Deuteronomium 11, 18.26-28: Vergeet niet
De tekst
’Bijbel in gewone taal’
(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 276-277)
Onthoud de woorden van de Heer goed, vergeet ze niet! Schrijf zijn regels op een band die je om je arm doet. En schrijf ze op een band die je om je voorhoofd draagt. (…)
Luister! Vandaag laat ik jullie kiezen tussen beloning en straf.
De Heer, jullie God, zal je belonen als je je houdt aan zijn regels. Dat zijn de regels die ik vandaag aan jullie geef. Maar hij zal je straffen als je je niet aan die regels houdt. Vereer dus geen andere goden, goden die je niet kent.
Dichter bij de tijd
(Bewerking: C. Leterme)
Mozes zei tegen het volk:
‘Bewaar de woorden van God in je hart en ziel.
Bind ze als een teken op je hand
en draag ze als een teken op je voorhoofd. (…)
Ik laat jullie vandaag kiezen tussen zegen en vloek:
Je krijgt zegen
als je gehoorzaamt aan de woorden van God,
die ik je vandaag geef.
Je krijgt vloek
als je niet gehoorzaamt aan die woorden
en een andere weg gaat dan die die ik vandaag wijs,
door achter andere goden aan te lopen, die je niet kent.
Stilstaan bij …
Zegen en vloek
Zegen / leven en vloek / dood worden verbonden met de gehoorzaamheid aan de woorden van God.
Bij de tekst
Historische context
Deze tekst werd geschreven toen de gloriejaren van het koningschap van David en Salomo allang voorbij waren. De macht van Israël stelde niets meer voor zodat de mensen zich in hun bestaan bedreigd wisten door vreemde machten. Daarom pleit het boek Deuteronomium voor een terugkeer naar de fundamenten: het woord van God, zijn wetten en geboden.
Gebedsriemen (tefilien)
De opdracht van Mozes om de woorden van God niet te vergeten door ze te binden als een teken op de hand en om het voorhoofd wordt letterlijk gedaan bij het aanbrengen van de tefilim (gebedsriemen). Een lederen doosje waarin een stukje perkament met een tekst uit de Tora, wordt met behulp van lederen riemen aangebracht op het voorhoofd en op de linkerarm (dicht bij het hart). Vrome mensen liepen er vroeger de hele dag mee rond - de doosjes waren toen minder groot. Nu dragen joodse jongens / mannen en soms ook vrouwen deze tefilien alleen bij het bidden. Ze dragen die voor het eerst bij hun Bar Mitswa.