Loading...
 

Lucas 12, 1-7

2 Vijf Mussen

(Morguefile free stock photo license)


…page…

Lucas 12, 1-7: Wees niet bang

Lucas 12, 1-7 // Matteüs 10, 26-31



De tekst

’Bijbel in gewone taal’

(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 1637)

Intussen waren er duizenden mensen naar Jezus toe gekomen. Het was zo druk dat de mensen tegen elkaar aan stonden te duwen.
Jezus begon eerst tegen zijn leerlingen te spreken. Hij zei: ‘Pas op voor de gevaarlijke invloed van de farizeeën. Zij zijn schijnheilig. Pas op dat jullie dat niet worden. Want alles wat verborgen is, zal zichtbaar worden. En alles wat geheim is, zal bekend worden. Nu is alles waarover jullie praten, nog geheim. Maar straks zal iedereen het te horen krijgen.’

Jezus zei verder: ‘Vrienden, jullie moeten niet bang zijn voor mensen. Ze kunnen je doden, maar daarna kunnen ze je niets meer doen. Jullie moeten bang zijn voor God, want hij kan je doden en je daarna in de hel gooien.
Mussen kosten bijna niets. Je hebt er al vijf voor een paar cent. En toch vergeet God geen enkele mus. Jullie zijn voor God veel belangrijker dan mussen. God weet zelfs hoeveel haren jullie op je hoofd hebben. Je hoeft dus niet bang te zijn.



Dichter bij de tijd

(Bewerking: C. Leterme)

Op een dag waren duizenden mensen samengekomen,
zodat ze elkaar haast onder de voet liepen.
Toen zei Jezus eerst tot zijn leerlingen:

'Let op voor het zuurdeeg,
dat wil zeggen, voor de huichelarij van de farizeeën.
Niets is bedekt of het zal onthuld worden
en niets is verborgen of het zal bekend worden.
Want alles wat jullie in het donker gezegd hebben,
zal gehoord worden in het licht,
en wat jullie binnenskamers in het oor fluisterden,
zal van de daken bekend gemaakt worden.

Tot jullie, die mijn vrienden zijn, zeg Ik:
Wees niet bang voor hen die het lichaam doden,
maar daarna niets ergers kunnen doen.
Ik zal jullie zeggen voor wie jullie bang moeten zijn:
Wees bang voor Hem die, nadat Hij gedood heeft,
macht bezit om jullie in de hel te werpen.
Ja, Ik zeg jullie, wees bang voor Hem!

Kan men niet vijf mussen kopen voor twee stuivers?
Toch vergeet God niet een van hen.
Ja, zelfs de haren op je hoofd zijn allemaal geteld.
Wees dus niet bang:
jullie zijn meer waard dan een zwerm mussen.



Stilstaan bij …

Wees niet bang
De oproep van Jezus om niet bang te zijn, kan men positief omschrijven als: ‘Heb meer vertrouwen (in jezelf, in God).

Hel
(Vertaling van het Griekse woord Gehenna, dat afgeleid is van de naam van het rotsachtige ‘Dal van Hinnom’ ten zuiden van Jeruzalem)
Tijdens de regering van Salomo werden In dat dal nog eerstgeboren kinderen levend in het vuur geworpen als offer.
Later wierp men er afval, vuil en lijken van dieren en misdadigers zodat alles volledig opbrandde.

Mussen
Toen Jezus leefde zag men mussen als ongedierte omdat ze de gewassen bedreigden. Daarom werden ze gedood en als voedsel gebruikt. Goedkoop voedsel, want ze werden voor heel weinig geld verkocht.

Stuiver
= 1/16 denarius
1 denarius (tienling) was het dagloon van een arbeider.





Bij de tekst

Kerngedachte

Het leven is waardevol omdat het aan God toebehoort. Daarom moet men niet bang zijn.





Suggesties

Grote kinderen

VERTELLEN

(C. LETERME, Een parel voor elke dag, Averbode 2007, p. 335)

Vader, moeder en hun kinderen
woonden aan de rand van de stad.
Op een dag brak er in de keuken
een hevige brand uit.
Ze renden naar buiten.
Toen pas zagen ze
dat de kleinste zoon niet bij hen was:
een jongetje van vijf.
Toen ze naar buiten liepen,
hadden de vlammen hem zo’n schrik aangejaagd
dat hij teruggelopen was,
naar de eerste verdieping.

Vader en moeder staarden
machteloos en wanhopig
naar de vlammenzee.
De twee zussen schreeuwden om hun broertje.
Nu nog door de vlammen lopen was onmogelijk!
En waar bleef de brandweer?
Boven ging een venster open.
Het jongetje keek naar beneden
en riep hulpeloos: ‘Papa, papa!’
De vader kwam dichterbij.
Hij riep: ‘Spring naar beneden!
Maar het jongetje zag alleen vuur en zwarte rook.
‘Papa, ik zie je niet!’
‘Maar ik zie je.
Da’s genoeg.
Spring maar!’, schreeuwde papa.
Het jongetje sprong
En kwam gezond en wel
in de armen van zijn papa terecht.



Belangrijk
Let op om in een mogelijke bespreking van dit verhaal, de kinderen niet dàt soort vertrouwen op God aan te praten, dat ze onbesuisde dingen gaan doen, ‘omdat ze toch op God mogen vertrouwen.'
Heb het eerder over: ‘God is met jou begaan.’





Overweging

K. Janssen

Wilde haren

(Kolet JANSSEN in Kerknet.be 7 augustus 2022)

Misschien is het omdat ik in de zomermaanden vaak met mijn eigen kapsel worstel, dat mij her en der de afbeeldingen opvielen van Bijbelverhalen waarin ‘haren’ een belangrijke rol spelen.

We zagen in de abdij van La Chaise Dieu een prachtig wandtapijt met daarop Simson, verraden door zijn geliefde Delila, een vrouw uit het kamp van de Filistijnen. Zijn uitzonderlijke kracht school in het feit dat zijn haren sinds zijn geboorte niet waren afgeknipt, als teken van zijn toewijding aan God. Delila ontfutselt hem het geheim van zijn kracht en knipt zijn haren terwijl hij slaapt. Zo wordt Simson gevangengenomen. Nog eenmaal gebruikt hij zijn kracht om – als zijn haren in gevangenschap weer zijn aangegroeid – de tempel van de Filistijnen te verwoesten en zo duizenden vijanden te doden.

In kleine en grote kerken in de buurt kwamen we op de kapitelen de profeet Habakuk tegen, in een verhaal uit het boek Daniel. Terwijl Daniel en zijn vrienden in hun benarde positie in de leeuwenkuil zitten, krijgt Habakuk de opdracht om een net klaargemaakte maaltijd voor zijn boerenknechten te gaan brengen naar Daniel in Babel, duizenden kilometers verderop. Als hij protesteert dat dit toch onmogelijk is, plukt een engel hem aan zijn haren van de grond, met zijn schotel vol gekookt moes en brood, en brengt hem naar de leeuwenkuil van Daniel. Nadat hij als de eerste maaltijdkoerier aller tijden zijn vrachtje heeft afgeleverd, wordt hij op dezelfde manier weer teruggebracht, zonder dat hij er blijkbaar nare gevolgen aan overhoudt.

Minder goed verging het de knappe Absalom, zoon van David, die met zijn weelderige haardos in de takken van een boom bleef hangen, terwijl hij op zijn muilezel reed. Zo werd hij een makkelijke prooi voor legeraanvoerder Joab die hem wil straffen voor zijn verraad aan zijn vader, de koning.

Maar het mooiste Bijbelvers over haren lezen we toch in Lucas 12,7: ‘Zelfs de haren op jullie hoofd zijn alle geteld.’ Een zin als een warme deken in de winter. God vergeet ons nooit.