Loading...
 

1 Koningen 7, 13-51

1 Koningen 7, 13-51: Inrichting van de tempel

De tekst

Dichter bij de tijd

(Bewerking: C. Leterme)

Koning Salomo liet Chiram uit Tyrus bij zich komen. Hij was een heel bekwame bronsbewerker. De koning had verschillende opdrachten voor hem:
Hij moest twee bronzen zuilen gieten, die elk ongeveer negen meter hoog waren. De kapitelen voor boven op de zuilen, moesten ook uit brons zijn. Ze hadden de vorm van een lelie. Verder maakte hij vlechtwerk voor de beide kapitelen. Rond dit vlechtwerk bracht hij twee rijen granaatappels aan. De zuilen plaatste hij bij de voorhal van de tempel. De zuil aan de rechterkant gaf hij de naam Jakin en de zuil aan de linkerkant de naam Boaz.
Verder goot hij de Zee. Dat was een groot rond wasbekken van ongeveer vijf meter doorsnee. Die ‘Zee’ stond op twaalf bronzen runderen, waarvan er drie gekeerd stonden naar het noorden, drie naar het westen, drie naar het zuiden en drie naar het oosten. Hun achtersten waren naar de binnenkant gekeerd.
Chiram maakte ook tien bronzen wagens. Op de zijpanelen ervan waren leeuwen, runderen en kerubs afgebeeld. Op de stijlen waren ingedreven guirlandes te zien. Elke wagen had vier bronzen wielen met bronzen assen. Verder maakte hij tien bronzen bekkens om op die wagens te plaatsen. Vijf wagens plaatste hij aan de zuidzijde van de tempel en vijf aan de noordzijde. De Zee zette hij bij de zuidoosthoek van de tempel.
Al deze voorwerpen werden gegoten in de Jordaanvallei, tussen Sukkot en Saretan.

Salomo liet ook het volgende voor de tempel maken: een gouden altaar, een gouden tafel voor de toonbroden, tien luchters van zuiver goud, gouden bloemen, lampen en snuiters, schotels, messen, offerschalen, pannen en bekkens van zuiver goud, de gouden scharnieren aan de deuren van het heilige der heiligen, en aan de deuren van het schip van de tempel.

Toen dat allemaal klaar was, liet koning Salomo de offergaven van zijn vader David overbrengen (zilver, goud en vaatwerk) en plaatste ze in de schatkamers van de tempel.



Stilstaan bij ...

Salomo
Salomo was de zoon van David en Batseba. Hij werd koning door zijn afkomst, de politieke invloed van zijn aanhangers en een paleisintrige.
Hij was een groot vorst met een vooruitziende blik en een ruime belangstelling. Hij regeerde 40 jaar over Israël en Juda.
Doordat Salomo zijn koningschap opvatte zoals in de omringende landen, gedroeg hij zich zijn hele leven lang als een Oosters despoot, die stond op luxe en overdaad. Daarmee legde hij de kiem voor de scheuring van zijn rijk na zijn dood.

Bronzen Zee

LE TEMPLE DE SALOMON LA MER DE BRONZE

Deze naam werd gegeven aan een groot bronzen vat. Het werd door de priesters gebruikt om hun handen en voeten te wassen elke keer dat zij de tempel binnengaan of een offer brengen.

Bronzen wagens
LE TEMPLE DE SALOMON BASSIN MOBILE

Kerubs / Cherubijnen
Dit zijn een soort engelen.
Op de ark van het verbond stonden twee kerubs. Boven op de ark waren twee kerubs die a.h.w. een zetel maakten waarop de onzichtbare God troonde. De ark / kist zelf was dan zijn voetbank.

Bestand niet gevonden.


Jordaanvallei
Het gebied waar de Jabbok uitmondt in de Jordaan was in die periode bekend om zijn metaalverwerkende industrie.

Gouden tafel voor de toonbroden
Op deze tafel werden elke sabbat twaalf verse broden gelegd als offer. Er waren twaalf broden, voor elke stam één. Deze broden mochten alleen door de priesters gegeten worden.

David
(= de geliefde)
David was zo belangrijk dat de naam die zijn vader hem bij de geboorte gaf niet meer bekend is. De mensen noemden hen: de geliefde.
De meeste geliefde koning van het joodse volk. Hij leefde zowat 1000 jaar voor Christus. Hij was dé grote koning van de joden. Zij herinneren zich zijn tijd als een gouden tijd: voor het eerst zwierf het volk niet meer, had het een vaste stek gevonden.





Suggesties

Grote kinderen

KENNISMAKEN MET DE EMPEL

YouTube

Klik hier om een kijk te hebben op de tempel die Salomo liet bouwen.





DOEN

Kijkdoos

Zorg voor een grote schoendoos. Neem de maat van bodem aan de binnenkant van de doos. Teken daarop in verhouding, de plattegrond van de tempel. (Wat teveel is wordt nadien: tempelplein).
Laat je helpen door deze plattegrond:
Templesalomonplan

Kleef de plattegrond die je zelf gemaakt hebt onderaan de doos.
Maak nu van stevig papier de tussenmuren. Voorzie deuren waar in de tekst deuren voorzien zijn.

Kleed daarna de tempel aan:
Het Heilige der Heiligen en het Heilige, de ruimte die eraan voorafgaat, worden helemaal goudgeel geschilderd.
In het Heilige der Heiligen: ark van het verbond, twee kerubs
In het Heilige: tafel met de twaalf toonbroden; twaalf kandelaars
Voor de torens van het voorhof: twee koperen zuilen
Voor de tempel: de koperen / bronzen ‘Zee’ (wasbekken)





SPELENDERWIJS

Puzzel

Puzzle
Merk op
De kunstenaar heeft de twee zuilen getekend alsof ze een deel van het dak dragen, terwijl de Bijbeltekst de indruk geeft dat het om twee losstaande zuilen gaat die voor het tempelgebouw staan.