Exodus 11, 10-12, 14

Exodus 11, 10-12, 14: Laatste maaltijd in Egypte

De tekst

’Bijbel in gewone taal’

(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 99-100)

Terwijl de Israëlieten nog in Egypte waren, zei de Heer tegen Mozes en Aäron: ‘Zeg tegen de Israëlieten: ‘Deze maand moet voortaan voor jullie de eerste maand zijn, de maand waarin het nieuwe jaar begint. Op de tiende dag van deze eerste maand moet elk gezin een schaap of een geit uit de kudde halen. Het mag een groot of een klein dier zijn. Dat hangt ervan af met hoeveel personen een gezin is en hoeveel iedereen eet. Misschien is een gezin te klein om een heel dier op te eten. Dan moeten ze samen doen met de buren.
Het dier mag een schaap of een geit zijn. Maar het moet een mannelijk dier zijn van één jaar oud. Het dier moet gezond zijn en mag geen gebreken hebben. Het moet vier dagen apart gehouden worden. En dan, op de veertiende dag van de maand, moeten jullie het dier slachten. Dat moet gebeuren als het donker begint te worden.

Als het dier geslacht is, moeten jullie wat bloed op de deurposten doen en op de balk boven de deur. Dat moet gebeuren bij elk huis. Het vlees van het dier moeten jullie dezelfde nacht nog roosteren en opeten. Bij het vlees moeten jullie brood zonder gist eten en bittere kruiden. Je mag het vlees niet rauw eten of gekookt, maar alleen geroosterd. Het dier moet in zijn geheel geroosterd worden: met de kop, de poten en de ingewanden. De volgende dag mag er niets meer over zijn van het vlees. Als er toch vlees over is, moet dat verbrand worden.
Dat eten is de paasmaaltijd ter ere van de Heer. Jullie moeten snel eten. Je moet al helemaal klaar zijn om op reis te gaan: met je reiskleren aan, je riem om, je schoenen aan en een stok in je hand.’’

De Heer zei verder: ‘In deze nacht zal ik door Egypte gaan. Ik zal de oudste zoon in elk gezin doden. Ik zal ook het oudste jong van elk dier doden.
Ik ben de Heer. Ik zal laten zien dat de goden van Egypte geen macht hebben. Ik straf de Egyptenaren met de dood. Maar jullie zal ik niet straffen. Het bloed aan jullie huizen is het teken dat jullie daar wonen. Als ik bloed aan een huis zie, dan ga ik dat huis voorbij.

Voortaan moet deze dag voor jullie altijd een feestdag zijn. Dan moeten jullie denken aan wat ik in Egypte gedaan heb, en feestvieren ter ere van mij. Ook jullie nakomelingen moeten dit feest altijd vieren.



Dichter bij de tijd

(Bewerking: C. Leterme)

Mozes en Aäron verrichten al deze wonderen voor Farao,
maar Jahwe maakte de farao halsstarrig.
Hij liet de Israëlieten niet weggaan uit zijn land.

Toen Mozes en Aäron in Egypte waren, zei God tegen hen:
‘Vanaf nu moeten jullie deze maand zien
als de eerste maand van het jaar.
Zeg aan alle Israëlieten het volgende:
op de tiende van deze maand moet elke familie een lam uitkiezen.
Als een gezin te klein is voor een lam,
dan moeten ze, rekening houdend met het aantal personen,
samen doen met hun buurman.
Bij het verdelen van het lam
moeten ze rekening houden met ieders eetlust.

Dat lam mag geen gebreken hebben.
Het moet mannelijk zijn en één jaar oud.
Op de veertiende van de maand moet u die lammeren slachten.
Je kunt er een schaap of een geit voor nemen.
Je moet de dieren vasthouden tot aan de veertiende van de maand.
Dan moet heel de groep Israëlieten ze ’s avonds slachten.
Dan moet u het bloed ervan strijken op de deurposten
en de bovenbalk van de deur van de huizen waar men het lam eet.
Nog dezelfde nacht moeten jullie het vlees roosteren
en opeten samen met ongedesemd brood en bittere kruiden.
Je mag het niet rauw eten of gekookt in water,
maar alleen gebraden op het vuur, met kop, poten en ingewanden.
Zorg dat er niets van over is, als de zon opgaat.
Wat bij zonsopgang nog over zou zijn moet je verbranden.
Zo moeten jullie het lam eten: met je gordel om,
met sandalen aan jullie voeten, en uw staf in de hand.
Jullie moeten het snel eten.
Die nacht zal Ik in Egypte gaan en alle eerstgeborenen doden.
Het bloed op jullie huizen zal een teken zijn dat jullie daar wonen.
Aan die huizen zal Ik voorbijgaan.
Geen vernietigende plaag zal u treffen als Ik Egypte sla.
Deze dag moeten jullie later gedenken
en vieren als een feest ter ere van Mij.'
Elke generatie moet hem vieren als een eeuwige instelling.



Stilstaan bij...

Mozes
Klik hier voor meer info over Mozes.

Aäron
Het Oude Testament spreekt over hem als de broer van Mozes, die hem bijstond tijdens de Uittocht uit Egypte. Omdat hij niet stotterde zoals Mozes, nam hij meestal het woord.

Egypte
Land dat gelegen is rond de benedenloop van de Nijl. De koningen van Egypte werden in de oudheid 'Farao' genoemd. Toen Mozes leefde zagen de farao's de Hebreeën als gevaar voor hun land.

Lam
Geen afgeleefd dier, maar een dier dat de toekomst van de kudde kan verzekeren.

Eerstgeborene
De eerstgeborene behoorde toe aan de godheid en werd dan ook vaak geofferd.
De dood van de eerstgeborenen in Egypte betekent dan ook dat de toekomst van Egypte wordt afgesneden, want de goden kregen de offers van de eerstgeborenen niet meer.

voorbijgaan
= Pesach





Bij de tekst

Ontstaan van de tekst

Deze tekst is sterk gekleurd door de jaarlijkse paasvieringen in Palestina.

Het paasfeest van de herdersHet joodse paasfeest was oorspronkelijk een typisch lentefeest van herders / kleinveenomaden. In de lente, toen ze klaar stonden voor de grote trek (de jaarlijkse uittocht naar nieuwe weideplaatsen), offerden ze een jong dier om de vruchtbaarheid en het welzijn van de kudde te bekomen. Het bloed van het dier, dat ze langs de palen van de tenten streken, moest de boze machten verdrijven. - Later werd verbonden de joden dit feest met de herinnering aan de uittocht uit Egypte.
Het paasfeest van de landbouwersHet feest van de ongedesemde broden is een typisch landbouwersfeest, dat men vierde het bij het begin van de eerste oogst van het jaar (de gerstoogst). Bij het begin van die oogst at men zeven dagen lang brood, dat gemaakt werd van het nieuwe graan, zonder gist of zuurdeeg, dus zonder iets te gebruiken van de oude oogst. - Dit feest werd in verband gebracht met de Uittocht uit Egypte, want het werd gevierd in de maand waarop de Israëlieten uit Egypte wegtrokken. Het verhaal zelf geeft een andere verklaring voor het eten van ongedesemd brood: men had niet de tijd om het brood te laten rijzen, want men moest hals over kop het land verlaten.




Wat aan dit gebeuren voorafgaat

De Israëlieten / Hebreeën kwamen in Egypte terecht omdat er een grote hongersnood was in hun land. Ze werkten daar volgens de Bijbel gedurende 430 jaar voor verschillende farao’s. Stilaan begonnen die schrik te krijgen van hen. Om hun aantal te kunnen controleren, besloten ze om de Hebreeërs als slaven te laten werken en al hun pasgeboren zoontjes te doden. Die Hebreeën zagen in Mozes iemand die hen uit hun ellende kon halen.





Bijbel en kunst

MINIATUUR

Gouden Haggada (1320)


Gouden Haggada 1320

(British Library, MS 27210, fol. 15 recto)


Deze illustratie uit een boek dat gemaakt werd in het noorden van Spanje, stelt het joodse paasfeest voor in de Bijbel (bovenste illustraties) en in het leven van de joden (onderste illustraties):

linksboven
De matses (ongezuurde broden), worden verdeeld.

rechtsboven
Miriam (de zus van Mozes), wordt vergezeld door jonge vrouwen die dansen en muziekinstrumenten bespelen.

rechtsonder
Het huis wordt voorbereid op het Pesachfeest: de man zoekt met een kaars naar het laatste restje gezuurd brood. De vrouw en het meisje reinigen het huis.

linksonder
schapen worden geslacht en klaargemaakt voor Pesach. Een man zuivert werktuigen in een ketel boven een vuur.





Suggesties

Grote kinderen

OPZOEKEN

Een bijzondere maaltijd

Hieronder staan een aantal bijzondere maaltijden.
Bij welke maaltijden herdenkt men een bepaalde gebeurtenis?

De kerstmaaltijd
De spaghettidag op school
Het verjaardagsfeestje
Pannenkoekennamiddag
Een feestje van de gepensioneerden
Een etentje op een restaurant
De begrafenismaaltijd

Welke gebeurtenis wordt op die maaltijden in herinnering gebracht?



Een vreemde naam voor een boek

Het boek uit de Bijbel waarin dit verhaal opgeschreven staat, heet ………………..
Weet je wat dit woord betekent?
Zoek de betekenis ervan in een woordenboek :
Exodus = …………………………………………………………


Correctiesleutel
'Exodus' betekent 'Uittocht', een woord dat verwijst naar de belangrijkste gebeurtenis die in dat boek beschreven wordt: de Uittocht uit Egypte.





KENNISMAKEN MET DE BIJBELTEKST

De laatste nacht

(naar: K. EYKMAN, Woord voor woord, kinderbijbel, het oude testament, p. 97-99)

Het ging steeds slechter in Egypte.
De Hebreeën wilden weg, maar de farao liet ze niet gaan.
Toen zei Mozes: ‘Nu is het genoeg, ga allemaal naar huis.
Bereid je goed voor. Het wordt een moeilijke tocht.
Neem alleen eten mee, dat niet snel bederft.
Eet nog één keer thuis.
Morgen vertrekken we naar het land dat God ons beloofd heeft.’

Toen zei Mozes tegen zijn zoon:
‘Gerson, luister goed.
We willen niets meer met Egypte te maken hebben.
We willen iets nieuws beginnen.
Daarom moet je vannacht wakker blijven en goed opletten.
Dan kun je dat later aan je kinderen vertellen. Begrijp je dat?’
‘Ja, maar wat is er dan?’ vroeg Gerson,
‘Waarom is deze nacht anders dan andere nachten?’
‘Je zult het zien,’ zei Mozes,
‘Kom, we gaan inpakken voor de grote reis.
De moeders moeten plat geroosterd brood bakken zonder gist.
Dat kunnen we gemakkelijk meenemen zonder dat het bederft.’

Zo aten ze voor de laatste keer thuis.
Voor het eten werd er een lam geslacht.
En met het bloed ervan schilderden ze een teken
op de voorpost van de deur.
Dat betekende: hier wonen mensen,
die liever met de God van Abraham, Isaak en Jacob meegaan,
dan hier in Egypte te blijven.
Overal waar hun volksgenoten woonden
kon je dat soort tekens zien rond de deur.

Toen werd er op de deur gebonsd.
Ze durfden eerst niet open te doen.
Gelukkig was het goed volk,
met het bericht dat de farao besloten had ze toch maar te laten gaan.
Nu kon de grote tocht beginnen naar het beloofde Land.





EVEN TESTEN

Een maaltijd die naar vrijheid proeft

Materiaal
Maak woordkaarten waarop de naam staat van gerechten:
Matse (ongedesemd brood), vis, tomaten, geroosterd lam, broodjes, frieten, peterselie, bloemkool.


Verloop
Vertel over het eerste paasfeest (maak hiervoor gebruik van de tekst 'Dichter bij de tijd' - zie hoger)
Vertel dat de joden tot op vandaag dit feest vieren. Alles wat ze op die dag eten, herinnert aan Egypte én aan de uittocht uit dit land.

Toon de verschillende woordkaarten. Wat mag er gegeten worden op het joodse paasfeest?
(Matse (ongedesemd brood), geroosterd lam, peterselie)



Wie is wie?

MozesOOHij stond aan het hoofd van het Hebreeuwse volk toen zijn broer afwezig was. Hij steunt zijn broer, en hij is er bij wanneer zijn broer onderhandelt met de farao.
FaraoOOToen zijn moeder hem achterliet op de Nijl, uit schrik voor de Egyptenaren, werd hij gevonden door de dochter van de farao. Zij voedde hem op als prins. Maar op een dag kiest hij voor de Hebreeërs, en gaat hij aan de farao vragen om hun vrijlating.
AäronOOHij laat zijn mensen niet in de steek: Hij bevrijdt ze uit hun slavenleven in Egypte en zorgt ervoor dat ze op weg kunnen naar het Beloofde Land.
GodOOHij is de almachtige ... tenminste: dat denken hij en zijn landgenoten. De dood van zijn oudste zoon heeft hem wel doen nadenken. Hij laat toe dat de Hebreeërs het land verlaten ... maar beklaagt zich dat daarna heel snel.





Correctiesleutel
AARON stond aan het hoofd van het Hebreeuwse volk toen zijn broer afwezig was. Hij steunt zijn broer, en hij is er bij wanneer zijn broer onderhandelt met de farao.

Toen zijn moeder hem achterliet op de Nijl, uit schrik voor de Egyptenaren, werd MOZES gevonden door de dochter van de farao. Zij voedde hem op als prins. Maar op een dag kiest hij voor de Hebreeërs, en gaat hij aan de farao vragen om hun vrijlating.

GOD laat zijn mensen niet in de steek: Hij bevrijdt ze uit hun slavenleven in Egypte en zorgt ervoor dat ze op weg kunnen naar het Beloofde Land.

Hij is de almachtige FARAO tenminste: dat denken hij en zijn landgenoten. De dood van zijn oudste zoon heeft hem wel doen nadenken. Hij laat toe dat de Hebreeërs het land verlaten ... maar beklaagt zich dat daarna heel snel.



Twee paasfeesten

Het joodse paasfeest, dat de uittocht uit Egypte viert en het christelijk paasfeest dat Jezus instelt op het laatste avondmaal, lijken veel op elkaar. Vul de rechter kant van deze tabel verder aan.

De maaltijd van de Hebreeërs Het laatste avondmaal van Jezus
De Hebreeërs eten brood zonder gist.Jezus neemt …………………. en zegt: 'Dit is mijn lichaam, neem en eet ervan, gij allen.'
God vraagt aan de Israëlieten om elk jaar een paasmaaltijd te houden die hun uittocht uit Egypte herinnert.Jezus zegt aan zijn apostelen: 'Doe dit ……………………………………….
Met elk joods paasfeest wordt de uittocht uit Egypte in herinnering gebracht. Christenen doen de handelingen van Jezus opnieuw in de ………………………………





Correctiesleutel

De Hebreeërs eten brood zonder gist.Jezus neemt brood en zegt: 'Dit is mijn lichaam, neem en eet ervan, gij allen.'
God vraagt aan de kinderen van Israël om elk jaar een paasmaaltijd te houden in herinnering aan hun uittocht uit Egypte.Jezus zegt aan zijn apostelen: 'Doe dit om Mij te gedenken.'
Met elk joods paasfeest wordt de uittocht uit Egypte in herinnering gebracht.Christenen doen de handelingen van Jezus opnieuw elk eucharistieviering.






Overweging

Agnes Lameire

Vrome Joden vieren elk jaar Pesach, het feest van het voorbijgaan van de Heer. Het verhaal verwijst naar een heel oude herdersrite. In het voorjaar, tijdens de helderste nacht van het jaar, keerden de herders naar de schaapskooien terug. Het was de tijd waarin de lammeren geboren werden waarna de reis werd aangevat op zoek naar nieuwe weidegronden. Opdat dit voorspoedig zou verlopen, werd bloed aan de tentpalen gesmeerd om het kwaad op afstand te houden.
In de nacht van de bevrijding uit Egypte stonden de Hebreeën eveneens voor een lange, gevaarlijke tocht. Het zou de reis worden naar blijvende grond, naar nieuwe toekomst, naar het land dat aan Abraham was beloofd.
Als Joden nu de paasmaaltijd houden, gedenken en herdenken zij de bevrijding van het juk van de farao. Voor die bevrijding danken zij God. De tocht door de woestijn werd de tocht van hun leven. Als volk zullen zij herboren worden.