Romeinen 6, 3-11: Eén met Christus
De tekst
’Bijbel in gewone taal’
(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 1785)
Jullie weten wat de doop betekent. De doop laat zien dat we bij Jezus Christus horen. Door onze doop zijn we eigenlijk samen met hem gestorven en begraven. En door onze doop leven wij nu als nieuwe mensen. Want Christus leeft! Onze machtige Vader heeft hem laten opstaan uit de dood.
Dus eigenlijk zijn we gestorven, net als Christus. Maar dan zullen we ook opstaan en eeuwig leven, net als Christus. Dit is zeker: ons oude ik is samen met Christus aan het kruis gestorven. Alleen zo kon er een eind komen aan ons zondige bestaan. Nu wordt ons leven niet meer beheerst door de zonde. Want als je gestorven bent, heeft de zonde geen macht meer over je. Dan ben je vrij.
Wij zijn gestorven met Christus. En daarom geloven we dat we ook eeuwig zullen leven met Christus. Dit is zeker: Christus is opgestaan uit de dood, en hij zal nooit meer sterven. Want de dood heeft geen macht meer over hem. Door zijn dood heeft Christus voor altijd een eind gemaakt aan de macht van de zonde. Nu leeft hij tot eer van God.
Zo is het ook met ons. Ons oude ik is gestorven, dus de zonde heeft geen macht meer over ons. Wij leven tot eer van God, want we horen bij Jezus Christus.
Dichter bij de tijd
Jullie weten toch dat wij die gedoopt zijn in Christus Jezus,
ook gedoopt zijn in zijn dood?
We zijn door het doopsel met Hem gestorven en begraven.
En zoals Christus uit de dood is opgewekt
door de macht van de Vader,
zo gaan we ook een nieuw leven leiden.
Als we één geworden zijn met Christus in zijn dood,
dan zullen we ook één zijn met Hem in zijn verrijzenis.
Dat weten we:
ons oude bestaan is met Christus gekruisigd
Daarom kwam er een einde aan ons zondig leven
en zijn we niet langer in dienst van de zonde.
Wie gestorven is, is rechtens vrij van de zonde.
We zijn met Christus gestorven,
daarom geloven we
dat we ook met Hem zullen verrijzen.
Want we weten dat Christus
die uit de dood is opgewekt,
niet meer kan sterven.
De dood heeft geen macht meer over Hem.
Want de dood die Hij stierf,
maakte een einde aan de zonde, voor eens en altijd.
Nu Hij leeft, leeft Hij voor God.
Zo moet je ook jezelf zien:
dood voor de zonde, maar levend voor God
in je eenheid met Christus Jezus.
Stilstaan bij ...
Gedoopt in zijn dood
Dit is hoogstwaarschijnlijk een verwijzing naar de onderdompeling bij het doopsel. Deze onderdompeling kan men ervaren als een sterven, als een definitief achter zich laten van een bepaalde levensfase om met Christus naar een nieuw leven op te staan.
Oude mens / oude bestaan
Hiermee wordt de mens bedoeld van wie zijn leven bepaald is door zonde en egoïsme.
Rechtens
Paulus argumenteert met een juridisch standpunt: ‘Wie gestorven is, is rechtens vrij van zonde’. In een civiel proces wordt vervolging stop gezet bij het overlijden van de beklaagde. Vanaf de dood in en met Christus heeft de zonde definitief geen macht meer over de gedoopte.
Bij de tekst
Inhoud
In zijn brief aan de christenen van Rome, schrijft Paulus over wat het is christen te zijn.