Bijbel is geen reportage, maar een beschrijving van de roeping van Mozes zoals men zich dit later voorstelde. Het gaat uiteindelijk om een geestelijk proces dat zich afspeelt in het innerlijke van Mozes: iemand die vanuit zijn geloof in God tot het besef komt dat hij zijn volk moet bevrijden uit de slavernij. Tegelijk wordt doorheen dit verhaal duidelijk dat het God is die de mens stuurt en leidt, want als je van Mozes afhankelijk zou zijn ...
Als God Mozes roept vanuit de brandende doornstruik zegt Hij: 'Mozes, Mozes' In de vertaling die in de liturgie gebruikt wordt, is de tweede 'Mozes' weggevallen. Dat is jammer. Want tweemaal na elkaar de eigennaam noemen van iemand is dé manier waarmee de Bijbel duidelijk maakt dat het God zelf is die deze persoon roept.
Mozes was er niet graag bij om door God geroepen te worden. Hij heeft daar vijf redenen voor:
. Wie ben ik wel? (Exodus 3, 11)
. De Israëlieten kennen je naam niet. (Exodus 3, 13)
. De Israëlieten geloven me niet, ze zullen niet naar me luisteren (Exodus 4, 1)
. Ik ben geen goede spreker: ik spreek moeilijk en traag (Exodus 4, 10)
. Zend liever iemand anders. (Exodus 4, 13)
Lees meer over roepingsverhalen.
Spreken met beelden
Herder | Een herder roept het beeld op van iemand die goed zorgt voor anderen. In heel de Oosterse wereld werd een leider, een koning, vergeleken met een herder. Als herder op weg met zijn schapen wordt Mozes geroepen om als een herder te zijn voor zijn eigen volk. Maar, hoe belangrijk Mozes ook is, de werkelijke leider van het volk blijft Jahwe. | |||
Berg | In veel oud-oosterse religies is een berg de ontmoetingsplaats met de godheid. Men was ervan overtuigd dat goden op een bergtop neerdaalden om zo in contact te komen met de mensen. | |||
Braamstruik | De dorens van deze struik zijn geplaatst als de tanden van een slang (naar achteren gericht). Wie zich daaruit met geweld probeert terug te trekken, komt alleen maar vaster te zitten. Dit kan een beeld zijn van: als je echt door God gegrepen wordt, kun je er niet meer van af. | |||
Vuur | Gods aanwezigheid wordt als lichtend en hartverwarmend ervaren, maar houdt ook afstand. | |||
Land van melk en honing | Symbool van welstand voor de nomade. Zo beschrijft de Bijbel de rijkdom en de overvloed van het Beloofde Land. | |||
Schoenen uitdoen | Teken van eerbied voor de heilige plaats. Tot op vandaag doen moslims hun schoenen uit bij het binnengaan van een moskee en boeddhisten en hindoes als ze een tempel binnengaan. |
Merk op
God wordt gekoppeld aan historische gebeurtenissen:
. Hij stuurt Mozes naar Egypte
. Hij is dezelfde God die zich aan Abraham, Isaak en Jakob heeft geopenbaard.
Katharinaklooster
Keizer Constantijn liet in de vierde eeuw na Christus een kapel bouwen op de plaats waar volgens de traditie het brandend braambos stond. Twee eeuwen later voegde keizer Justinianus er kloostergebouwen aan toe en een hoge muur van grijs graniet om de monniken en pelgrims te beschermen tegen overvallen. Dit gebouw is nu gekend als het Sint-Katharinaklooster.
Daar laat men tot op vandaag een struik zien die gestekt zou zijn van het braambos dat Mozes zag branden.
Bijbel en kunst
ANONIEM - Fresco
Mozes bij de brandende struik
De synagoge van Dura-Europos werd ontdekt bij opgravingen in 1932. Volgens een Aramese inscriptie dateert ze uit 244 na Christus.
Merk op:
. Mozes heeft zijn schoenen uitgedaan - ze staan naast zijn voeten.
. Hij is gekleed als een Romein.
. De hand van God uit een wolk in de linkerbovenhoek is een manier om God af te beelden zonder al te beeldend te zijn.
ANONIEM - Mozaïek
Mozes en het brandend braambos
Suggestie: zelf een mozaïek maken
Zoek in tijdschriften gekleurde vakken.
Maak zelf een tekening of laat je inspireren door bestaande illustraties.
Kleur de vlakken in met kleine vierkantjes gekleurd papier die je op de tekening vastlijmt.
ANONIEM - Miniatuur
Mozes en het brandend braambos
De Haggada (=verhaal) is een geschrift waaruit Joden lezen tijdens de sederavond, het begin van Pesach. De Haggada gaat over slavernij van de Israëlieten in Egypte en hun uittocht uit dat land.
ANONIEM - Miniatuur
Miniatuur (1332?)
Merk op
. De figuur in de boomstruik heeft een aureool / nimbus waarin een kruis te herkennen is. Zo’n kruis verwijst naar Christus die op een kruis gestorven is, terwijl de schrijver van het boek Exodus het had over de stem van God.
. De twee haardotjes in de vorm van een hoorn in het kapsel van Mozes is het gevolg van een foutieve vertaling van Exodus 34, 29-35 uit het Hebreeuws, een taal waarvan vroeger alleen medeklinkers werden geschreven. Zo werd 'KRN' vertaald als 'KaRaN': hoorn. Maar 'KRN' kan men ook lezen als 'KeReN' en dan betekent het (licht)straal. In dat geval verwijst het naar de uitstraling van Mozes.
Suggestie
Beluister de tekst over de roeping van Mozes.
Bekijk daarna heel goed deze illustratie.
Herken je de verschillende elementen uit het verhaal in deze illustratie?
(. Mozes is een herder (schapen!)
. hij doet zijn schoenen uit.
. de boomstruik voor hem staat in vlam
. een figuur in de boomstruik spreekt hem aan, spreekt met zijn handen!)
M. CHAGALL
Mozes en het brandend braambos (1966)
Marc Chagall (7 juli 1887 Liozno in de omgeving van Vitebsk, Wit-Rusland – 1985 Saint-Paul-de-Vence) was de oudste van een chassidisch/joods gezin met negen kinderen. Na zijn studies aan de academie voor schone kunsten in Sint-Petersburg begon hij te werken in ateliers. In 1910 ging hij naar Parijs om in de leer te gaan bij Léon Bakst. In 1937 verwierf hij de Franse nationaliteit. In 1941 werd hij aangehouden. Een Amerikaanse journalist redde hem en hielp hem naar de Verenigde Staten vertrekken. In 1948 keerde hij terug naar Frankrijk waar hij ging wonen in Saint-Paul-de-Vence.
Hij beheerste verschillende technieken: etsen, mozaïeken, glasramen, schilderen ...
De rechtse figuur in het wit is Mozes. Hij is te herkennen aan de twee stralen die uit zijn hoofd komen. De schapen in de achtergrond laten Mozes kennen als herder.
In het midden ziet men een braamstruik waaruit vlammen slaan. Boven de struik is een engel, die namens God spreekt. Met zijn armen lijkt hij te wijzen naar datgene waartoe Mozes geroepen wordt: als hoofd van een grote groep mensen trekt hij door de zee naar het Beloofde Land. (Hij wordt op een andere manier herder) De wolk verwijst naar God die onzichtbaar met zijn volk meegaat.
Voor het gezicht van de nieuwe Mozes (links - geel gelaat) zijn twee stenen tafelen te zien. Zo maakt Chagall duidelijk dat Mozes de woordvoerder wordt van wat God wil van de mensen.
Merk op
Het geel rond de engel straalt af op het hoofd van Mozes.
Suggestie
Zoek op dit werk hoe God gekend is door mensen in de Bijbel:
. Hij die de Wet heeft gegeven (via Mozes)
. Hij die Mozes heeft gestuurd om zijn volk te bevrijden
. Hij die als een wolk de mensen begeleidt door de woestijn
. Hij die is als vuur: aantrekkend en afstotend (brandend braambos)
. Hij die de mensen aanspreekt via een engel
Suggesties
Kleine kinderen
KENNISMAKEN MET DE BIJBELTEKST
Voeldozen
Plaats een aantal 'voeldozen' met de volgende materialen: zand, touw, wol, mandje, takken.
Laat de kinderen in de dozen voelen en raden wat erin zit.
Vertel dan het verhaal over de roeping van Mozes.
Na het verhaal situeren de kinderen de voorwerpen in het verhaal:
. zand: Mozes vlucht de woestijn in.
. touw: zweep van de slavendrijver
. wol: Mozes hoedt schapen
. mandje: Mozes lag als baby in een mandje op de Nijl
. takken: braambos
TIP
Zorg ervoor dat je de voorwerpen die in de voeldozen zitten zeker vermeldt in je verhaal.
DOEN
Vlammen
(idee: Hemel en aarde, winter 2005, p. 16)
De kinderen maken van takjes of stokjes en gekleurd (rood / oranje / geel) papier vlammende takken.
Ze maken de gekleurde stroken papier met garen of plaklint vast aan de stokjes. Nadien worden die stokjes geschikt in een pot met zand, alsof het een brandend braambos is.
Vingerschilderen
Materiaal
Zog voor geschikte verf.
Voorzie voor elk kind een blad tekenpapier.
(Belangrijk: de kinderen dragen aangepaste kledij en kunnen nadien hun handen goed wassen)
Verloop
Vertel eerst over Mozes en het brandend braambos.
Daarna schilderen de kinderen een struik die vol vuur is.
Grote kinderen
MOZES
INLEVEN
De stoel van Mozes
Plaats vooraan een stoel. Nodig een kind uit om erop te gaan zitten. Hij of zij is nu even Mozes.
De kinderen stellen vragen aan 'Mozes' op de stoel. Het kind dat op de stoel zit, antwoordt als Mozes.
Voor het geval het gesprek niet goed van de grond komt, kun je de volgende vragen gebruiken:
- Mozes, waarom vluchtte je de woestijn in? Was je bang? Voor wie?
- Mozes, dacht je in de woestijn soms nog aan je leven in Egypte? Wat dacht je dan?
- Mozes, op een dag sprak God je aan. Kun je even vertellen wat er precies gebeurde?
Hoe voelde jij je daarbij?
- Mozes, hoe voelde jij je toen God je uitkoos om aan de farao te zeggen dat hij het volk van Israël moest laten gaan?
- Mozes, zag je deze opdracht zitten? Waarom (niet)?
Belangrijk
De kinderen die op stoel van Mozes gaan zitten doen dat uit vrije wil.
Het kan zinvol zijn dat de kinderen die de vragen stellen, uitdrukkelijk het kind op de stoel met 'Mozes' aanspreken, om zo het inlevingsproces te verhogen.
TIPS
. Laat regelmatig een ander kind op de stoel zitten.
. Noteer een aantal vragen op kaartjes en deel ze uit aan de kinderen, zodat zij die vragen kunnen stellen. Nog beter: bereid vooraf met de kinderen een aantal vragen voor die ze aan Mozes zouden kunnen stellen.
. Klik hier voor meer informatie bij deze methode.
VUUR
INFORMEREN
Godslamp
Een godslamp is een olielamp die bij het tabernakel brandt (vuur!) als er geconsacreerde hosties in bewaard worden. Meestal heeft zo’n lamp een rood glas, om ze duidelijk te onderscheiden van 'gewone' kaarsen of lampen in het kerkgebouw.
Deze lamp herinnert de gelovigen aan de aanwezigheid van God / Jezus Christus. Gelovigen die voorbij een godslamp komen maken een kniebuiging of staan even stil en buigen het hoofd als teken van eerbied.
ONDERZOEKEN
Internet
Bespreek met de kinderen wat ‘vuur’ allemaal kan. Noteer dit op een flap / bord.
Verdeel die woorden onder de kinderen.
Daarna zoeken ze per twee op het internet naar afbeeldingen bij wat een vuur allemaal kan.
Om te eindigen presenteren de kinderen de foto / illustratie die ze het meest geschikt vinden om hun aspect van vuur te illustreren.
Vuur geeft licht: maakt duidelijk, geeft oplossing, geeft perspectief.
Vuur verwarmt en roept op: leven, warmte... hartelijkheid
Vuur kan verwoesten, vernietigen: een brand kan alles in as leggen
Vuur kan reinigen, louteren: in de hoogovens zuiver het vuur de ertsen van de afvalstoffen.
Vuur brengt samen: rond het haardvuur, een kampvuur.
Vuur betekent ook: 'Bezieling': 'Die zit vol vuur', 'Ik sta in vuur en vlam voor hem', 'in het vuur van zijn betoog'.
VERDIEPEN
Hoe laat God zich kennen?
Vuur is een basissymbool. Zowel bij joden als bij christenen verwijst het naar de dubbele ervaring van het goddelijke: God is nabij (Ik trek mij uw lot aan, Ik ben om u begaan), maar God is ook veraf (Ik ben anders, Ik ben geen mens).
Teken vlammen op het bord / een flap.
Waaraan denken de kinderen bij vuur? Laat ze alles opnoemen wat in hen opkomt. Dit schrijf je (of laat je schrijven) met staakwoorden rondom de vlammen.
Bijvoorbeeld: warm, licht, gezellig, aantrekkelijk, veilig … maar ook: gevaarlijk, ongrijpbaar, schrikt af …
Bespreek
- Wat werd er opgesomd?
- Zijn er ook woorden die elkaars tegengestelde zijn?
Omcirkel die woorden (bijvoorbeeld licht, warmte tegenover gevaar of brand)
Vat samen: vuur roept tegenstrijdige gevoelens: vuur trekt aan, geeft warmte, licht, gezelligheid, geborgenheid, veiligheid... maar kan ook gevaarlijk zijn: je moet ook afstand houden, je kunt het niet grijpen.
Vertel het Bijbelverhaal over de roeping van Mozes.
Ga daar dieper op in:
- Wie hoort er in het verhaal bij dat vuur?
- Waarom zou men vertellen dat God zich in vuur laat kennen?
(God was voor hen was als vuur:
. je kunt er niet echt bij
. zoals je niet in een vuur kunt kijken, zo kun je God niet in het gelaat zien
. als God er is, moet je niet bang zijn: hij geeft warmte, licht)
- Met welke woorden zegt de Bijbel dat God Mozes aantrekt net als vuur en hem tegelijk op een afstand houdt?
(Mozes: 'Ik ga er op af'; God: 'Kom niet dichterbij', 'Doe je sandalen uit')
Vier illustraties
Lees eerst de tekst voor van de eerste lezing van deze zondag.
Vergelijk de brandende struiken op dit blad.
(vuurbol; brandende struik, struik waarin een figuur zit)
Vergelijk de houding van Mozes.
- Probeer telkens in één woord weer te geven wat zijn houding uitdrukt. (bijvoorbeeld: angst; ontvankelijkheid; ontzag / eerbied; onderwerping)
- Hoe wordt duidelijk gemaakt dat Mozes een herder is? (één illustratie geeft daarover geen informatie)
- Welke illustratie spreekt jou het meest aan? Waarom is dat?
SPREKEN MET BEELDEN
Uitdrukkingen
Vooraf
Noteer de volgende uitdrukkingen telkens op een ander kaartje:
. In vuur en vlam staan
. Het gaat als een lopend vuurtje
. Voor hete vuren staan
. Voor iemand door het vuur gaan
Verloop
Verdeel de groep kinderen in vier groepen. Geef elke groep een kaartje met daarop een andere uitdrukking. Binnen elk groepje zoeken de kinderen hoe ze deze uitdrukking kunnen uitbeelden.
Daarna worden de vier uitdrukkingen uitgebeeld. De andere kinderen raden ze.
In het verhaal van Mozes spreekt God doorheen een brandende braamstruik.
- Waarom zouden de mensen het beeld van vuur gebruiken om over God te spreken?
- Wat kan een struik vol vuur over God zeggen?
TIP
Andere uitdrukkingen met ‘vuur’:
. Voor iemand de kastanjes uit het vuur halen. (Iets gevaarlijks doen voor een ander)
. Olie op het vuur gooien. (een ruzie nog erger maken)
. Met vuur spelen. (iets gevaarlijks doen)
God en vuur
(C. LETERME in Simon plus, uitgeverij Averbode, 23 januari 2004 nr 5)
Materiaal
In een doos: een roos, een broodje, een gladde steen, een foto van een jonge vrouw, een ring.
Een kaars + lucifers. Tijdschriften, lijm, groot blad.
Verloop
Eén van de kinderen neemt een voorwerp uit de doos.
Bijvoorbeeld: een roos.
Vraag: Lijkt God op een roos?
Zo ja, waarom?
Zo neen, op welke manier lijkt God helemaal niet op een roos?
(Belangrijk: beide aspecten kunnen aan bod komen)
De kinderen nemen elk een ander voorwerp uit de doos. Stel er telkens dezelfde vragen bij.
Steek daarna een kaars aan. Vraag of God een beetje lijkt op het vuur van de kaars. In welke opzichten wel, in welke opzichten niet.
Vertel dan het verhaal van Mozes. Verwerk in je verhaal de antwoorden van de kinderen n.a.v. het vuur van de kaars.
Na het verhaal maken de kinderen een 'vuurcollage'. Ze scheuren hiervoor uit tijdschriften gele, rode en oranje snippers. Die kleven ze op een groot blad waarbij ze vlammen vormen.
Sta nog even stil bij wat 'vuur' allemaal kan oproepen: warmte, gezelligheid, gevaar, leven ...
Noteer deze woorden (of laat noteren) rond het vuur.
Nadien onderlijnen de kinderen de woorden die hen iets meer zeggen over God.
Brandend braambos
Materiaal
Enkele theelichtjes; eetbord
Verloop
Plaats enkele brandende theelichtjes op een rond bord. Laat de kinderen er in een kring rond zitten.
Vraag na enkele minuten stilte waar ze aan denken bij het zien van dit vuur.
Uit hun aanbreng kun je twee opvallende benaderingswijzen onderscheiden. Nl.:
. Vuur trekt aan: maakt gezellig, geeft warmte ...
. Vuur jaagt schrik aan: brandgevaar, verbranden ...
Situeer Mozes:
- Wie was Hij?
- Hoe kwam hij in de woestijn terecht?
Vertel tot aan het brandend braambos.
- Wie hoort er in het verhaal bij dat vuur? Wat zegt dat over die figuur?
DOEN
Collage
Materiaal
Tijdschriften, of bladen gescheurd uit tijdschriften waarbij rood, oranje, geel de hoofdtoon zijn. Flap, stiften.
Verloop
De kinderen scheuren repen uit tijdschriften waarop de kleuren geel, oranje, rood, voorkomen.
Ze kleven deze repen op een flap zo bijeen, dat ze een brandend vuur voorstellen.
Rond deze collage schrijven ze wat vuur bij hen oproept.
(Bijvoorbeeld: warmte, licht, gezelligheid, veiligheid, pijn, gevaar, ongrijpbaar, schrikt af...)
Stel vast dat vuur tegenstrijdige gevoelens oproept. Vuur trekt aan, het geeft warmte, licht, gezelligheid, geborgenheid, veiligheid... maar het kan ook gevaarlijk zijn: je moet ook afstand houden, je kunt het niet grijpen.
- Welk beeld over vuur kan volgens jou ook iets over God zeggen?
- Waarom is dat?
Vuur wordt gebruikt om de ontmoeting van Mozes met God weer te geven.
De bijbel vertelt dat God zich in vuur liet kennen omdat men God vergeleek met vuur:
. je kunt er niet echt bij
. zoals je niet in een vuur kunt kijken, zo kun je God niet in het gelaat zien
. als God er is, moet je niet bang zijn: hij geeft warmte, licht
Met welke woorden in de tekst uit de Bijbel wordt gezegd dat God Mozes aantrekt net als vuur en hem tegelijk op een afstand houdt. Vul de collage verder aan: 'Ik ga er op af'; 'Kom niet dichterbij'; 'Doe uw sandalen uit'.
(Schrijf die woorden, om het aparte ervan te onderstrepen, met een andere kleur op een strook papier)
Brandende struik
(40-dagenboekje 2007, p. 21)
Zoek een mooie verdorde tak en zet die in een vaas.
Knip 'vlammetjes' uit geel en oranje papier .
- Welke namen kun je voor God bedenken?
Schrijf die op de vlammetjes.
Maak de 'vlammetjes' vast aan de tak.
Zo lijkt die op een brandende struik.
Potjes vol vuur
Materiaal
Glazen potjes waarin nadien een theelichtje geplaatst kan worden.
Gekleurd zijde papier (geel, oranje, groen, rood). Lijm, schaar
Verloop
De kinderen knippen uit het geel, oranje en rood papier langwerpige driehoeken die vlammen kunnen weergeven.
Ze knippen blaadjes uit het groen.
Ze kleven eerst de vlammen op het potje. Daarna schikken ze het groen ertussen.
Eventueel tekenen ze met een bruine stift de enkele takken.
Schik daarna de potjes zo dat ze een groot vuur oproepen wanneer de theelichtjes branden.
TIP
Is de groep kinderen waarmee je werkt niet zo groot, dan kun je overwegen een grote glazen pot te gebruiken, waarin verschillende theelichtjes geplaatst worden.
NAAM
VERDIEPEN
Eigen naam
Materiaal
Blanco blad papier.
Verloop
De kinderen schrijven in het midden van het blad: IK.
Mensen gebruiken verschillende namen om iemand te benoemen.
. Hoe word je genoemd door papa, mama, broer(s), zus(sen), juf, meester, oom, tante, neef, nicht, vrienden op school, vrienden in de buurt...)?
Bijvoorbeeld: broer, leerling, zoon, vriend, neef, kleinzoon, je eigen naam.
De kinderen schijven die 'namen' in het blauw rond het woordje 'IK'. Hun eigen naam schrijven ze onder het woordje 'IK'.
. Andere namen kunnen de uiting zijn van: geborgenheid, liefde, warmte, knusheid.
Bijvoorbeeld: troetelnamen als: konijntje, snoesje, bolletje, schat ...
De kinderen schijven die 'namen' in het rood rond het woordje 'IK'.
. Sommige namen, titels... drukken uit wat iemand voor de anderen betekent.
Bijvoorbeeld: meester, chef, baas ...
(Dit is niet van toepassing op de kinderen en wordt dan ook niet genoteerd)
Besluit: een naam maakt duidelijk wie je bent en hoe je bent.
De kinderen versieren extra het woord dat volgens hen kind het beste zegt wie ze zijn.
Naam van God
In het verhaal van het brandend braambos krijg je de naam van God te horen: JHWH / Jahwe.
Die naam weerspiegelt de betekenis van God voor de mensen, nl. 'Ik-ben-er-voor-jou'.
Verloop
Mensen geven niet alleen namen aan elkaar, ze geven ook namen aan God.
- Welke naam geven wij soms aan God? en jullie papa en mama? en de andere mensen? en Jezus?
(Vader, Schepper, Jahwe, Heer, Vriend, Herder, Rots, Onzichtbare...)
De kinderen noteren deze namen rond het woord God.
Lees het verhaal voor over Mozes en het brandend braambos.
- Wat vernemen we in dit verhaal over God?
. God zegt: Ik heb de ellende van mijn volk gezien (bezorgdheid van God voor de mensen)
. Mijn naam is: Ik ben, die Ik ben; Ik zal er zijn (= geruststellend)
In dit verhaal, krijgt men voor het eerst in de Bijbel de naam te horen die God voor zichzelf de beste vindt: JHWH = Ik ben, die Ik ben. Ik ben er voor jullie, nu, in het verleden en in de toekomst. Ik ben om jullie bezorgd op mijn manier.
De kinderen noteren deze naam in het kader onder het woord God.
De kinderen zoeken in het verhaal naar woorden/zinnen die vertellen over Gods zorg voor het joodse volk:
Ik zie hoe mijn volk lijdt
Ik zal bij jou zijn
Leid mijn volk uit Egypte
Ik zal hun een mooi land schenken
Ik zal hen redden
De mensen van het Oude Testament hebben veel namen aan God gegeven, zoals ook wij verschillende namen aan iemand geven. Op een dag zegt vader tegen zijn dochter: 'Nu ben je niet meer Lili. Dat was je troetelnaam. We zeggen voortaan Liesbet. Toen je klein was, kon je dat niet uitspreken. Je maakte er Lili van. Maar nu word je groot... Liesbet!' Vader wist die dag dat zijn dochter geen kindje meer was. En omgekeerd. Geven wij niet nieuwe namen aan onze ouders naargelang we hen beter leren kennen? Eerst was het mama, dan ma. Het kan mammie worden. Sommigen zeggen mams of moeke. En ben je volwassen geworden, dan zeg je misschien moeder. De opeenvolgende namen tonen het beeld dat je van moeder maakt. Naargelang je zelf groter wordt en beseft wie moeder is, geef je nieuwe namen. Wees niet verwonderd, dat we bij het volk van de bijbel verschillende namen voor God vinden. Hun geschiedenis heeft zoveel langer geduurd dan het leven van één mens.
O. VAN OUTRYVE o.p. Tien tochten in het Oude Testament, Altiora, 1984, p. 24.
Als mensen elkaar kennen met hun naam, dan kunnen ze elkaar persoonlijker benaderen.
Vroeger zat in een naam ook de levensopdracht en de levenslijn van de persoon die deze naam droeg.
Als Mozes vraagt naar de naam van God, dan is dat niet alleen om Hem op een meer persoonlijke manier te kunnen benaderen, maar ook om te weten wat het levensprogramma van God is.
Namen voor God
Vooraf
Knip uit witte bladen vijf 'wolken'.
Schrijf op elke wolk een andere groep letters door elkaar:
s p r e h e c p (Schepper)
e r h e (Heer)
a r d v e (Vader)
e h j w a (Jahwe)
e r e h r d (Herder)
Verloop
Leg de vijf 'wolken in het midden van de kring.
Informeer: op elke wolk staan een aantal letters waarmee je een woord kunt maken dat mensen gebruiken om over God te spreken.
- Welke vijf woorden kun je op deze wolken vinden?
Als de kinderen de vijf woorden gevonden hebben vraag je:
- Weet je ook in welke situaties men zo over God spreekt?
Schepper: geloofsbelijdenis - Bijbel
Heer: eucharistieviering - Bijbel
Vader: gebed - Bijbel (Jezus)
Jahwe: Bijbel (Mozes)
Herder: Bijbel (psalmen, Jezus)
TIP
Het terugvinden van de woorden op de wolken kan gemakkelijker als de eerste letter van het woord een hoofdletter is.
GOD
VERDIEPEN
Fototaal: hoe kennen we God?
Over God spreken is niet gemakkelijk. De manier waarop mensen God kennen/ervaren kan erg verschillen. Soms kan men God heel nabij ervaren, soms heel veraf. Daarom gebruiken mensen verschillende woorden, beelden en namen als ze over God willen spreken. Uiteindelijk is God in geen enkel woord, noch beeld, noch naam te vatten.
Materiaal
foto’s van: een vader, een moeder, vrienden onder elkaar, mensen in nood, oorlog, natuurramp, feest, geboorte, dans, dood, huwelijk, water, vuur, berg, sterrenhemel, woestijn.
Symbolen: driehoek, cirkel, vierkant, vraagteken, uitroepteken, kruis.
Blanco blad
Belangrijk: De gesuggereerde voorstellingen bij de foto’s zijn niet willekeurig. Het zijn beelden en/of uitdrukkingen van wie of wat God is zoals je dat in de Bijbel kunt vinden.
Verloop
Leg de foto’s, de symbolische tekens en het witte blad verspreid in het lokaal.
De kinderen lopen rond en bekijken de foto’s/symbolen/wit blad aandachtig. Daarna gaan ze staan bij de foto/het symbool dat hen het meest aan God doet denken.
Bespreek:
- Waarom ben je bij deze foto/symbool gaan staan?
- Wat zegt deze foto/symbool je over God?
Als je nu iedereen anders hoort spreken over God, wat kun je dan vaststellen?
(Mensen kunnen verschillende beelden gebruiken om over God te spreken - die beelden kunnen elkaar aanvullen.)
Belangrijk: spreek geen waardeoordeel uit.
VERTELLEN
De vrouw van God
(C. LETERME in Kerk en leven, Federatie Rotselaar, 6 januari 2017, p. 1)
Een jongen van acht stond voor een schoenenwinkel.
Hij staarde naar de mooie schoenen in de etalage.
Zelf liep hij op versleten sandalen
en bibberde in de kou van december.
Een keurig geklede dame sprak hem aan:
- Dag jongen, waarom kijk jij zo naar die schoenen?
- Ik heb aan God gevraagd
of Hij mij een paar schoenen wil geven,
en nu zoek ik de schoenen die ik het liefst zou willen.
De dame nam hem bij de hand.
Samen gingen ze naar binnen.
Ze vroeg in de winkel om vier paar sokken voor de jongen
- Welke kleur vind jij de mooiste?
- Groen, zei de jongen.
Toen kocht de vrouw ook een paar schoenen.
- En welke schoen vind jij de mooiste?
De jongen wees ze aan in de etalage.
Toen hij ze aandeed met zijn nieuwe sokken aan,
pasten ze hem als gegoten.
Hij mocht ze blijven aanhouden
en kreeg een pakje met de drie andere paar sokken.
Toen ze uit de winkel kwamen, wilde de dame weggaan.
Maar het jongetje pakte haar hand.
- Ben jij de vrouw van God?
Overweging bij dit verhaal
(C. LETERME in Kerk en leven, Federatie Rotselaar, 6 januari 2017, p. 1)
Er zijn mensen die zich afvragen of God wel bestaat.
Voor de jongen uit het verhaal hierbij
was God geen probleem.
Hij zat in diepe nood
en kon daarvoor bij Hem terecht.
Op een dag koopt een vrouw in een winkel
zowaar de schoenen die hij het liefst had gewild.
Omdat hij met zo’n aandrang aan God om schoenen had gevraagd,
vroeg hij zich dan ook af of die vrouw
misschien wel de vrouw van God was.
Mensen denken over God zoals ze over mensen denken.
‘God is een man’ of ook ‘God is een vrouw’.
Sommige mensen laten dat geslacht in het midden
en hebben het over God, Hij/ Zij …
Uiteindelijk is God is meer dan man en vrouw samen!
Veel belangrijker is de houding van die vrouw,
waarin de jongen God zelf herkent.
Zij was het die de nood zag van de jongen
en er wat aan deed.
Dit is veel Bijbelser dan je op het eerste zicht zou denken.
Toen Mozes bij een brandende braamstruik kwam,
hoorde hij God zeggen: ‘Ik heb de ellende van mijn volk in Egypte gezien’.
Een tijd later begeleidde Mozes zijn volksgenoten door de woestijn
naar het land dat God hen beloofd had.
Het werd één van de belangrijkste daden van Jahwe in de Bijbel.
Wat doen gelovigen met de verhalen van de jongen en van Mozes?
Ze spiegelen er zich aan,
en handelen alsof ze zelf God zijn
want God heeft geen andere handen om iets te realiseren
dan die van mensen.
ACTUALISEREN
De stem van God
Bespreek na het verhaal over de roeping van Mozes:
- Wie spreekt doorheen het braambos?
(God - dit is een beeld om over God te spreken)
- Wat zegt God?
(. Ik ben de God van uw vader
. Ik heb gezien hoe mijn volk lijdt. Ik zal hen uit de macht van Egypte redden. Ik zal hen brengen naar een land dat overvloeit van melk en honing)
- Gebeurt dat vandaag nog dat mensen lijden? Wie? Waar?
- Hoe weten we dat?
(info over wat veraf gebeurt: radio, tv, krant. Info over wat dichtbij gebeurt: mensen)
- Kunnen we zeggen dat de radio ... een soort van brandend braamstruik is?
En wat zegt God dan door de brandende braamstruiken van vandaag?
(Bij de antwoorden van de kinderen aandacht vragen voor situaties veraf/dichtbij)
. Maak een collage van verschillende ‘vlammen’ waarin de kinderen de verschillende situaties opschrijven waar doorheen God de mensen aanspreekt.
Jongeren
ONDERZOEKEN
God in het leven van Mozes
Exodus 2, 11 | Exodus 3, 7 – 9 | |||
Toen Mozes opgegroeid was ging hij eens naar zijn broeders en was getuige van hun dwangarbeid. Hij zag hoe een Egyptenaar een Hebreeër neersloeg, een van zijn broeders. | Jahwe zei: ‘Ik heb de ellende van mijn volk in Egypte gezien, de jammerklachten om zijn onderdrukkers gehoord. Ja, Ik ken zijn lijden. Ik daal af om mijn volk te bevrijden uit de macht van Egypte, om het weg te leiden uit dit land naar een land dat goed en ruim is, een land van melk en honing (...). Het geweeklaag van de Israëlieten is nu tot Mij doorgedrongen en Ik heb ook gezien hoezeer de Egyptenaren hen onderdrukken. |
- Vergelijk met Exodus 2, 11 met Exodus 3, 7 – 9
- Wat ziet Mozes? En wat ziet Jahwe?
Wat Mozes gezien heeft is niet langer iets van Mozes alleen: JHWH / Jahwe zélf heeft het gezien.
In wat Mozes meemaakt, ontdekt hij dat God ermee te maken heeft.
BELUISTEREN
Lied van God
(Stef Bos, In een ander licht, 2009)
Nu ik terugkijk op mijn leven
Met nog een eeuwigheid te gaan
En ik zie wat voor ellende
Zich heeft voltrokken in mijn naam
Verlang ik terug naar het begin
Toen ik door niemand werd herkend
Want er wordt veel van mij gemaakt
Wat ik helemaal niet ben
Nee, ik heb niemand uitverkoren
Wat er ook geschreven staat
Het is allemaal verzonnen
Door wie zijn voordeel er mee haalt
En ik heb niets tegen de joden
Het is een volk met veel talent
Maar ook zij maken iets van mij
Waar ik mezelf niet in herken
Als ik alles moet geloven
Wat er van mij wordt gezegd
Ben ik heiliger dan heilig
En slechter dan slecht
Ik ben een speelbal
In de verbeelding van de mens
Ze maken iets van mij
Wat ik meestal niet ben
Ik ben de liefde wordt gezegd
Gewapend tot de tanden
De pispaal voor de een
De richtlijn voor de ander
Ik voel me eenzaam en onzichtbaar
Al ben ik ook bekend
Er is teveel van mij gemaakt
Wat ik helemaal niet ben
Ik zal u zeggen wie ik ben
Ik ben de wolken en de wind
Het vuur dat eeuwig brand
Ik ben de stroming
De zee
Ik ben het grenzeloze land
Onvoorspelbaar
Ik ben niet wat je denkt
Er is teveel van mij gemaakt
Wat ik helemaal niet ben
Ik ben de opium voor het volk
Door filosofen doodverklaard
En ik heb een plaatsvervanger
Waar ik nooit om heb gevraagd
Ik ben de oorzaak van de oorlog
De schrijver van een boek
Ik ben het heilige excuus
Voor wie naar moeilijkheden zoekt
Ik heb meer gevoel voor humor
Dan de meeste mensen denken
En zij die zeggen mij te volgen
Nemen alles veel te ernstig
Zelfs dit lied zal vrijwel zeker
Als blasfemie worden bestempeld
En al zing ik het ook zelf
Dan wordt het nog ontkend
Alsof ik niet weet wie ik zelf ben
Ik zal u zeggen wie ik ben
BIDDEN
Onnoembaar
(Gebed van Gregorius van Nazianze)
Jij, die boven alles uitstijgt,
Ik weet niet hoe ik Je moet aanspreken.
Welk lied kan ik over Jou zingen?
Geen woord kan Je vatten.
Geen geest kan Je begrijpen,
Geen verstand kan Je bedenken.
Jij bent onuitsprekelijk.
Alles wat bestaat komt uit Jou.
Jij gaat ons verstand te boven.
Al wat denkt komt van Jou.
Alle wezens loven Jou,
zij die je naam uitspreken
en zij die Je stilzwijgend belijden…
Voor alle wezens ben Jij het doel.
Jij bent uniek.
Je bent iedereen en Je bent niemand.
Je bent niet het geheel
en Je draagt alle namen.
Hoe moet ik Je noemen?
Jij, de enige die niet te noemen is.
Heb medelijden,
Jij die boven alles uitstijgt.
Ik heb geen andere naam
om Je aan te spreken.
Totaal anders...
Gij die niet bestaat, zoals wij bestaan,
Gij die niet zijt zoals wij zijn,
Gij die totaal anders bent,
Gij die ons liefhebt achter een blinde muur,
Gij die ons verborgen nabij bent,
Gij die zich met ons verbonden hebt,
Gij zijt aanwezig,
Gij zijt onze Vader,
Gij zijt liefde.
MEDITEREN
Brandend braambos
Elizabeth Barrett Browning (1806-1861)
Overwegingen
Johan Poppe
Mozes en God
((Derde zondag van de veertigdagentijd - jaar C, Dendermonde, 20 maart 2022)
Mozes heeft de onderdrukking bij zijn broeders en zusters in Egypte gezien,
en ver weg bij zijn schoonvader Jetro blijft het aan hem knagen.
Hij, Mozes probeert dat wel te negeren,
maar hij durft (nog) niet op te kijken naar God,
want wie dat doet laat toe dat er in zijn hart wordt gekeken,
en laat toe dat er een appél, een oproep wordt geformuleerd.
Het is als wanneer je een ander mens in de ogen kijkt.
Het levensverhaal van de ander waait binnen:
pijn en verdriet,
de kleine vreugdes, schuchtere wensen en verlangens,
de hoop op vrede en gemoedsrust,….
Dat en nog veel meer toont zich wanneer je heel moedig,
maar schroomvol een ander in de ogen kijkt.
Je zal langzaam dichter tot elkaar naderen.
De eerste nieuwsgierigheid wordt oprechte interesse.
De vraag om ‘iets’ te doen, wordt verbindende betrokkenheid.
Je liefde voor grechtigheid krijgt een bijna fanatiek kantje.
Je start een weg van onderdompeling
in een bad van mededogen,
genade en goedgunstigheid…
Grote woorden…?
Zeer zeker, maar ook niet zo verwonderlijk
wanneer het erop aan komt wel of niet voor mensen te kiezen,
wel of niet voor God te kiezen.
Wie het aandurft om zich te laten onderdompelen in het leven
en door het water van het leven te wandelen,
zal als andere mens in dat leven komen te staan.
Dat is wat Mozes ook hoort en ervaart
wanneer hij dicht tegen het vuur,
dicht tegen de brandende pijn van een medemens durft te komen.
Zijn visie op wie God is, wijzigt.
God wordt bevrijding!
God wordt ‘God van mensen’: Abraham, Isaak, Jakob…
alle drie stuk voor stuk toonbeelden van gerechtigheid en protest,
weigeraars van een levenswijze
waarbij onschuldigen onrecht wordt aangedaan!
Voorvechters ook van een wereld zonder lijden.!
Het zal, en het moet, vroeg of laat,
elke christen die naam waardig,
overkomen.
Het zal en het moet als uitnodiging voor elke catechumeen,
de mens die er bewust voor kiest om christen te worden,
worden geformuleerd:
dat wij gestalte van God worden,
gestalte van bevriijding, hoop en toekomst,
gestalte van vrede, veiligheid en mededogen,
gestalte van bijna fanatieke liefde.
Zoniet, kunnen we maar beter worden omgehakt,
… maar er wordt ons tijd gegund
groeitijd en verbindingstijd.
Paul Kevers
De roeping van Mozes
(P. KEVERS in Samuel Plus, uitgeverij Averbode, september 2006)
De roeping van Mozes begon toen hij de veilige muren van het paleis van de farao verliet en op weg ging om te zien wat er daarbuiten gebeurde. Wat Mozes zag, raakte hem zo diep dat hij het niet langer kon aanzien. Hij zag hoe de Hebreeuwse slaven onderdrukt en uitgebuit werden. Hij hoorde hun noodkreet. De situatie schreeuwde om verandering. En Mozes kwam tussenbeide, spontaan en impulsief. Hij sloeg een Egyptische slavendrijver neer...
Later in de woestijn, komt Mozes tot bezinning. Het verhaal over de brandende doornstruik is een symbolisch verhaal. Het vertolkt in beelden wat er in het innerlijke van Mozes gebeurt. Mozes hoort een stem in zijn geweten.
Als de situatie van de slaven in Egypte inderdaad moet veranderen, dat moet hij daar iets aan doen! Die stem in zijn binnenste is als een vuur, aanlokkelijk en gevaarlijk tegelijk. Mozes wil in actie komen, maar hij is er ook bang voor...
De stem die Mozes hoort, is zo absoluut, dat hij ze herkent als komend van de Eeuwige, de God van zijn voorouders. De Eeuwige heeft gezien en gehoord, wat Mozes zelf in Egypte gezien en gehoord heeft. De stem roept op: Ga naar Egypte en doe er wat aan! De stem belooft ook: Ik zal u bijstaan! Ik-zal-er-zijn, zo is mijn Naam. En Mozes gaat op weg, in geloof en vertrouwen ...