Ezechiël 18, 1-10.13b.30-32: Ieder is verantwoordelijk voor zijn eigen daden
De tekst
’Bijbel in gewone taal’
(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 1353-1354)
De Heer sprak opnieuw tegen mij. Hij zei: ‘Jullie zeggen in Israël: ‘Kinderen worden gestraft voor de fouten van hun ouders.’ Waarom zeggen jullie dat toch? Jullie moeten daarmee ophouden. Want ik beslis over het leven van alle mensen: over het leven van de ouders, en ook over het leven van de kinderen. En alleen de mensen die zondigen, zullen sterven.
Stel dat iemand een goed mens is. Hij leeft op een goede en eerlijke manier. Hij vereert geen afgoden, en doet niet mee aan feesten ter ere van die afgoden. Hij slaapt niet met de vrouw van een ander, of met een vrouw die ongesteld is.
Arme mensen onderdrukt hij niet, en hij steelt nooit. Hij vraagt geen rente als hij geld uitleent. En als anderen hem iets geven als bewijs dat ze het geleende geld zullen terugbetalen, dan geeft hij dat altijd terug.
Hij geeft eten aan mensen die honger hebben, en kleren aan mensen die naakt zijn. Hij doet geen onrecht. En als er ruzie is tussen twee personen, geeft hij altijd een eerlijk oordeel. Hij houdt zich aan mijn wetten, en leeft volgens mijn regels.
Zo iemand is goed en eerlijk. Zo iemand zal zeker in leven blijven.
Maar stel dat die man een slechte zoon krijgt. Die zoon doet allerlei dingen die zijn vader nooit gedaan heeft. Hij pleegt geweld en vermoordt mensen.
Zal zo iemand in leven blijven? Nee, zeker niet! Iemand die zulke vreselijke dingen doet, zal zeker sterven. Hij zal gestraft worden voor zijn eigen misdaden.
Luister, Israëlieten. Ik zal ieder van jullie beoordelen op zijn eigen gedrag. Maak daarom een einde aan het kwaad dat jullie doen! Zorg ervoor dat jullie niet voor je fouten gestraft worden. Houd op met jullie misdaden. En begin een nieuw leven, zodat jullie niet hoeven te sterven. Want de dood van een mens maakt mij niet blij. Ga dus op een goede manier leven, zodat jullie in leven blijven!’
Dichter bij de tijd
(Bewerking: C. Leterme)
God zei tegen me:
Waarom passen jullie het volgende spreekwoord toe
op de situatie van Israël:
‘Als de vaders onrijpe druiven eten
krijgen de kinderen stroeve tanden?’
Zo waar Ik leef, zegt God,
mag niemand in Israël dit spreekwoord nog gebruiken.
Alle mensen zijn gelijk voor Me.
In mijn ogen heeft de vader niets voor op de zoon.
Alleen wie zondigt, zal sterven.
Als iemand rechtvaardig is en handelt naar wet en recht,
geen offermaal houdt op de bergen
en de afgoden van het volk van Israël niet vereert,
andermans vrouw niet onteert
en geen gemeenschap heeft met een vrouw die ongesteld is,
niemand uitbuit, het onderpand teruggeeft aan wie schulden heeft
en andermans goed niet steelt,
zijn voedsel deelt met wie honger heeft
en kleding verschaft aan wie er geen heeft, niet uitleent tegen rente,
geen woekerwinst neemt, geen onrecht pleegt
en een eerlijk vonnis velt tussen twee partijen,
naar mijn voorschriften leeft en nauwgezet mijn geboden onderhoudt:
dan blijft deze rechtvaardige in leven, zegt God.
Krijgt hij nu een onverlaat van een zoon, die bloed vergiet (…)
dan zal die zoon vanwege al die gruweldaden zeker sterven
en zal zijn bloed op hem neerkomen.
Daarom zal Ik ieder van jullie
naar zijn daden oordelen, volk van Israël, zegt God.
Kom tot inkeer, keer je af van al je wandaden,
anders worden ze je noodlottig.
Breek met al de wandaden die je bedreef,
vernieuw je hart en je geest,
want waarom zou je sterven, volk van Israël?
Ik ben niet blij als iemand sterft, zegt God.
Kom dus tot inkeer en blijf in leven!
Stilstaan bij …
‘Als de vaders onrijpe druiven eten krijgen de kinderen stroeve tanden’
Spreekwoord dat wil zeggen: als de ouders iets fout doen, dan worden hun kinderen gestraft.
Bij de tekst
Betekenis
God laat de ene generatie niet boeten voor de andere: iedereen is verantwoordelijk voor zijn eigen daden.