Inhoudstabel
…page…
Jeremia 13, 1-11: De linnen lendendoek
De tekst
Dichter bij de tijd
(Bewerking: C. Leterme)
Dit zei God tegen me:
`Ga een linnen lendendoek kopen, sla die om je middel
en zorg dat die niet nat wordt.'
Ik kocht dus een lendendoek, zoals God vroeg
en sloeg die om mijn middel.
Weer zei God tegen me: 'Ga naar de Eufraat
met de lendendoek die je gekocht hebt om je middel,
en verberg hem daar in een rotsspleet.'
Ik ging naar de Eufraat en verborg hem daar,
zoals God mij gevraagd had.
Geruime tijd nadien zei God tegen me:
`Ga naar de Eufraat en haal de lendendoek op
die je daar op mijn vraag hebt verborgen.'
Ik ging naar de Eufraat,
zocht de plek op waar ik de lendendoek had verborgen
en haalde hem weer te voorschijn.
Maar de lendendoek was vergaan en kon nergens meer voor dienen.
Daarna zei God tegen me: `Op dezelfde manier
zal Ik de trots van Juda en van Jeruzalem laten vergaan.
Dit verdorven volk dat niet naar mijn woorden wil luisteren,
en hardnekkig zijn eigen weg gaat,
dat achter vreemde goden aanloopt, hen dient en vereert,
zal worden als deze lendendoek die nergens meer voor dient.
Want zo vast als een lendendoek zit om het middel van een man,
zo vast had Ik heel Israël en heel Juda aan Mij gebonden
– zo spreekt God.
Ze zouden mijn volk zijn, mijn eer, mijn roem en mijn glorie.
Maar ze hebben niet geluisterd.'
Stilstaan bij
Eufraat
De Eufraat is een van de meest bekende rivieren van Azië. Het was de grote rivier van het Oude Assyrië.
In sommige vertalingen wordt het woord ‘Perat’, gebruikt, de Hebreeuwse benaming voor de Eufraat, die op 1000 km van Jeruzalem ligt. Een bedekte verwijzing naar de ballingschap.
Bij de tekst
Betekenis
Jeremia heeft het over het kopen, dragen en verbergen van een stuk linnen. Deze handeling blijkt symbolisch geladen te zijn: het stuk linnen symboliseert de nauwe band tussen God en Israël.
Maar het volk dat niet luistert naar het woord van God, zijn eigen weg gaat, vreemde goden vereert, werd als een lendendoek die nergens meer toe dient.
Suggestie
Jongeren
VERTELLEN
De rabbi en de zeepfabrikant
(C. LETERME, Een parel voor elke dag, uitgeverij Averbode, 2007, p. 157)
Een zeepfabrikant zei eens tegen een rabbi:
‘Wat heb je nu eigenlijk aan godsdienst?
Kijk eens naar alle ellende in de wereld!
En dat terwijl er al duizenden jaren
godsdiensten bestaan!
Als godsdienst waarheid is,
waarom ziet de wereld
er dan niet beter uit?’
De rabbi zei niets.
Hij nam de zeepfabrikant mee naar buiten.
Daar liep een stel jongens,
die van boven tot beneden
onder de modder zaten.
Hij zei: ‘Kijk daar eens naar.
We hebben al generaties lang zeep,
maar die jongens zijn zo vies als varkens.
Wat voor zin heeft het
om zeep te hebben?’
De zeepfabrikant protesteerde:
‘Maar rabbi,
zeep werkt alleen maar
als ze wordt gebruikt.’
‘Precies,’ zei de rabbi,
‘met godsdienst is dat ook zo!’
Overweging bij het verhaal
(C. LETERME in Kerk en leven, Federatie Rotselaar, 29 april 2015, p. 1)
Godsdienst is nergens goed voor ...
... je maakt je belachelijk
... je bent niet mee met je tijd
... je verdient er niets aan
...
Godsdienst maakt de wereld niet beter ...
maakt de mensen niet vriendelijker ...
verdrijft geen armoede ...
lost geen oorlogen op ...
vernietigt geen virussen …
Dat en nog veel meer
denken en zeggen sommige mensen over godsdienst.
Godsdienst heeft voor hen niets te betekenen,
biedt geen meerwaarde aan de maatschappij,
is een nodeloze luxe.
Misschien is godsdienst wel te vergelijken
met dat stuk zeep op je toilettafel.
Zolang je die zeep niet gebruikt,
kan die zijn werk niet doen,
blijft die een nutteloze decoratie.
Als mensen hun godsdienst niet beleven
en er niets mee doen in hun manier van leven,
in hun omgang met hun medemens,
kan de vreugdevolle boodschap ervan
zijn werk niet doen.
Willen we wat meer beleven
wat we in onze godsdienst ‘belijden’?