Loading...
 

Kerstmis vooravond - tweede lezing

Handelingen 13, 16-17.22-25: Paulus in Antiochië

De tekst

Dichter bij de tijd

(Bewerking: C. Leterme)

Paulus en Barnabas trokken verder naar Antiochië.
Daar gingen ze op sabbat naar de synagoge.
Nadat er uit de Wet en de Profeten voorgelezen werd,
vroeg iemand hen in naam van de leiders van de synagoge:
''‘Broeders, als jullie een bemoedigend woord hebt voor de mensen,
zeg het dan maar.’ ''

Paulus stond op. Hij hield zijn hand op om stilte te vragen en zei:
‘Israëlieten en alle anderen die God vereren,
luister naar wat ik te zeggen heb.
De God van het volk van Israël heeft onze voorouders uitverkozen.
Toen ze als vreemdelingen in Egypte woonden,
maakte Hij ze groot en machtig.
Dan leidde Hij ze uit Egypte.

Ongeveer veertig jaar leidde Hij hen in de woestijn.
In Kanaän gaf hij land aan onze voorouders.
Daarna stelde hij rechters aan,
die het land bestuurden tot de profeet Samuël kwam;
Toen vroeg het volk om een koning.
God gaf hun Saul, die veertig jaar regeerde.

Maar God stootte hem van de troon en maakte David tot koning.
God zei: ‘David, de zoon van Isaï, is een man naar mijn hart.
Hij zal doen wat ik wil.’
God beloofde dat een nakomeling van David,
een redder zou worden voor Israël. Dat was Jezus.
Vooraleer Hij kwam zei Johannes tegen het volk van Israël:
‘Laat je dopen en begin een nieuw leven.
Op het einde van zijn leven, zei Johannes:
‘Ik ben niet wie jullie denken dat ik ben.
Maar let op: na mij komt iemand van wie ik het niet waard ben
om zelfs maar zijn sandalen los te maken.’


(De schuin geschreven tekst komt niet aan bod in de liturgie.)



Stilstaan bij…

Antiochië (in Pisidië)
Antiochië lag ongeveer 200km landinwaarts, ten Noorden van het Taurusgebergte, bij of in de landstreek Pisidië, een deel van de Romeinse provincie Galatië.
Lees meer

Synagoge
(= Grieks woord: bijeenkomst, vergadering)
In een synagoge komen joden bijeen om te bidden (God loven en danken) en de bijbel (het woord van God) te bestuderen.
Synagogen ontstonden tijdens de Babylonische ballingschap, toen de joden niet meer naar de tempel in Jeruzalem konden gaan. Ze zijn niet alleen religieus, maar ook sociaal gezien een belangrijke plaats.
Om zijn boodschap te verkondigen gaat Paulus altijd eerst naar de plaatselijke synagoge. Pas later richt Paulus zich tot mensen daarbuiten. Lucas vermeldt deze manier van doen van Paulus om aan te geven dat de apostelen geen breuk met de joden wilden. Ze hebben zich altijd eerst tot hun geloofsgenoten gericht.
Maar de christelijke verkondiging kende vooral succes bij de niet-joden. Lucas zag daarin het werk van de heilige Geest.

Voorlezen
Dit is het eerste deel in de orde van dienst in de synagoge.
. voorlezing uit de schrift en de profeten
. vraag of iemand wat uitleg heeft
. iemand gaat naar het gestoelte en legt uit.

(De orde van dienst in een synagoge is terug te vinden in de woorddienst van de eucharistie bij christenen:
eerste lezing – doorgaans Oude Testament
tweede lezing – doorgaans uit de brieven van apostelen
evangelie.
Dit voorlezen wordt gevolgd door een preek of homilie)

Egypte
Land waar de joden vroeger als slaven werden behandeld.
Zoals zijn volk, zo zal ook Jezus de uittocht uit Egypte meemaken.

Kanaän
Land dat de Israëlieten na hun verblijf in Egypte zijn binnengetrokken en deels hebben veroverd.

Rechters
In oude vertalingen worden ze 'Richteren' genoemd. Hun belangrijkste taak bestond erin het volk dat zich van God afkeerde terug naar het juiste pad te richten.

Profeet
(= woordvoerder)
Een profeet is iemand die spreekt in naam van God: iemand die een concrete situatie aanklaagt en oproept om ze te veranderen, om ze om te keren vanuit Gods droom over de wereld. Want hij roept de mensen op om te leven zoals God het droomt. Heel wat profeten werden niet graag gezien omdat ze dingen zegden die de mensen niet graag hoorden.
Profeten in de Bijbel voorspellen dus niet, zij geven hun visie op de actualiteit vanuit de belofte die God deed in het verleden, zodat het volk in de toekomst anders gaat leven.
Zo'n profeet durft kritiek te geven en praat de mensen niet naar de mond.
In de Bijbel protesteren profeten dikwijls tegen sociaal onrecht en valse godsdienstigheid. Christenen hebben in Jezus de vervulling van de belofte gezien, waar de vroegere profeten over spraken.

Samuel
Samuel, de laatste en belangrijkste rechter van Israël, was profeet en priester. Hij was een zoon van Elkana en Hanna, die aanvankelijk geen kinderen kon krijgen. Toen Samuel oud genoeg was, bracht zijn moeder hem naar Silo in de tempel bij de priester Eli. Na de dood van Eli werd Samuel de religieuze leider van Israël. Hij zalfde Saul en David tot koning van Israël.
Aan hem dankt Israël een geestelijk reveil en een groeiende eenheid van de stammen.

Saul
(Hebreeuws = de afgebedene)
Hij was de eerste koning van Israël en regeerde rond 1030-1015. De Bijbel spreekt over hem als iemand die wantrouwend stond tegenover zijn omgeving. Hij pleegde zelfmoord.
Zijn dochter Mikal was getrouwd met David.

David
(= de geliefde)
De meeste geliefde koning van het joodse volk. Hij leefde zowat 1000 jaar voor Christus. Hij was dé grote koning van de joden. Zij herinneren zich zijn tijd als een gouden tijd: voor het eerst zwierf het volk niet meer en had het een vaste stek gevonden.
David was zo belangrijk dat de naam die zijn vader hem bij de geboorte gaf niet meer bekend is. De mensen noemden hen: de geliefde.

Isaï
Vader van koning David

Johannes
(= God is genadig)
Zoon van de priester Zacharias en zijn vrouw Elisabet.
Droeg een kameelharen kleed zoals de profeet Elia. Een ‘beeldende’ manier om hem als een tweede Elia te typeren.





Bij de tekst

De eerste preek

Deze tekst bevat de eerste preek van Paulus die in de Bijbel is opgenomen. Zijn toehoorders waren joden, niet-joodse bekeerlingen en sympathisanten.
In die preek is een kort overzicht van de geschiedenis van de joden, net zoals in de preek van Stefanus (Handelingen 7, 2-53). Zo wilden zowel Paulus als Stefanus aantonen dat Jezus de beloofde Messias was. Maar net als bij Stefanus viel die preek bij de joden uiteindelijk niet in goede aarde. Dit was de reden waarom Paulus zich nadien naar niet-joden begon te richten (Handelingen 13, 46).