Inhoudstabel
…page…
Matteüs 17, 14-20: Jezus en een jongen die bezeten is
Matteüs 17, 14-20 // Marcus 9, 14-29 // Lucas 9, 37-43a
De tekst
’Bijbel in gewone taal’
(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 1551)
Toen Jezus en de drie leerlingen terugkwamen, stond er een groep mensen. Er kwam een man naar Jezus toe. Hij knielde voor Jezus en zei: ‘Heer, heb medelijden met mijn zoon! Hij heeft een kwade geest in zich. Daardoor heeft hij veel pijn en valt hij vaak in het vuur of in het water. Ik heb hem bij uw leerlingen gebracht. Maar zij konden hem niet beter maken.’
Jezus zei: ‘Wat zijn jullie toch ongelovig! Jullie doen het helemaal verkeerd. Hoe lang moet ik nog bij jullie blijven? Hoe houd ik dat vol? Breng die jongen hier!’
Jezus sprak streng tegen de kwade geest. De kwade geest ging weg, en vanaf dat moment was de jongen weer beter.
Toen Jezus en de leerlingen alleen waren, vroegen de leerlingen: ‘Waarom konden wij die kwade geest niet wegjagen?’ Jezus antwoordde: ‘Dat komt doordat jullie geloof te klein is. Luister goed naar mijn woorden: Zelfs als je geloof maar zo klein is als een mosterdzaadje, is alles mogelijk. Als je dan tegen een berg zegt: ‘Ga eens opzij,’ dan gaat die berg opzij.’
Dichter bij de tijd
(Bewerking: C. Leterme)
Toen Jezus en zijn leerlingen bij de mensen kwamen,
kwam er een man naar Hem toe.
Hij knielde voor Hem en zei:
‘Heer, zorg voor mijn zoon,
want hij lijdt aan vallende ziekte.
Hij is er slecht aan toe.
Hij valt dikwijls in het vuur en in het water.
Ik bracht hem bij je leerlingen,
maar die konden hem niet genezen.’
Jezus zei: ‘Wat zijn jullie toch een ongelovig volk!
Hoe lang moet Ik nog bij jullie blijven?
Hoe lang moet Ik jullie nog verdragen?
Breng de jongen bij Me.’
Onder de dwang van het woord van Jezus
ging de boze geest uit hem weg.
Op dat moment was de jongen genezen.
Toen de leerlingen alleen waren met Jezus, vroegen ze:
‘Jezus, waarom konden wij die geest niet uitdrijven?’
Jezus zei: ‘Om jullie gebrek aan geloof.
Echt waar, Ik zeg jullie: wanneer je een geloof bezit,
ook al is dit klein als een mosterdzaadje,
dan kunt je tot deze berg zeggen:
verplaats je van hier naar daar,
en hij zal zich verplaatsen.
Niets zal voor jullie onmogelijk zijn.’
Stilstaan bij ...
Vallende ziekte / Maanziekte
De ziekte van de jongen die vroeger ‘vallende ziekte’ werd genoemd, heet nu epilepsie. De joden geloofden dat alle vormen van ellende en ziekte het gevolg waren van de macht van de kwade geest. Omdat de ‘vallende ziekte’ ook in verband gebracht werd met het inwerken van de krachten van de maan op de mens, werd die ziekte ‘maanziekte’ genoemd. Dit verhaal toont hoe Jezus aan die macht een einde maakt.
Bij de tekst
Betekenis
. Jezus heeft macht boven het kwade.
. Mensen kunnen plaatsvervangend geloven
(in dit geval werd de jongen genezen dankzij het geloof van zijn vader, zoals een verlamde man gered werd door het geloof van zijn vrienden)
Ken je taal
Bergen verzetten
Men kan natuurlijk letterlijk steen voor steen een berg verzetten, maar figuurlijk wil men ermee zeggen dat men een grote moeilijkheid kan overwinnen als men sterk genoeg gelooft dat dit mogelijk is.
Bijbel en kunst
ANONIEM
Jezus geneest een bezeten jongen (1415)
De ‘heures’ was een getijdenboek, een boek dat leken in de middeleeuwen gebruikten bij het bidden op vaste tijden van de dag.
Het ‘getijdenboek’ van de hertog van Berry bestaat uit 206 bladeren vellum (speciaal geprepareerde dunne huiden van dieren - perkament) van een zeer fijne kwaliteit waarop men 66 grote miniaturen kan vinden.
Op één van die miniaturen staat in het midden een vader die zijn gehandicapte zoon vasthoudt. Jezus heeft gesproken. Boven het hoofd van de jongen verlaat de boze geest de jongen die hij ‘bezat’ op het woord van Jezus.
Merk op:
. de gedetailleerde uitwerking van het gebouw (een synagoge?) waarvoor dit gebeuren zich afspeelt.
. de rijkdom van de kledij van de omstanders.
. de houding en de blik van de vader waarin zijn liefde en zorg voor zijn zoon af te lezen zijn.
. de verdwaasde blik van de zieke jongen.