Loading...
 

1 Koningen 8, 22-23.27-30

1 Koningen 8, 22-23.27-30: Gebed van Salomo

De tekst

’Bijbel in gewone taal’

(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 508)

Toen ging Salomo met zijn gezicht naar het altaar van de Heer staan. Alle Israelieten waren daarbij aanwezig.
Salomo deed zijn handen omhoog naar de hemel en begon te bidden. Hij zei: ‘Heer, God van Israël, er is geen god zoals u, niet in de hemel en niet op de aarde. U houdt u aan uw beloftes. En u bent trouw aan het volk dat van u houdt en dat gehoorzaam is aan u. (...)

Maar kunt u echt op aarde wonen, God? Zelfs de hoogste hemel is niet groot genoeg voor u. Dan is het huis dat ik voor u gebouwd heb, zeker niet groot genoeg.
Luister naar mij, Heer, mijn God. Luister nu naar mijn gebed. Luister naar wat ik u vandaag vraag.
Ik vraag u om dag en nacht goed op deze tempel te letten. Deze plaats waarvan u gezegd hebt: ‘Daar zal ik wonen.’ Luister naar het gebed van mij en uw volk, hier bij deze tempel. Luister naar ons vanuit de hemel waar u woont. Luister naar ons, en vergeef ons.




Dichter bij de tijd

(Bewerking: C. Leterme)

Salomo ging voor het altaar van God staan.
Zo konden alle Israëlieten hem zien.
Hij strekte zijn handen uit naar de hemel en zei:
‘God van Israël, buiten Jou is er geen God
noch in de hemel daarboven, noch op de aarde hier beneden,
die zo goed is en zo trouw aan het verbond met zijn dienaren,
die zich met heel hun hart aan Je toewijden.

Maar zou God werkelijk op aarde wonen?
Zelfs de hemel en de hemel der hemelen kunnen Je niet bevatten!
Dus zeker niet dit huis dat ik voor Je gebouwd heb.
Heb aandacht voor het gebed van je dienaar en wat hij vraagt, God.
Luister naar zijn roepen
en naar het gebed dat hij vandaag tot Je richt.
Laat je ogen open blijven, dag en nacht, naar dit huis,
naar de plaats waarvan Je zei: ‘Daar zal mijn naam wonen.’

Blijf luisteren naar de smeekbede
die je dienaar op die plaats tot Je richt.
Luister naar de smeekbeden die je dienaar en je volk Israël,
op deze plaats tot Jou zullen richten.
Luister ernaar vanuit de hemel, je woonplaats, en vergeef ons.



Stilstaan bij …

Salomo
Salomo was een zoon van David en Batseba en derde koning van Israël. Hij werd niet alleen koning omdat hij een zoon van David was, maar ook door de politieke invloed van zijn aanhangers en een paleisintrige.
Hij regeerde veertig jaar over Israël en Juda. Omdat hij zijn koningschap zag zoals in de omringende landen, gedroeg hij zich als een Oosters despoot, die stond op luxe en overdaad. Daarmee legde hij de kiem voor de scheuring van zijn rijk na zijn dood.





Bij de tekst

Gebed van Salomo

In dit gebed komen de volgende belangrijke ideeën weer:
. Het verbond tussen God en Israël
. God is trouw aan dat verbond
. De verbondenheid van Israël met God





Suggestie

Jongeren

FILOSOFEREN

Waar woont God?

Salomo zegt in zijn gebed: ‘Maar zou God werkelijk op aarde wonen?’

Om over na te denken:
. Woont God ergens?
. Woont Hij op aarde?
. Woont Hij in een tempel? Een kerkgebouw?
. Als God niet in een ‘gebouw’ woont, wat is dan het belang van die gebouwen?
. Wat kan iemand denken over God als hij zich afvraagt of God wel op aarde woont?

. Jesaja zei als woordvoerder van God: ‘De hemel is mijn troon en de aarde mijn voetenbank; wat voor huis zou u voor Mij willen bouwen, en welk heiligdom zou mijn rustplaats zijn. Dit alles heb Ik met eigen handen gemaakt, dit alles is mijn eigendom.’
- Wat zou Jesaja hiermee willen duidelijk maken?

. Paulus zei op de Areopaag in Athene: ‘De God die de wereld gemaakt heeft en alles wat die bevat, de Heer van hemel en aarde, woont niet in tempels die door mensenhanden gemaakt zijn.' (Handelingen 17, 24)
- Wat denk je van deze uitspraak van Paulus?



Belangrijk
In dit gesprek zijn geen goede of slechte ideeën. Het is wel belangrijk dat men zijn antwoorden toelicht, verklaart, uitlegt. (Waarom denk je dat?)
|Lees meer over deze werkvorm.