Psalm 59: God, mijn stevige vesting
De tekst
’Bijbel in gewone taal’
(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 913-915)
Een gebed van David. Voor de zangleider. Op de wijs van het lied ‘Vernietig mij niet’.
David sprak dit gebed uit toen koning Saul bewakers naar Davids huis gestuurd had. Zij moesten David doden als hij naar buiten kwam.
God, bescherm mij tegen mijn vijanden,
red mij van mijn tegenstanders.
3Red mij van die misdadigers,
houd die moordenaars tegen!
Mijn vijanden jagen op mij.
Ze vallen me aan, ze gebruiken geweld.
Maar ik ben onschuldig, Heer.
Ze komen op mij af,
ze staan klaar om me te grijpen.
Maar ik heb niets verkeerds gedaan.
Heer, kom mij te hulp!
U bent een machtige God,
u bent de God van Israël.
Kom mij te hulp en straf mijn vijanden,
straf de mensen die niet trouw zijn aan u,
straf die verraders.
Elke avond komen mijn vijanden terug,
het lijkt wel een troep grommende honden.
Ze zwerven door de straten,
ze zeggen vreselijke dingen.
Hun woorden zijn zo scherp als messen.
En ze denken dat u hen niet hoort.
Maar u zult om hen lachen, Heer,
u lacht hen allemaal uit.
Op u vertrouw ik, u geeft mij kracht.
U bent mijn God, u beschermt mij.
God, u bent toch trouw?
Kom mij dan te hulp,
laat zien hoe u mijn vijanden verslaat.
Maar dood ze niet meteen,
want iedereen moet het zien.
Iedereen moet weten hoe u mijn vijanden straft.
Maak ze eerst bang
en laat ze dan pas sterven.
U bent machtig,
u beschermt uw volk, Heer.
Mijn vijanden zeggen alleen maar slechte dingen,
en ze vinden zichzelf geweldig.
Ze bedriegen iedereen,
en ze wensen andere mensen kwaad toe.
Laat dat kwaad henzelf treffen!
Laat zien dat u woedend bent.
Vernietig ze, vernietig ze voor altijd!
Dan zal iedereen op aarde weten dat u God bent,
dat u heerst over Israël.
Elke avond komen mijn vijanden terug,
het lijkt wel een troep grommende honden.
Ze zwerven door de straten,
op zoek naar eten.
En ze klagen als er niet genoeg is.
Maar ik, ik zal zingen over uw macht.
Elke ochtend zal ik juichen over uw trouw.
Want u beschermt mij tegen gevaar,
bij u ben ik veilig.
U geeft mij kracht.
Voor u zal ik zingen.
U bent de God die mij beschermt,
u blijft mij trouw.
Dichter bij de tijd
(Bewerking: C. Leterme)
Voor de koorleider. Op de melodie van' vernietig niet'.
Van David. Een lied van bewaring.
Toen Saul mensen uitstuurde om het huis te bewaken en hem te doden.
Bevrijd me van mijn vijanden, God.
Bescherm me tegen mijn aanvallers.
Bevrijd me van hen die kwaad doen.
Bevrijd me van hen die geweld gebruiken.
Zie, hoe ze mijn leven bedreigen,
en met heel hun overmacht tegen me zijn.
En ik heb niets gedaan, niets misdaan.
Ik heb geen enkele schuld.
Zij zijn snel en sluiten hun rijen.
God van de hemelse machten, God van Israël,
ontwaak, zie wat er met me gebeurt.
Sta op om die benden te straffen.
spaar ze niet, die valse verraders.
Als de avond valt, zijn ze er weer,
blaffend als zwerfhonden onder de muren van de stad.
Hoor hun grote woorden:
in hun taal staan de zwaarden getrokken,
want ze denken: ‘Geen god die ons hoort '
Maar God, Je lacht hen allemaal uit,
heel die bende vind Je bespottelijk.
Op Jou blijf ik vertrouwen, mijn Sterkte,
Want Jij God, bent mijn vaste vesting.
De goedheid van God zorgt ervoor
dat ik zelfs geen vragen heb,
God maakt dat ik hun aanslagen trotseer.
Dood hen, God, zodat mijn volk niet bezwijkt,
stoot hen omver met je macht, sla hen neer.
Jij God, die voor ons als een schild bent.
Het kwade ligt in hun mond,
bij elk woord komt het over hun lippen:
straks stikken ze in hun trots,
hun laster, hun leugens.
Maak een einde aan je woede,
wis elk spoor van hen uit,
zodat iedereen weet: God regeert in Jakob,
tot de grenzen van de aarde heerst Hij.
Als de avond valt zijn ze daar weer,
blaffend als zwerfhonden onder de muren,
rondsluipend, belust op prooi:
als ze niet verzadigd zijn, grommen ze.
Laat me je macht bezingen,
elke morgen je goedheid bejubelen:
want Jij bent mijn stevige burcht,
mijn toevlucht als ik in nood ben.
Mijn sterkte, voor Jou speel ik een lied op mijn harp:
'Ik heb God als een stevige burcht.
Hij is de God die goed voor me is.’
Stilstaan bij …
Honden
Honden schuimden ’s nachts de straten af op zoek naar afval. Ze werden gezien als onreine verachterlijke dieren.
Jakob
Hiermee wordt het volk Israël bedoeld: de nakomelingen van Jakob.
Bij de tekst
Historische context
Psalm 59 verwijst naar een situatie die beschreven wordt in 1 Samuel 19, 11-17: Saül had het huis van David laten bewaken om hem te doden.