Lucas 15, 8-10: Het verloren muntstuk
De tekst
’Bijbel in gewone taal’
(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 1651)
Jezus zei ook: ‘Stel dat een vrouw tien zilveren munten heeft, maar er één kwijtraakt. Dan gaat ze die toch zoeken? Ze doet een lamp aan en veegt haar huis totdat ze de munt vindt. En als ze hem gevonden heeft, dan roept ze haar vriendinnen en de buren. En ze zegt: ‘Laten we feestvieren! Want ik was mijn zilveren munt kwijt, maar ik heb hem gevonden.’
Luister naar mijn woorden: Als één slecht mens zijn leven verandert, zijn de engelen van God net zo blij als die vrouw.’
Dichter bij de tijd
(C. LETERME, Map Bijbel in 1000 seconden, fiche die hoort bij Lucas 15, 1-10)
Stel je voor:
een vrouw heeft tien geldstukken.
Op een dag verliest ze er één.
Wat zal die vrouw dan doen?
Ze zal de lamp aansteken, het hele huis vegen
en overal zoeken tot zij het geldstuk terugvindt.
En als zij het geldstuk teruggevonden heeft,
dan zal ze al haar vriendinnen en buren uitnodigen
en zeggen: ‘Wees blij samen met mij,
want het geldstuk dat ik verloren had,
heb ik teruggevonden’.
En Jezus zegt:
‘Er is blijdschap bij de engelen van God
over één zondaar die zich bekeert'.
Stilstaan bij …
Zilverstuk / drachme
Griekse zilveren munt met de waarde van een kwart joodse sikkel (= dagloon van een arbeider)
Tien zilverstukken / drachmen
Dit bedrag was geen huishoudgeld, want dat werd beheerd door de man. De tien zilverstukken waren wellicht het persoonlijke bezit van de vrouw (bruidsschat). Vrouwen droegen een ketting van deze munten over het deel van de sluier dat hun voorhoofd bedekte. Deze munten vormden een soort 'verzekering' voor tijden van nood of voor het geval ze door hun man werden 'weggezonden'.
In het gezin vormde zo'n ketting een deel van het spaargeld.
Lamp
De vrouw steekt de lamp aan omdat het in de huizen van het toenmalige Palestina donker was: het licht viel alleen door de deur of een eventuele schoorsteen naar binnen.
Bijbel en kunst
D. FETI
Het verloren muntstuk (1618)
Werk van de Italiaanse barokschilder Domenico Feti (1589 – 1624), die beïnvloed werd door Caravagio en Rubens.
Het schilderij stelt een vrouw voor die een verloren munt zoekt. Alles keert ze om: meubilair, tegels, haar koffer met kleding. Op een omliggend tafeltje / stoeltje liggen al negen van de tien muntstukken. Nu nog het tiende muntje vinden ...
De enorme schaduw achter haar lijkt het ontmoedigende van haar zoektocht uit te drukken.
Suggesties
Kleine kinderen
VERTELLEN
Tien euro's
(Lichte bewerking van: Nick BUTTERWORTH en Mick INKPIN, Tien zilveren guldens (Lucas 15: 8-10) in 'Acht verhalen van Jezus', Ark Boeken, 2000)
Een vrouw heeft wel tien euro's. Ze bewaart ze in een zakje.
Soms telt ze de euro's: één, twee, drie, vier...
Woeps! Daar is de poes. Nu zijn alle euro's op de grond gevallen..
De vrouw raapt de euro's op. Ze zijn alle kanten weggerold!
De poes kan het niks schelen.
Die rolt zich op en gaat lekker een dutje doen.
De vrouw telt haar euro's nog eens.
O, help! Er is er één weg! Ze heeft er maar negen.
Nu, ver weg kan die ene euro niet weggerold zijn.
Even onder het tapijt kijken. Nee, daar ligt hij niet.
Misschien ligt die in de open haard?
Voorzichtig zoekt de vrouw in de as.
Bah, ze wordt helemaal zwart. Nee, hier ligt ook niets.
Misschien is hij onder de deur gerold en in de tuin terecht gekomen.
Ze zoekt en zoekt, maar nergens is de euro te vinden.
Ze begrijpt er niets van.
Nu kijkt ze zelfs in haar potjes en pannetjes. Klets! Bang!
Wat een herrie maakt ze met de deksels!
Ze maakt zoveel lawaai, dat de poes er wakker van wordt.
Die staat op, rekt zich eens goed uit
en gaat naar de tuin, om daar een rustig plekje te zoeken.
Hiep hiep hoera! Daar is de euro!
De poes had er al die tijd bovenop gelegen!
Hoera, de euro is terecht! Wat is die mevrouw blij.
Snel belt ze haar vriendin op om haar het goede nieuws te vertellen.
INLEVEN
Het verloren geldstuk
(Naar: Het verloren muntje in Naomi 1, uitgeverij Averbode, 2014, p. 8-9)
Hoe voelt de vrouw zich bij elk onderdeel van het verhaal?
Teken een cirkel rond het passende gezichtje.
Jezus vertelt:
Een vrouw heeft tien geldstukken.
Op een dag verliest ze er één.
Wat moet ze nu doen?
Ze wil haar geldstuk terugvinden.
Ze steekt een lamp aan en begint te zoeken.
Ze neemt een bezem
en veegt het hele huis schoon.
Wat ziet ze daar liggen?
Haar geldstuk! Wat is ze blij!
Ze roept haar vriendinnen en haar buren.
Ze zegt: ‘Ik was een geldstuk verloren
en heb het teruggevonden.
Kom dat samen met mij vieren.
DOEN
Kleuren
Grote kinderen
KENNISMAKEN MET HET BIJBELVERHAAL
Vertellen vanuit een beleving
Kringgesprek
- Ben je al eens iets verloren of kwijtgeraakt? Wat was het?
- Wat heb je toen gedaan?
- Vond je het ook terug?
- Hoe voelde je je toen?
Het kan ook gebeuren dat mensen al eens zelf verloren raken.
- Is dat al eens met jullie gebeurd?
(Kinderen kunnen verloren raken aan zee, in een bos, in een winkel …)
Er zijn ook mensen waarvan men zegt dat ze ‘verloren’ lopen. Niet omdat die echt verloren liepen in een stad of in de natuur, maar omdat ze voor anderen niet meer meetellen, dat ze afgeschreven worden, dat anderen niet meer met hen omgaan. Ze worden genegeerd, opzij geschoven.
Parabel: het verloren geldstuk
Jezus trok rond in Galilea. Overal waar Hij kwam vertelde hij over het rijk van God.
Er kwamen heel veel mensen naar Hem luisteren. Ook mensen waar andere mensen bedenkingen bij hadden: tollenaars die veel te veel geld vroegen aan mensen die tol moesten betalen. En ook zondaars: mensen die de joodse wetten minder stipt volgden. Farizeeën en Schriftgeleerden hadden daar heel veel commentaar bij. Jezus hoorde hun commentaren en zei toen:
‘Stel je voor: een vrouw heeft tien geldstukken. Op een dag verliest ze er één. Wat zal die vrouw dan doen? Ze zal de lamp aansteken, het hele huis vegen en overal zoeken tot zij het geldstuk terugvindt. En als zij het geldstuk teruggevonden heeft,
dan zal ze al haar vriendinnen en buren uitnodigen en zeggen: “Wees blij samen met mij, want het geldstuk dat ik verloren had, heb ik teruggevonden”.’
Bespreek
In deze parabel gebruikt Jezus het ‘beeld’ van een vrouw die een geldstuk verloren was en het zoekt tot ze het vindt, om tegelijk iets anders te zeggen.
Het geldstuk dat verloren was, wordt het beeld van iemand die ‘verloren’ is (zie inleidend gesprek) De vrouw die overal zoekt, is het beeld van iemand die aandacht heeft voor wat ‘verloren’ geraakt is.
Verwerking
De kinderen gaan op zoek naar mensen of organisaties die mensen ‘zoeken’ die ‘verloren’ zijn. Ze maken hierbij gebruik van info op het internet.
Ze onderzoeken of ze zelf iets kunnen doen voor die mensen of organisaties.
Vertellen vanuit een illustratie
Toon deze illustratie:
. Wat zie je op deze illustratie?
(een persoon die blij is – Hoe kun je dat zien?)
. Wat zie je nog op de illustratie?
(cirkelvormige voorwerpen – Waar doen ze aan denken? – eventueel wijzen op de ribbels)
. Wat zou aan dit gebeuren kunnen voorafgaan?
. Waarom is die persoon blij?
Vertel dan de parabel die Jezus vertelde.
Stel daarna gelijkaardige vragen:
. Wat zie je op deze illustratie?
. Wat gaat aan dit gebeuren vooraf?
. Waarom is die persoon blij?
VERTELLEN
De knikker
Het is pauze.
Je loopt wat heen en weer op de speelplaats.
Je slentert rond.
Je verveelt je.
In een hoekje spelen enkele jongens met knikkers.
Je gaat naar hen toe.
Je kijkt vol aandacht naar het spel.
Eén van de jongens vraagt of je wilt meespelen.
Je wilt wel en je tast in je broekzak om je knikker te nemen.
De knikker is weg. Je tast nogmaals heel diep in je broekzak.
Er zit een gaatje in.
Je kijkt zoekend om je heen,
want je weet heel zeker dat je hem daarnet nog voelde.
Je ziet hem nergens liggen.
Je besluit heel de speelplaats af te zoeken om je knikker te vinden.
Je zoekt overal, ook in de kleinste hoekjes en aan de trappen.
Je kijkt in de roosters.
Plotseling zie je hem liggen.
Je heft het rooster op en neemt de knikker.
Je bent blij dat je hem terugvond.
Je droogt hem af met je zakdoek.
Je loopt terug naar je vrienden.
Je vertelt hen dat je jouw knikker teruggevonden hebt.
Al je vrienden zijn heel blij.
Nu kun je met hen samen spelen.
Overweging
Marga Haas
Van Thuis meegekregen
(M. Haas, Parelduiken in de Bijbel, 24 november 2022)
Een vrouw heeft tien drachmen, tien munten. Ze is er eentje kwijt. Ze steekt de lamp aan, veegt haar hele huis schoon en zoekt alles af. Ze vindt hem en haar verzameling is weer compleet.
De tien munten zijn de bruidsschat van de vrouw. Een vrouw had geen eigen inkomen; dat maakte haar kwetsbaar. Als ze trouwde, kreeg ze tien zilveren munten van thuis mee als appeltje voor de dorst. In geval van nood had ze zo zelf een bedragje, waarop ze kon teren. Deze munten droeg ze als sieraad, een ketting.
Die munten, die staan voor iets dat je van Thuis hebt meegekregen. We hebben allemaal eigenschappen of vaardigheden meegekregen bij onze geboorte, die hier op aarde tot ontwikkeling mogen komen. Sterker: dat is onze roeping – dat we dat wat we hebben meegekregen, hier vorm geven. Iets waarvoor jij, precies jij, hier bent. Noem het een gave, een talent. Dat kan iets zijn dat heel duidelijk is, makkelijk zichtbaar. Pianospelen of schilderen bijvoorbeeld. Maar je kunt ook aan heel andere dingen denken. Je hebt veel technisch inzicht en bedenkt nieuwe oplossingen en toepassingen. Of je hebt de gave om rustig te blijven en je kalmte te bewaren als andere mensen in paniek zijn. Of je kunt je eigen kinderen of de kinderen in je klas het gevoel geven dat ze er mogen zijn. Er zijn honderdduizend talenten te bedenken.
Maar veel mensen kijken nooit naar binnen om te ontdekken wat ze hebben meegekregen. Ze hebben geleerd om over zichzelf te denken als een dubbeltje dat nooit een kwartje wordt. Ze zijn zich niet bewust (en worden dat dus ook niet) van wat ze aan talenten hebben, van wie ze zijn.
De vrouw in de gelijkenis laat zien wat de bedoeling is. Ze is een van de tien munten kwijt, vertelt het verhaal. Ze voelt aan: ik ben niet compleet. Ik draag iets in mij, maar het is nog verborgen. Het verblijft in het duister. Op de bodem van mijn ziel ligt iets, dat nog niet tot ontwikkeling is gekomen. En ze gaat op zoek. Ze ontsteekt een lamp zodat ze goed kan zien en veegt alles schoon. Ze zoekt haar hele huis, haar hele ziel af. Ze laat het licht schijnen – overal. En zo vindt ze haar ontbrekende talent.
De munten, de talenten hangen aan een ketting. Een ketting is niet bedoeld om altijd maar in de kluis te liggen voor het geval dat die munten ooit nodig zijn. Een ketting is bedoeld om te dragen, om de vrouw te sieren. Je talenten heb je niet gekregen om ze verborgen te houden; ze mogen gezien worden. De vrouw heeft haar tien talenten aan het licht gebracht in zichzelf en daarna draagt ze al haar talenten met vreugde om haar hals. En zo laat ze zichzelf aan de wereld zien. Neemt ze haar eigen plek in. Komt ze helemaal aan het licht.