Johannes 14, 15-17: De Helper
De tekst
’Bijbel in gewone taal’
(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 1703)
Als jullie van mij houden, leef dan volgens mijn regels. En ik zal de Vader vragen om jullie een nieuwe helper te geven: de heilige Geest. Die zal voor altijd bij jullie zijn. Door hem zullen jullie de waarheid kennen.
De mensen van deze wereld horen niet bij mij. Zij kunnen de heilige Geest niet krijgen. Want ze zien hem niet en ze kennen hem niet. Maar jullie kennen hem wel. Hij zal bij jullie blijven en in jullie zijn.
Dichter bij de tijd
(Bewerking: C. Leterme)
Jezus zei tegen zijn vrienden:
‘Als jullie van Me houden,
moeten jullie doen wat Ik belangrijk vind.
Ik zal aan de Vader vragen om jullie een Helper te geven.
Iemand die altijd bij jullie zal zijn, de Geest van de waarheid.
De Geest, voor wie de wereld niet open staat,
omdat zij Hem niet ziet en niet kent.
Jullie kennen Hem, want Hij blijft bij jullie en zal in jullie zijn.
Stilstaan bij ...
Vader
Typische manier waarmee Jezus God aanspreekt.
Door God zijn vader te noemen, wordt duidelijk dat Jezus de zoon van God is. Wanneer zijn volgelingen ook God als Vader mogen noemen, zijn zij dus ook zonen of dochters, dus kinderen van God. Een verwantschap die een hele taak met zich meedraagt.
Helper
paracleet (= erbij geroepene) / advocaat
Als vroeger bij de joden een vonnis velde, kon het gebeuren dat iemand met gezag in stilte naast de beschuldigde ging staan. Dit werd ervaren als een aanklacht tegen de rechters. Zo'n man werd 'helper' / verdediger / trooster genoemd.
Die ‘paracletos’ is iemand die je oppept zodat je ontdekt wat je moet doen, die je attent maakt om te horen wat je moet horen, die je aanmoedigt te zeggen wat gezegd moet worden en doet doen wat er moet gedaan worden.
In deze tekst bedoelt Jezus met de helper de heilige Geest, die zal helpen om de aanwezigheid van Jezus bij zijn leerlingen voort te zetten.
Wereld
Johannes bedoelt hiermee in deze tekst: de mensen die Jezus niet volgen.
Zien
Johannes speelt in deze tekst met het woord 'zien'. De ene keer gebruikt hij het met de betekenis van: iets met de ogen waarnemen. De andere keer gebruikt hij het met de betekenis van: ervaren, 'inzien'.
Niet zien
De ‘wereld’ heeft tijdens het leven van Jezus geen oog gehad voor de werking van de Geest in Jezus.
Bij de tekst
Context
Dit is een tweede deel uit de afscheidsrede van Jezus, die Johannes plaatste bij het Laatste Avondmaal.
Suggesties
Kleine kinderen
VERDIEPEN
Waar Jezus van houdt
Toon de kinderen deze bladzijde of maak een affiche met gelijkaardig materiaal.
Opdracht
Versier de handelingen waarvan je weet dat Jezus die graag heeft en doorstreep de handelingen die Jezus niet graag heeft.
Of:
- Verbind Jezus met de handelingen die Hij goed vindt.
Grote kinderen
VERDIEPEN
Gesprek
LIEFHEBBEN
- Hoe voel je je als iemand van je houdt?
- Wat heeft die ander dan voor je over?
- Wat heb jij over voor die ander van wie je houdt?
(aandacht voor de wederkerigheid in liefde)
JEZUS LIEFHEBBEN
- Hoe kun je van Jezus houden? (Jezus is niet te zien)
- Wat vindt Jezus belangrijk?
Spreken over de heilige Geest, wordt voorbehouden voor Pinksteren.
Jongeren
MEDITEREN
God is altijd online
(Bron onbekend)
God is altijd online
op het wereldwijde web
bij Hem is nooit een storing
en Zijn server is nooit bezet.
Met God chatten is altijd mogelijk
het contact is levensecht
de verbinding is gelukkig draadloos
ook zonder computer kun je bij Hem terecht.
Hackers kunnen niet storen
God's firewall werkt altijd correct
je zult Hem wel zelf moeten installeren
dan is jouw verbinding perfect.
Gods computer zoekt heel het net af
om te verbinden met jou en mij
we mogen gratis downloaden
en virussen zijn er niet bij.
De beste programma's kun je bij Hem krijgen
dan loopt je computer als een trein
en mocht je harde schijf toch crashen
dan is God voor jou altijd online.
Hij heeft geen wachttijd en geeft goede adviezen
Hij heeft zelfs een handleiding gemaakt
als je die gebruikt als leidraad voor je leven
dan wordt jouw (levens)computer nooit meer gekraakt.
Overwegingen
Marc Gallant, trappist (Orval)
Woord van leven
Het valt wel op dat het Johannesevangelie dikwijls de termen ‘liefde//beminnen’ koppelt aan ‘gebod//de wil doen’ (Johannes 13, 34; 14,15.21.31; 15,10.12.17). Op het eerste gezicht verwondert dat. Hoe kun je nu beminnen op gebod? Liefde veronderstelt vrijheid. Welke is de betekenis van de woorden die hier gebruikt worden?
In feite hadden de Griekse vertalers van het Oude Testament moeite met de vertaling van sommige Hebreeuwse woorden. Ze waren immers geconfronteerd met het Griekse mensenbeeld en zijn ideaal van het individu als ‘koning’ en ‘meester’, vrij van alles wat zijn autonomie in de weg staat. Hun vertaling wilde daar wat tegenin gaan om de transcendentie van God te vrijwaren. Vertalen houdt ook altijd het risico in wat af te wijken van de oorspronkelijke zin. God geeft aan Mozes tien woorden van leven. ‘Woorden’, zegt het Hebreeuws. ‘Geboden’, vertaalt het Grieks. Het ‘gebod’ dat Jezus ons geeft is in feite een woord van leven, opdat we gelukkig zouden leven in zijn liefde.
Het probleem stelt zich ook bij het vertalen van de Hebreeuwse woorden ‘hapetz’ en ‘ratzah’, die betekenen: ‘blij zijn met’ - ‘graag hebben’. Daar nemen de vertalers hun toevlucht tot het Griekse woord ‘télèma’, ‘wil’, met zijn imperatieve resonantie van ‘bevelen - opleggen - voorschrijven’. Bij voorbeeld : ‘Leer mij, Heer uw wil te doen’, zou moeten vertaald worden door : ‘Leer mij, Heer te doen wat gij graag hebt, laat mij kennen waarmee ik u plezier kan doen’. Ook in het Nederlands heeft het woordje ‘willen’ niet altijd een imperatieve betekenis. Als een attente echtgenote aan haar man vraagt: ‘Wat wil je eten vanavond?’, dan betekent dat ‘wat zou je graag eten, waarmee kan ik je plezier doen vanavond?’ Als we ‘woord’ vertalen door ‘gebod’ en ‘wat plezier doet’ door ‘wil’, dan geven we een misplaatst legalistisch cachet aan de relaties die God met de mensheid wil aanknopen. Wat een bewijs is van liefde, wordt dan wet, plicht, verplichting.
‘Gods wil doen’ betekent dus : ‘doen wat God behaagt, wat hem plezier doet. Door te doen wat God pleziert toont Jezus ons dat hij de Vader bemint.