Loading...
 

9e zondag door het jaar A - tweede lezing

2 Menigte

(Morguefile free stock photo license)


…page…

Romeinen 3, 21-25a.28: Gered door geloof

De tekst

’Bijbel in gewone taal’

(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 1781-1782)

Maar God wil de mensen redden. Dat wordt al verteld in de heilige boeken. En nu mag het aan iedereen bekendgemaakt worden: Mensen worden gered, niet doordat ze zich aan de wet houden, maar doordat ze geloven. Want God redt iedereen die gelooft in Jezus Christus.
God maakt geen verschil tussen Joden en niet-Joden. Want alle mensen doen verkeerde dingen. Daardoor leeft niemand dicht bij God. Maar God wil de mensen redden, zomaar, voor niets. Hij vergeeft de zonden van iedereen die gelooft in Jezus Christus. Zo goed wil God voor ons zijn.
Tegelijk wil God dat de schuld van de mensen weer goedgemaakt wordt. Hij heeft daarom zelf gezorgd voor een geschenk waarmee dat kan gebeuren. Dat geschenk is Jezus Christus. Dankzij zijn dood worden de mensen die in hem geloven, gered.
God heeft altijd veel geduld met de mensen gehad. Hij liet hen in leven, ook al deden ze veel verkeerde dingen. En nu redt God iedereen die gelooft in Jezus Christus. Want iedereen die gelooft, wordt door God als een goed mens gezien. (…)
Want wij weten dat mensen alleen gered kunnen worden door het geloof. En niet doordat ze zich aan de Joodse wet houden.



Dichter bij de tijd

(Bewerking: C. Leterme)

Dat God voor zijn volk opkomt,
stond in en de wet en de profeten,
maar dat is nu ook zichtbaar geworden buiten de wet om.
God redt iedereen die in Jezus Christus gelooft.
Hierbij maakt Hij geen onderscheid
want iedereen doet foute dingen
en is zo verstoken van goddelijke nabijheid.
God redt iedereen in zijn goedheid,
zonder dat het iets kost,
want Hij heeft ons verlost door Christus Jezus.
Hij wees Hem om door zijn dood
het middel tot verzoening te zijn, voor wie gelooft.
Mensen worden gered door te geloven,
niet door de wet na te leven.



Stilstaan bij …

Gerechtigheid van God
De gerechtigheid van God bestaat erin dat Hij trouw is aan het verbond met zijn volk en voor zijn volk opkomt.

Wet
Met de Joodse wet bedoelt Paulus de eerste vijf boeken van de Bijbel (Genesis, Exodus, Leviticus, Numeri en Deuteronomium). De bekendste en belangrijkste regels worden ‘de tien geboden’ of ‘de tien woorden’ genoemd. Maar behalve die tien staan er nog heel wat meer wetten in het Oude Testament.

Wet en profeten
Met deze vaste uitdrukking wordt de Bijbel bedoeld.

Zonder enig onderscheid
Paulus bedoelt hiermee dat er geen onderscheid is tussen joden en niet-joden. De eerste christenen waren joden die geloofden in Jezus als de beloofde Messias en de joodse wetten bleven onderhouden. Stilaan waren er ook christenen die geen joodse wortels hadden: ze geloofden in Jezus, maar hielden zich niet aan de joodse wetten. Tussen beide groepen christenen waren grote spanningen.

Goddelijke heerlijkheid
Hiermee bedoelt Paulus de tegenwoordigheid van God.

Genade / goedheid
Genade is een vorm van goedheid. De goedheid van een sterkere partij voor een zwakkere partij.




Bij de tekst

Hoofdgedachten

Mensen worden niet gered door zich aan de wet te houden, maar door te geloven.

Paulus schrijft dat God mensen door Jezus Christus wil redden.