2 Korintiërs 5, 20 – 6, 2: Verzoen je met God
De tekst
’Bijbel in gewone taal’
(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 1837)
Ik ben de boodschapper van Christus. Via mij spreekt God tegen jullie. En namens Christus vraag ik jullie dringend: Neem de vrede die God ons aanbiedt, dankbaar aan.
Jezus Christus was zonder zonde. Maar God liet hem de straf voor onze zonden dragen. Dat deed God voor ons. En nu ziet hij ons als goede mensen, omdat we bij Christus horen.
Als dienaar van God waarschuw ik jullie. God heeft laten zien hoe goed hij voor jullie is. Zorg ervoor dat dat niet voor niets geweest is!
Want God zegt in de heilige boeken: «Er zal een nieuwe tijd komen. Dan zal ik naar jullie luisteren. Ik zal jullie helpen, ik zal jullie redden.» Luister goed! Die tijd, dat is nu. De tijd van onze redding is gekomen.
Dichter bij de tijd
(Bewerking: C. Leterme)
Ik ben een boodschapper van Christus.
Doorheen mijn woorden spreekt God tot jullie.
In naam van Christus vraag ik jullie: verzoen je met God.
God heeft Jezus, die zonder zonde was,
de straf voor onze zonden laten dragen,
zodat wij door Christus
goede mensen kunnen worden voor Hem.
Als medewerker van God spoor ik jullie dan ook aan:
zorg ervoor dat de goedheid die Hij jullie bewijst
niet voor niets is geweest.
God zegt: ‘‘Wanneer de tijd daarvoor gekomen is,
zal Ik naar jullie luisteren,
op de dag van de redding zal Ik jullie helpen.’
Nu is die tijd gekomen,
nu is de dag van de redding.
Stilstaan bij ...
Tijd
Dit woord vertaalt het Griekse woord 'kairos', dat niet zozeer de tijd aangeeft die meetbaar is, maar de tijd die een bepaald doel heeft. Bijvoorbeeld: 'een tijd om te vergeven!'
Bij de tekst
Wortel in het Oude Testament
Jesaja 49, 8
‘Op de gunstige tijd heb Ik jullie verhoord,
op de dag van het heil ben Ik jullie te hulp gekomen’.
Betekenis
Jezus ging zijn levensweg tot het einde.
Paulus werd daarbij getroffen door het feit dat Jezus zich niet verzette tegen het lijden en de dood die zondige mensen Hem aandeden.
Op die manier bevrijdde Hij hen uit de kringloop van het kwaad en wees Hij de weg die naar God leidt.
Suggestie
Jongeren
VERTELLEN
Redding
(C. LETERME, Een parel voor elke dag, Averbode 2007, p. 164)
Op een dag regende het zo lang en zo hard,
dat de hele streek overstroomde.
Een heel gelovig man klom op zijn dak.
Er kwam een reddingsboot langs
die hem wilde meenemen.
Maar de man zei: ‘God zal wel voor mij zorgen’
en hij stuurde de boot weg.
Het bleef stormen en regenen,
en het water bleef stijgen.
Nu stond het water tot aan zijn kin.
Er kwam een roeiboot langs
die hem wilde redden,
en weer weigerde de man.
‘Ik vertrouw op God’, zei hij,
‘Hij komt me wel helpen.’
Het water steeg nog hoger.
De man kon nauwelijks ademhalen.
Toen kwam er een helikopter.
De bemanning liet een ladder zakken
om hem te redden.
Maar de man zei: ‘Ga maar weg.
God zal me redden.’
Maar het bleef regenen
en het water bleef stijgen.
Tenslotte verdronk de man.
Hij ging naar de hemel.
Toen hij God zag, riep hij:
‘God, ik had zoveel vertrouwen in U.
Ik geloofde heel sterk in U.
Waarom heeft U mij niet gered?’
Toen krabde God zich op het hoofd en zei:
‘Ik begrijp er niets van!
Ik heb je nog wel twee boten
en een helikopter gestuurd!’