Wijsheid van Jezus Sirach 1, 1-10: De wijsheid van God
De tekst
Dichter bij de tijd
(Bewerking: C. Leterme)
Alle wijsheid komt van God en is voor altijd bij Hem.
Het zand aan de zee, de druppels van de regen
en de dagen van de tijd: wie kan ze tellen?
De hoogte van de hemel, de breedte van de aarde
en de diepte van de zee: wie kan dat meten?
Voor alle andere dingen is de wijsheid geschapen
en het denkend verstand was er altijd.
Het woord van God in de hemel is de bron van de wijsheid,
de wegen die ze gaat zijn eeuwige wetten.
Voor wie werd de wortel van de wijsheid blootgelegd
en wie kent haar doordacht beleid?
Aan wie werd de kennis van de wijsheid meegedeeld
en wie ontdekte haar schat aan ervaring?
Er is er maar een die wijs is en ontzagwekkend:
God die op zijn troon zit.
Hij is het die de wijsheid heeft geschapen.
Hij heeft haar gezien en uitgemeten
en heeft haar uitgestort over al wat Hij geschapen heeft.
Ze is aanwezig in alles wat leeft,
en deelt haar met al wie van Hem houdt.
Bij de tekst
Soort boek
‘De wijsheid van Jezus Sirach’ behoort tot de wijsheidsliteratuur, literatuur die levenswijsheid en ervaringswijsheid wil doorgeven, trouw aan de Tora en rekening houdend met God.
Het boek werd opgenomen in de Septuagint, de Griekse vertaling van de Hebreeuwse Bijbel. Hiervan bestaat er een lange en een korte versie. Het Hebreeuwse origineel dat verloren raakte, werd intussen voor een belangrijk deel teruggevonden. Sommige fragmenten wijken wel af van de Griekse versies waarop de vertalingen van de Bijbel gebaseerd zijn.
De ‘Wijsheid van Jezus Sirach’ wordt ook een deuterocanoniek boek genoemd. Dat wil zeggen dat het boek maar in tweede instantie behoort tot de officiële Bijbel (Gr. deuteros = tweede; canon = maatstaf, richtsnoer). Hoewel het niet opgenomen is in de Hebreeuwse Bijbel, ervaren katholieke en oosters-orthodoxe kerken het als gezaghebbend.
Schrijver
Volgens het boek zelf is de schrijver ‘Jezus, de zoon van Eleazar, de zoon van Sirach, uit Jeruzalem’ (Sirach 50, 27), die ook Ben Sirach (= zoon van Sirach) genoemd wordt. Hij zou een Schriftgeleerde geweest zijn die rond 200 voor Christus zijn boek schreef in Jeruzalem, in het Hebreeuws, de taal van de Bijbel.
Zijn kleinzoon die in 132 in Egypte woonde, vertaalde het boek in het Grieks, waardoor het verspreid werd in de toenmalige hellenistische wereld.
Volgens de proloog werd het boek geschreven rond het begin van de tweede eeuw voor Christus.
Suggestie
Jongeren
VERTELLEN
Wijsheid
(Soefiverhaal)
Een leerling vroeg aan zijn meester:
'Hoe kan iemand een wijs mens worden?
De meester antwoordde:
'Wijsheid is niets anders
dan de mogelijkheid om te herkennen'.
'Wat moet je dan herkennen?’ vroeg de leerling.
De meester zei: 'Wie wijs is
kan een vlinder zien in de rups,
een adelaar te zien het ei,
een beeld zien in een blok marmer
en een heilige in de zondaar.'