Loading...
 

Aswoensdag - evangelie

Matteüs 6, 1-6.16-18: Jezus over juist leven

De tekst

’Bijbel in gewone taal’

(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 1528-1529)

Jezus zei: ‘Let op! Je moet doen wat God van je vraagt. Maar je moet dat niet doen om op te vallen bij de mensen. Anders zul je geen beloning krijgen van je Vader in de hemel.
Als je arme mensen geld geeft, laat dat dan niet aan iedereen weten. Schijnheilige mensen doen dat wel. Zij vertellen aan iedereen in de synagoge en op straat hoe goed ze zijn. Want ze willen dat de mensen goede dingen over hen zeggen. Luister goed naar mijn woorden: Zij hebben hun beloning al gekregen.
Houd het geheim als je geld geeft aan arme mensen. Je linkerhand mag zelfs niet merken dat je rechterhand iets geeft. Je Vader ziet wat er in het geheim gebeurt. En hij zal je belonen.
Je moet niet bidden om op te vallen
Als je bidt, laat dat dan niet aan iedereen zien. Schijnheilige mensen doen dat wel. Zij staan graag te bidden in de synagoge en op straat. Want dan kan iedereen hen zien. Luister goed naar mijn woorden: Zij hebben hun beloning al gekregen.
Als je gaat bidden, ga dan je huis in en doe de deur dicht. Dan kun je in het geheim tot je Vader bidden. Je Vader ziet wat er in het geheim gebeurt. En hij zal je belonen. (…)

Als je een dag gaat vasten uit eerbied voor God, laat dat dan niet aan iedereen weten. Schijnheilige mensen doen dat wel. Zij kijken somber en ze gooien zand over hun hoofd. Zo kan iedereen zien dat ze die dag vasten. Luister goed naar mijn woorden: Zij hebben hun beloning al gekregen.
Als je een dag gaat vasten, houd het dan geheim. Was en verzorg je gezicht. Dan merkt niemand het, behalve je Vader. Hij ziet wat er in het geheim gebeurt. En hij zal je belonen.



Dichter bij de tijd

(Bewerking: C. Leterme)

Let ervoor op dat je niet probeert goed te leven
om op te vallen bij de mensen,
want dan zal jullie Vader in de hemel je er niet voor belonen.

Dus wanneer je iets aan anderen geeft,
loop er dan niet mee te koop.
Dat is iets voor schijnheiligen.
Die vertellen over hun goede daden in de synagogen en op straat,
alleen maar omdat andere mensen goed zouden spreken over hen.
Echt waar, die kregen al hun loon.
Maar als je met iemand meeleeft,
zorg er dan voor dat jullie linkerhand niet weet wat je rechter doet.
Je Vader, die in het verborgene ziet, zal je ervoor belonen.

En wanneer je bidt, doe dan niet zoals schijnheiligen.
Die staan graag in de synagogen
en op de hoeken van de straten te bidden,
zodat iedereen ze kan zien.
Echt waar, die hebben hun loon al ontvangen.
Als je bidt, ga dan je kamer in,
doe de deur dicht en bid tot je Vader,
die door niemand gezien wordt.
En je Vader, die ziet wat verborgen is, zal je belonen. (…)

En als je vast, zalf dan je hoofd en was je gezicht,
zodat niemand ziet dat je vast.
Maar je Vader, die ziet wat verborgen is die zal je belonen.



Stilstaan bij ...

Gerechtigheid
Gerechtigheid is: leven volgens de tien geboden, in een juiste (rechte) verhouding met de medemensen en met God. Jezus is hierbij heel radicaal. Zo vindt Hij dat niet alleen iemand doden verkeerd is, maar ook iemand haten. Dat men niet alleen van zijn vrienden moet houden, maar ook van zijn vijanden. Dat aalmoezen geven, bidden en vasten alleen maar goede handelingen zijn als ze gebeuren vanuit de juiste innerlijke ingesteldheid
Merk op dat ’gerechtigheid’ vaak verward wordt met het woord ‘rechtvaardigheid’ (= iemand recht doen, geven wat iemand toekomt)

Synagoge
(= Grieks: bijeenkomst, vergadering)
In een synagoge komen joden bijeen om te bidden (God loven en danken) en de Bijbel (het woord van God) te bestuderen. Synagogen ontstonden tijdens de Babylonische ballingschap, toen de joden niet meer naar de tempel in Jeruzalem konden gaan. Ze zijn niet alleen religieus, maar ook sociaal gezien een belangrijke plaats.

Bidden
Bidden is te vergelijken met spreken. Men zegt tot God wat men hoopt, gelooft, verwacht ... Bidden is ook te vergelijken met luisteren. Men probeert dan stil te worden om God beter te leren kennen. Bidden is dan niet langer de dingen zien vanuit het eigen standpunt, maar zich inleven in het standpunt en de visie van God.

Vasten
Vasten is van alle tijden en van alle culturen. Vasten houdt in dat men gedurende een bepaalde tijd bewust minder eet en drinkt.
Vasten is voor veel gelovigen een manier om dichter bij God te komen, en ook dichter bij zichzelf. Omdat men dan aan den lijve ondervindt wat het is om honger te hebben, leert men zich te verplaatsen in de situatie van mensen die aan voedsel en andere dingen gebrek hebben. Zo nodigt vasten uit tot solidariteit, tot delen met de ander. Bovendien ziet men door te vasten duidelijker wat het belangrijkste is in het leven.





Bij de tekst

Juist leven

‘Iets geven aan anderen’, zegt iets over de relatie met de medemens.
‘Bidden’, zegt iets over de relatie met God.
En ‘vasten’ zegt iets over de relatie met zichzelf.
Drie handelingen die nagestreefd worden door elke echte jood, een jood die probeert juist te leven.



Aswoensdag

Deze Bijbeltekst wordt voorgelezen op: Aswoensdag, de eerste dag van de Veertigdagentijd, de voorbereidingstijd op Pasen.



Ken je taal

Laat je linkerhand niet weten wat je rechterhand doet
Als men voor iemand iets goed heeft gedaan, dan moet je daarover zwijgen.





Suggesties

Grote kinderen

EVEN TESTEN

Waar of niet waar?

(C. LETERME in Samuel 2004, nr 6, p. 11)

Wat zegt Jezus?
Kleur de vakjes met woorden in, in de juiste kolom.
Als je alle antwoorden juist hebt, kun je lezen waar het bij Jezus om gaat.

WAARNIET WAAR
Je moet goede dingen doen om op te vallen bij de mensen.GeldGod
Als je vast, moet je veel naar de kerk gaan.ofen
Als je goed doet, doe dat dan zo onopvallend mogelijk.dehet
Je moet veel bidden om veel te kunnen krijgen.bezitmedemens
Als je vast ... vertel het aan niemand. God zal het wel zien.:?
Als je bidt, moet je op een hoge berg gaan staan.hierdaar
Als de mensen goed zien dat je goede werken doet, kom je in de hemel.looptgaat
Als je bidt, doe dat dan in alle stilte.hetmen
Als je vast, vertel het dan aan iedereen.Inom


Schrijf hieronder de zin die je gevonden hebt:

............................................................................................


Correctiesleutel
Dit is de zin: God en de medemens: daar gaat het om.'





BELEVEN

'De gazet van ...'

Materiaal
Aantal bladen A4 formaat
Twee papieren: A3- formaat


Verloop
Zeg dat het lokaal waar de groep bijeenkomt, het redactielokaal is van de 'GAZET VAN.... (naar eigen goedvinden invullen / eventueel aanpassen)
In die krant kunnen de mensen lezen op welke manier ze in stilte, zonder op te vallen, doen wat Jezus zegt en met God en de medemens rekening houden.
Verdeel de groep in 6 groepjes. Elk groepje zoekt of ze iemand kennen die zonder speciaal op te vallen, zonder in de echte krant te komen, toch op een of andere manier goed bezig is. Over die persoon maken ze een kort artikel voor die krant.
Spreek eventueel voordien af welke persoon elke groep neemt: een man (papa), een vrouw (mama), een jongen, een meisje, een oma, een opa. De bedoeling die hierachter schuilt is: wat Jezus zegt is bedoeld voor alle mensen (oud en jong, rijk en arm, blank of zwart...)
Hierover schrijven de kinderen een korte tekst - anderen tekenen ...
Ga na of de kinderen bij het doel blijven en geef in elke groep enkele bladen waarop hun inbreng komt te staan. Nadien wordt deze inbreng uitgeknipt.
Neem dan twee papieren - A3-formaat - en plooi die in twee. Kleef de verschillende bijdragen van de groepen in de krant.


Bespreek
Jezus zei op zijn manier dat het om God en de medemens gaat, en dat je daar onopvallend moest mee bezig zijn ... Geldt dat voor de personen waarover deze 'krant' schrijft?

Lees om af te sluiten de woorden van Jezus, zoals ze herschreven werden in 'Dichter bij de tijd' (zie hoger).





Jongeren

FILOSOFEREN

Woorden van Jezus

Bespreek:
- Waarom zou Jezus vragen om in alle stilte en onopvallendheid goed te zijn, te bidden, te vasten?
- Is het wel gemakkelijk om dat in alle stilte te doen?

In dit gesprek is er niet echt een juist of een onjuist antwoord voor beide vragen - het is wel boeiend om even dieper in te gaan op de reden(en) die Jezus zou kunnen hebben om zo te spreken.



Dertig dagen?

'Dertig dagen zonder klagen en zagen,
dertig dagen zonder alcohol,
dertig dagen zonder vlees,
dertig dagen zonder dit en zonder dat.

Serieus?
Wij kiezen niet voor ZONDER,
wij kiezen voor MET!

MET veel plezier,
MET volle goesting,
MET gezond verstand,
MET mate.

En niet voor dertig dagen,
maar voor de rest van ons leven.'




Suggestie
Maak een gelijkaardige tekst:
. Som op wat mensen allemaal dertig dagen willen laten.
. Kies niet voor ZONDER, maar voor MET.
. Zeg wat nodig is om een meer menswaardige gelukkige wereld uit te bouwen.





Overwegingen

Paul Kevers

Waaraan herken je een goed mens?

(P. KEVERS in Samuel, uitgeverij Averbode, 2004 nr 6, p. 12)

Soms kun je aan iemand zijn gezicht zien, dat hij of zij een goed mens is. Aan de manier waarop iemand lacht of je aankijkt, of met je praat. Je voelt je bij zo iemand direct op je gemak. Maar soms kun je je daar ook heel erg in vergissen. Bij nader inzien blijkt iemand soms heel anders te zijn dan hij of zij zich voordoet. Niet de buitenkant is belangrijk, maar de binnenkant. 'En mens kijkt naar het uiterlijk, maar God kijkt naar het hart', wist de profeet Samuël al (zie het Bijbelboek 1 Samuël 16, 7)
Jezus heeft dat ook gezegd. In zijn omgeving waren er mensen die aan iedereen wilden laten zien hoe goed ze konden bidden en vasten, en hoe vrijgevig ze wel waren. Ze stonden luidop te bidden op de hoeken van de straten, ze lieten aan iedereen zien hoeveel geld ze aan een arme gaven. Ze liepen met hun 'goedheid' te koop, ze deden het om bij de mensen op te vallen.
Zo moeten jullie niet doen, zei Jezus tegen zijn leerlingen. Als je bidt of vast, of als je een goede daad stelt, doe het dan niet voor het oog van de mensen. Doe het onopvallend. God, je Vader, ziet in het verborgene en zal het je lonen. Je zult uiteindelijk meer vreugde ervaren door onopvallend het goede te doen, zonder er iets voor te willen terugkrijgen.





Agnes Lameire

'Toneelspelers'

De manier van aalmoezen geven, van bidden en vasten zoals in zijn tijd door elitegelovigen wel meer voorkwam, moet Jezus danig op de zenuwen hebben gewerkt. Let wel, nergens heeft Hij het hier over Farizeeën zoals wel eens ijverig wordt uitgelegd. Hij gebruikt het woord ‘huichelaars’, de vertaling voor het Griekse woord ‘toneelspelers’. Wie breeduit en zichtbaar aalmoezen gaf, werd daarvoor door de omstaanders bij het offerblok in de tempel luidruchtig geprezen. Maar naar hen moest God niet meer omkijken, vond Jezus: ze hadden hun beloning al ontvangen. En bidden doe je maar best in je huis, weg van eventueel goedkeurende blikken zei Hij. Huichelaars stonden namelijk vaak op straathoeken te bidden, alsof ze de drang daartoe niet meer konden bedwingen. Dat vervulde de kleine man met groot ontzag voor hen. Zo’n gedrag veegde Jezus echter resoluut van tafel. En vasten met een uitgestreken, meelijwekkend aangezicht kon Hem al evenmin bekoren. Jezus leert ons dat God niet kijkt naar de inhoud van onze helpende hand maar wel naar de gesteldheid van ons hart waarmee we iemand ter hulp schieten. Hij prijst het stille gebed aan, het gebed in de binnenkamer van ons hart. Een gebed dat alleen God zelf kan waarnemen. En vasten, zijn we dat sowieso niet verleerd? Hoogstens doen we het om wat pondjes af te vallen. In de veertigdagentijd is de klemtoon nu op ‘Broederlijk delen’ komen te liggen, op soberder leven, op solidariteit en meer verantwoord omgaan met de gaven van de natuur. Als we ook dat maar niet doen ‘voor de ogen van de mensen’...





Nikolaas Sintobin s.j.

Vasten is niet alleen ‘minder’, het is ook ‘méér’

(N. SINTOBIN in Kerknet, zondag 11 februari 2018)

Wat is vasten niét
Het christelijk vasten is geen doel op zich. Het gaat niet over indruk maken op God of je huisgenoten door fysieke heldendaden. Het is ook geen training om je karakter te vormen, je uithoudingsvermogen op te krikken of af te slanken — ook al kan dit een onrechtstreeks gevolg zijn. Vasten gaat ook niet over ‘zoveel mogelijk dingen laten’. Dan kom je namelijk zelf in het centrum te staan. Dan ga je bewijzen hoe sterk of hoe wilskrachtig je wel bent. Daar word je niet gelukkiger van.

Vasten is een hulpmiddel
Het christelijk vasten is bedoeld als een hulpmiddel om dichter bij God te komen. Door minder te eten of geen alcohol te drinken, moet jouw lichaam minder energie stoppen in verteren. Je lichamelijke en innerlijke zintuigen komen scherper te staan.

Het risico van vasten
Vasten op zich volstaat niet. De frustratie die je door het vasten inbouwt, maakt niet dat je je automatisch meer op God gaat richten. In zekere zin maakt vasten je zelf kwetsbaarder voor allerhande bekoringen: leuke dingen die door de leegte van de onthouding des te aantrekkelijker lijken, maar die je uiteindelijk onbevredigd achterlaten.

Doe méér tijdens de vasten
Vandaar dat christenen in de 40-dagentijd niet alleen uitgenodigd worden om zich van sommige zaken te onthouden. Er is, tegelijk, ook de aansporing om andere dingen net meer te doen: bidden en concrete daden van naastenliefde. Zo worden de vrijgekomen tijd, energie en aandacht daadwerkelijk in richting van God gekanaliseerd.
Het is deze combinatie van minder en meer die van vasten een christelijk vasten kan maken.





Frans Mistiaen sj

‘Woestijn’-tijd: tijd van echter leven

Vastentijd is woestijntijd, en dat wil voor gelovigen zeggen
een tijd van ‘échter’, meer waardevol leven.
Hoe is dat mogelijk in de woestijn?

Het Joodse volk had namelijk
tijdens zijn veertig-jaar-durende trektocht ervaren
dat de woestijn, óndanks al de ontberingen die zij er meemaakten,
juist een plaats werd van grotere solidariteit met elkaar
en van sterke verbondenheid met hun God.
Gedurende die barre tocht moesten zij elkaar de hand reiken
om samen vooruit te komen en iedereen mee te krijgen.
Zij leerden met elkaar het schaarse water delen
om allen te laten overleven.
Kortom zij ontdekten er
dat zij, ondanks de zeer beperkte uiterlijke middelen,
een hechte gemeenschap werden,
maar evenzeer dat hun God dan juist, als zij elkaar hielpen,
heel tastbaar aanwezig was.
Toen vooral hebben zij aan de lijve ervaren
dat hun God geen verre, afstandelijke, hoog heilige,
maar een heel nabije God was, die bevrijding bood,
juist doorheen de zorg van mensen voor elkaar.
Het was door die grote solidariteit
en door die sterke verbondenheid met God daarin,
dat de woestijn-periode voor hen hét voorbeeld werd
van een menselijk leven van hoge kwaliteit.

Volgens de Bijbelse ervaring wordt God dus niet erkend
in het negatieve van de woestijn, in de ontberingen zelf,
maar wordt God ervaren in het positieve dat er gebeurt,
ondanks de ontberingen.
In onze christelijke spiritualiteit wordt God dus niet ontdekt
als men zich alleen maar enkele beperkingen gaat opleggen,
maar wordt God wel tastbaar ervaren
daar waar de mensen het meemaken
dat zij tot grotere menselijkheid worden bevrijd
ondanks en doorheen de uiterlijke beperkingen
die een gemeenschappelijk georganiseerd leven
in barre omstandigheden met zich meebrengt.
Wij zijn dus verkeerd als wij ons de vastentijd voorstellen
als een periode van wilskrachtige, individuele verstervingen.
Als wij zo beginnen dan is het grote gevaar
dat wij in die uiterlijke ascese blijven steken, het belangrijkste missen,
en dus helemaal geen woestijnervaring meemaken
zoals de Bijbel en de Kerk dat bedoelt.
In het christendom begint de vasten niet aan de buitenkant,
niet met uiterlijke beperkingen.
Het eerste is de innerlijke vernieuwing.
Wij mogen de woestijn maar intrekken “geleid door de Geest”
als de eerste bekering reeds gebeurd is,
als wijzelf het verlangen naar een meer waardevol leven aanvoelen,
als de drang naar een nieuw Beloofde Land
ons van binnenuit uitnodigt.
Het heeft dan ook geen enkele zin
dat wij ons verplicht zouden voelen om te vasten.
Als wij een christelijk vasten beginnen,
dan is het omdat wij op één of andere manier
innerlijk zelf reeds weten dat een vernieuwing ons deugd zou doen.
Die vernieuwing begint niet spectaculair, maar bescheiden
en in het verborgene, door een moedig voornemen van ons hart.
En als gevolg daarvan - en niet andersom - gaan wij ons leven
dan ook uiterlijk anders organiseren, met andere prioriteiten.

Het probleem is dat wij de nood om te veranderen
soms wel aanvoelen, maar dat wij aarzelen en schrik hebben
om er effectief aan te beginnen. En dat is heel begrijpelijk.
Want echte, geestelijke vernieuwing is steeds de vrucht
van een pijnlijke, innerlijke tweestrijd: gaan wij verder leven
in de dubbelzinnigheden die wij stilaan hebben opgebouwd
of kiezen wij nu voor grotere echtheid?

Als wij ons echt geestelijk willen vernieuwen,
dan zullen wij ook de echte middelen gebruiken.
En zoveel goede middelen bestaan er nu ook weer niet.
Het evangelie van vandaag stelt er drie voor:
1. méér bidden in stilte en eenzaamheid,
dus meer momenten van intense verbondenheid met God,
2. méér aalmoezen geven aan onze medemensen,
dus meer solidair zijn met elkaar
en broederlijk delen, ook met de zwakkeren,
3. méér vasten,
dus meer dingen rondom ons loslaten en soberder gaan leven.
Door gedurende een tijd uitdrukkelijk
te bidden, te delen en soberder te zijn
kunnen onze meest fundamentele relaties worden hersteld:
onze verhouding met God,
met de anderen en met de dingen rondom ons.

Die periode mag niet te kort zijn.
Echte vernieuwing, die geen strovuur wil zijn,
heeft duurzaamheid nodig. De ervaring leert: veertig dagen.
Veertig is in de Bijbel het symbolisch getal
voor de tijd die nodig is opdat een project
voldragen zou zijn, tot volle wasdom gekomen, levensvatbaar.
Het duurt veertig weken in de moederschoot
eer een mens geboren wordt.
Het duurt veertig jaar in de woestijn
eer een volk het Beloofde Land binnengaat.
Het duurt veertig dagen in de vasten
eer een mens tot een stukje nieuw leven verrijst.

In een volgehouden woestijn-tijd,
kunnen wij door geen enkel gemakkelijk troostmiddel
meer worden bedwelmd: alcohol, pillen of ander wit poeder,
plaatjes uit boekjes of tijd dodende tv-beelden.
Wanneer al de valse afgoden die wij ons hebben gemaakt
worden weggeschuurd als door een zandstorm,
dan blijft over wat echt is.
Dan krijgen de echte verlangens van het hart weer een kans.
Dan ontdekken wij dat er een leven bestaat dat echter is
dan het leven met zijn compromissen, zijn maskers en zijn valsheid,
dat wij voorlopig aan het leiden zijn.
De woestijn is immers de plaats waar de fata morganas ontgoochelen
en waar onze illusies vals blijken.
Het is dus de tijd van de waarheid over onszelf,
nogal pijnlijk misschien, maar in werkelijkheid, zeer heilzaam.

Eigenlijk moeten wij die woestijn niet ver gaan zoeken
of ons uit de wereld terugtrekken.
De woestijn vinden wij als wij, in ons gewone leven,
een tijdlang uitdrukkelijk durven ingaan op ons diepste verlangen
en gaan zoeken naar wat essentieel, waardevol en echt is.
En de middelen daartoe
hebben hun deugdelijkheid sinds lang bewezen:
veertig dagen lang intenser bidden, méér delen en soberder leven.