Inhoudstabel
…page…
Rechters 11, 29-39a: De belofte van Jefta
De tekst
’Bijbel in gewone taal’
(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 374-375)
Toen kwam de geest van de Heer in Jefta. Jefta reisde door de gebieden Gilead en Manasse, en weer terug naar Mispa in Gilead. Dat deed hij om soldaten voor zijn leger te verzamelen. Daarna ging hij op weg om de Ammonieten aan te vallen.
Toen deed Jefta een plechtige belofte aan de Heer. Hij zei: ‘Heer, help mij om de Ammonieten te verslaan. Als ik daarna veilig thuiskom, dan zal ik u een offer brengen. Het eerste wat naar mij toe komt, zal ik aan u offeren.’
Toen viel Jefta de Ammonieten aan. De Heer zorgde ervoor dat hij hen versloeg. Jefta verjaagde de Ammonieten uit twintig steden, van Aroër tot Minnit en Abel-Keramim. Het was een heel grote overwinning van de Israëlieten. Zo werden de Ammonieten vernederd.
Toen Jefta terugkwam in zijn woonplaats Mispa, kwam zijn dochter hem tegemoet. Ze danste en sloeg op de trommel. Zij was het enige kind van Jefta, hij had verder geen zonen of dochters.
Toen Jefta haar zag, scheurde hij zijn kleren van verdriet. Hij zei: ‘Ach, dochter! Waarom jij? Waarom moet jij mij ongelukkig maken? Ik heb de Heer een plechtige belofte gedaan, en ik moet me aan die belofte houden!’ De dochter antwoordde: ‘Vader, als u de Heer een belofte gedaan hebt, dan moet u zich aan die belofte houden. Want de Heer heeft u geholpen om uw vijanden te verslaan.
Maar wacht eerst twee maanden. Dan kan ik samen met mijn vriendinnen naar de bergen gaan om te huilen. Want ik zal nooit trouwen en kinderen krijgen.’ ‘Goed,’ zei Jefta. Hij liet zijn dochter met haar vriendinnen naar de bergen gaan om te huilen.
Na twee maanden kwam zijn dochter weer thuis. Toen offerde Jefta haar aan de Heer, zoals hij beloofd had.
Dichter bij de tijd
(Bewerking: C. Leterme)
Toen kwam de geest van God over Jefta.
Hij trok door Gilead en Manasse, door Mispa in Gilead,
en vandaar naar de Ammonieten.
Toen deed Jefta aan God deze gelofte:
'Als Je de Ammonieten aan me overlevert
en ik behouden van de Ammonieten terugkeer,
zal de eerste die uit de deur van mijn huis naar me toekomt
aan God behoren:
Ik zal hem als brandoffer opdragen.'
Toen trok Jefta ten strijde tegen de Ammonieten.
En God leverde hen aan hem over.
Hij sloeg op hen in van Aroer
tot aan de weg van Minnit - twintig steden - en tot Abel-keramim;
hij bracht hun een zeer zware nederlaag toe.
Zo werden de Ammonieten door de Israëlieten vernederd.
Toen Jefta naar zijn huis in Mispa terugkeerde,
kwam zijn dochter de deur uit
om hem met tamboerijnen en reidansen tegemoet te gaan.
Zij was zijn enig kind.
Buiten haar had hij geen zonen of dochters.
Zodra hij haar zag, scheurde hij zijn kleren en riep uit:
'Ach mijn dochter, wat is dat erg:
je maakt me diep ongelukkig!
Ik heb mijn woord aan God gegeven,
ik kan niet meer terug.'
Ze zei: 'Vader, als je aan God je woord hebt gegeven,
Moet je met me doen wat je beloofd hebt,
want God heeft je wraak laten nemen op de Ammonieten, je vijanden.'
Ik vraag je alleen nog deze gunst:
laat me twee maanden met mijn vriendinnen de bergen ingaan
om daar te rouwen omdat ik als maagd moet sterven.'
Hij antwoordde: `Doe dat,'
en hij liet haar voor twee maanden gaan.
En ze ging met haar vriendinnen de bergen in en rouwde daar,
omdat ze als maagd moest sterven.
Toen ze na twee maanden weer bij haar vader kwam,
voltrok hij de gelofte die hij gedaan had.
Stilstaan bij …
Jefta
Zoon van Gilead die tegen de Ammonieten streed.
Gelofte
Het was niet ongebruikelijk om een gelofte te doen voor het welslagen van belangrijke ondernemingen.
Dit verhaal laat zien waartoe een onbezonnen gelofte kan leiden.
Als maagd sterven
Kinderloos sterven werd als een schande ervaren.