Ezra 1, 1-6: Een nieuwe tempel
De tekst
’Bijbel in gewone taal’
(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 701)
Toen Cyrus koning van Perzië geworden was, gebeurde er wat Jeremia al gezegd had: de Heer zorgde ervoor dat Cyrus een belangrijk besluit nam. Cyrus schreef het besluit op, en liet de tekst in het hele land voorlezen. De tekst was:
‘Dit is een boodschap van Cyrus, de koning van Perzië. De Heer, de God van de hemel, heeft alle koninkrijken op aarde aan mij gegeven. En hij heeft tegen mij gezegd dat ik voor hem een tempel moet laten bouwen in Jeruzalem, in Juda. Daarom moeten alle mensen die bij de God van Israël horen, naar Jeruzalem teruggaan. Hun God zal hen daarbij helpen. Zij moeten de tempel van de Heer, de God van Israël, die in Jeruzalem woont, weer opbouwen.
Alle inwoners van mijn rijk moeten de mensen die naar Jeruzalem gaan, helpen. Ze moeten zilver, goud en vee meegeven, en alles wat er verder nodig is. Ze mogen ook geschenken meegeven voor de tempel van de God die in Jeruzalem woont.’
Toen zorgde de Heer ervoor dat de stammen Juda en Benjamin met hun leiders teruggingen naar Jeruzalem. Ook de Levieten en de priesters gingen mee. Ze wilden de tempel van de Heer weer gaan opbouwen. Ze kregen veel kostbare geschenken mee: voorwerpen van zilver en goud, vee, en alles wat er verder nodig was. Ze kregen ook allerlei extra geschenken mee voor de tempel.
Dichter bij de tijd
(Bewerking: C. Leterme)
In het eerste jaar dat Cyrus, de koning van Perzië, regeerde,
liet God de voorspelling van Jeremia uitkomen.
Hij zorgde ervoor dat Cyrus, de koning van Perzië,
in heel zijn rijk de volgende boodschap liet verkondigen:
'Zo spreekt Cyrus, de koning van Perzië:
De God van de hemel gaf me alle koninkrijken van de aarde.
Hij vroeg me om een tempel te bouwen voor Hem in Jeruzalem.
Daarom moeten alle mensen die tot zijn volk behoren,
met zijn hulp terugkeren naar Jeruzalem om die tempel te bouwen
tot eer van de God van Israël, de God die in Jeruzalem woont.
Overal waar er nog Israëlieten zijn, zullen medeburgers
hen zilver en goud, goederen en vee geven,
en ook nog wijgeschenken voor de tempel van God in Jeruzalem.'
Zo kwam het dat de familiehoofden van de stammen Juda en Benjamin,
de priesters en de levieten, zich klaar maakten
om naar Jeruzalem terug te keren
en er de tempel van God weer op te bouwen.
Hun buren ondersteunden hen met zilveren en gouden voorwerpen,
met goederen, vee en allerlei kostbare voorwerpen
en nog andere geschenken die ze spontaan gaven.
Stilstaan bij …
Cyrus
(ook Kores of Cores genoemd)
Cyrus II de Grote was de stichter van het Perzisch Rijk. Volgens Herodotos van Halicarnassos, een Grieks schrijver in de Oudheid, volgde hij in 559 voor Christus zijn grootvader op. Na een reeks veroveringen groeide zijn rijk uit tot het grootste in die tijd. Na de overwinning op Babylonië stuurde Cyrus godenbeelden en andere religieuze voorwerpen terug, die eerder bij overwonnen volkeren waren geroofd. Zo kregen de Judeeërs de voorwerpen terug uit de tempel van Jeruzalem.
Cyrus was een bekwaam legeraanvoerder en was wijs en tolerant. Zo mochten overwonnen volken hun eigen manier van leven en hun godsdienst behouden. Daarom wordt hij de meest liberale vorst uit de oudheid genoemd. Volgens Herodotos werd hij gedood tijdens een campagne om de noordoostelijke grens van zijn rijk te beveiligen.
Boodschap
Met deze ‘boodschap’ wordt het decreet bedoeld dat Cyrus uitvaardigde in 538 voor Christus. Daarmee kregen de Joden de toestemming om naar Juda terug te keren en de tempel in Jeruzalem te herbouwen.
Dat Cyrus de Joden liet terugkeren naar Juda was volgens de Bijbel ingegeven door God.
Bij de tekst
Historische context
Toen de Babyloniërs in 587 voor Christus Juda veroverden, verwoestten ze de tempel en deporteerden een deel van de bevolking naar Babylonië.
Ongeveer vijftig jaar later, in 539, werd Babylonië verslagen door Perzië. De Perzische koning Cyrus liet de Judese bannelingen terug naar hun eigen land gaan om er de tempel terug te bouwen. Van de koning mochten ze alle voorwerpen meenemen die de Babyloniërs vroeger uit de tempel hadden weggehaald. Toch hebben niet veel joden hiervan gebruik gemaakt.
Overeenkomsten met de uittocht uit Egypte
Uittocht uit Egypte (Exodus) | Terugkeer uit Babylonië |
Het krijgen van zilver en goud, goederen en vee. (Exodus 3, 21 . 12, 35-36) | Het krijgen van zilver en goud, goederen en vee (Ezra 1, 4). |
Bijdrage voor de bouw van een heiligdom (Exodus 25, 1-9) | geschenken voor de tempel van God in Jeruzalem (Ezra 1, 4) |
De boeken Ezra en Nehemia
Die twee boeken waren oorspronkelijk één boek. Maar vanaf de derde eeuw voor Christus, begon men ze als twee boeken te lezen, waarvan de twee delen vernoemd werden naar de hoofdpersonen: de priester Ezra en de leider Nehemia.
De boeken gaan over de tijd dat Jeruzalem en de tempel heropgebouwd werden. De tempel die koning Salomo liet bouwen werd in 586 voor Christus verwoest door de Babyloniërs. De inwoners werden toen gedeporteerd naar Babylonië. Toen de Babyloniërs door de Perzen verslagen werden, mochten de bannelingen na zeventig jaar terug naar Jezuzalem keren om er de tempel herop te bouwen.
Cyruscilinder / Cyrusrol
Op deze kleicilinder uit de zesde eeuw voor Christus, staat een tekst in Akkadisch spijkerschrift die de Perzische koning Cyrus / Kores II de Grote prijst. De tekst zegt dat hij door de Babylonische god Marduk werd aangeduid om de orde en de vrede in Babylonië te herstellen. In de tekst staat ook: ‘Mogen alle goden die ik opnieuw in hun heilige steden heb geplaatst, dagelijks tot Bel en Nebo bidden om een lang leven voor mij.’
Joden en christenen lezen in deze zin als het bewijs van de historische correctheid van het boek Ezra, waarin het einde van de Babylonische ballingschap en de terugkeer naar Jeruzalem vermeld staan.
Maar strikt genomen vermeldt de tekst op de rol alleen Mesopotamische heiligdommen en zegt die niets over de joden.