Inhoudstabel
Hosea 8, 4-7 . 11-13: Wie wind zaait zal storm oogsten
De tekst
Dichter bij de tijd
(Bewerking: C. Leterme)
Zo zegt God:
Ze hebben koningen aangesteld,
maar buiten Mij om.
Ze hebben leiders gekozen,
maar zonder Mij erin te kennen.
Ze maakten afgodsbeelden van hun zilver en goud,
goed om stukgeslagen te worden.
Verwijder toch dat stierenbeeld, Samaria!
Ik begin woedend te worden.
Hoelang zal het nog duren?
Zijn ze dan niet tot zuiverheid in staat?
Ja, die afgod komt uit Israël.
Een kunstenaar heeft het daar gemaakt.
Maar het is geen god!
Ja, dat stierenbeeld van Samaria zal versplinterd worden!
Ja, ze zaaien wind, maar zullen storm oogsten:
halmen die niet groeien geven geen meel,
en al zouden ze meel geven,
vreemdelingen zouden het opeten.
Ja, Efraim heeft veel altaren gebouwd,
maar die dienden om te zondigen.
Altaren om te zondigen!
Al schrijf Ik mijn wetten nog zo vaak aan hem voor,
Ze zijn voor hem als wetten van een vreemde.
Zij brengen offers naar hun eigen welbehagen
en eten van het offervlees,
maar God aanvaardt die niet.
Nu herinnert Hij zich hun schuld
en straft Hij hun zonden:
ze gaan terug naar Egypte!
Stilstaan bij ...
Stierenbeeld
Jerobeam, de eerste koning van het tienstammenrijk (= Noordrijk), liet twee gouden kalveren / stierenbeelden maken om te aanbidden. Het ene beeld plaatste hij in Betel, het andere in Dan. Zo wilde hij voorkomen dat zijn onderdanen naar Jeruzalem op pelgrimstocht zouden gaan.
Efraïm
Efraïm was een stam uit het Noordrijk, die terugging op een zoon van Jozef en zijn Egyptische vrouw, een kleinzoon van Jacob en Rachel.
Bij de tekst
Inhoud
Hosea, een van de twaalf klein profeten, spreekt in de tijd die aan de ballingschap voorafgaat. Hij wil dat de mensen en hun leiders zich bekeren. Maar die ervaren de wetten van God als vreemde wetten.