Loading...
 

15 augustus: Tenhemelopneming van Maria - eerste lezing

Apokalyps 11, 19a; 12, 1-6.10ab: De vrouw en de draak

De tekst

’Bijbel in gewone taal’

(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 1979)

Toen ging Gods tempel in de hemel open en de heilige kist werd zichtbaar. (...)

Daarna was er aan de hemel een belangrijk teken te zien. Het was een vrouw. Ze had de zon als een mantel om zich heen, ze had de maan onder haar voeten en een kroon van twaalf sterren op haar hoofd. Ze was zwanger. Ze had weeën en schreeuwde van pijn.
Er was nog een teken aan de hemel te zien. Het was een grote, rode draak met zeven koppen en tien hoorns. Op al zijn koppen stond een kroon. Met zijn staart veegde hij een derde deel van de sterren weg, en gooide ze op aarde. Toen ging de draak voor de vrouw staan die aan het bevallen was. Want hij wilde haar kind opeten, zodra het geboren was.
De vrouw kreeg haar kind, het was een zoon. Hij zou later alle ongelovigen vernietigen. Het kind werd meteen meegenomen naar God en bij zijn troon gebracht. De vrouw vluchtte naar de woestijn, naar een plek die God voor haar klaargemaakt had. Daar werd drieënhalf jaar voor haar gezorgd. (...)

Toen hoorde ik een luide stem in de hemel zeggen: ‘Onze God is koning, hij heeft ons gered! Vandaag heeft hij laten zien hoeveel macht hij heeft. Vanaf nu heerst hij, samen met de messias.



Dichter bij de tijd

(Bewerking: C. Leterme)
(De schuingedrukte tekst tussen haakjes, wordt niet voorgelezen in de liturgie)

Toen ging in de hemel de tempel van God open.
(Men kon er de ark van zijn verbond zien.
Er dreunden donderslagen, vergezeld van bliksemschichten
en aardbeving en zware hagel.)
Er verscheen een belangrijk teken aan de hemel:
een vrouw, bekleed met de zon, de maan onder haar voeten
en op haar hoofd een kroon van twaalf sterren.
Ze was zwanger en schreeuwde in haar weeën van de pijn.
Toen verscheen aan de hemel een ander teken:
een grote, vuurrode draak,
met zeven koppen en tien horens, en op elke kop een diadeem.
Met zijn staart veegde hij een derde weg van de sterren aan de hemel
en hij wierp ze op de aarde.
Die draak ging staan voor de vrouw die zou baren,
om zodra zij gebaard had, haar kind op te eten.
En ze baarde een kind, een zoon,
die alle volken zal weiden met een ijzeren staf.
Haar kind werd meteen weggebracht voor de troon van God.
En de vrouw vluchtte de woestijn in,
naar een plaats die God voor haar had klaargemaakt.
Daar kon ze twaalfhonderdzestig dagen eten.
(Toen brak er een oorlog uit in de hemel.
Michaël en zijn engelen vochten tegen de draak.
De draak en zijn engelen vochten terug, maar ze verloren.
In de hemel was er voor hen geen plaats meer.
De grote draak werd neergeworpen op de aarde
samen met zijn engelen.
''Hij was de oude slang, die Duivel en Satan heet,
en de hele wereld verleidt.'')

En ik hoorde een stem in de hemel:
‘Onze God is koning, Hij heeft ons geluk gebracht.
Hij heeft ons zijn macht laten zien.
Nu heerst hij samen met zijn Gezalfde,
(want de aanklager van onze broeders is neergeworpen,
hij klaagde hen dag en nacht aan bij onze God.’)



Stilstaan bij …

Ark van het verbond
Die ark was een kist waarin de 'woorden van God' / de 'tien geboden' bewaard werden en was zo het zichtbaar teken van het verbond tussen God en het volk Israël.
Aan de zijkant van die kist waren ringen waar men stokken kon door steken. Hiermee konden de priesters deze ark gemakkelijk dragen.

Ark200500 200

Reconstructie van de ark van het verbond


De Bijbel staat dat de Israëlieten de ark door de woestijn droegen en die ook meenamen in de strijd.
Toen koning Salomo een tempel bouwde in Jeruzalem, werd ze geplaatst in het 'Heilige der heiligen'. Bij de verwoesting van de tempel, raakte de ark verloren.

Donder, bliksem, aardbeving ...
Natuurverschijnselen die gepaard gaan met een verschijning van God.

Vrouw
In het Oude Testament komt het vaker voor dat een stad of een volk verpersoonlijkt wordt door een vrouw. In dit geval verpersoonlijkt die vrouw het volk Israël.
Merk op dat de Kerk op het feest van Maria Tenhemelopneming een nieuwe invulling aan die tekst geeft door die op Maria toe te passen.

Twaalf
De twaalf sterren symboliseren de twaalf stammen van Israël.

Draak
Monster dat in deze tekst de satan voorstelt, de tegenstander van God.
Die draak herinnert ook aan de slang uit het boek Genesis.

Vuurrood
Deze kleur herinnert aan de rode haarkleur van Kaïn, de ‘eerste moordenaar’.

Kind
Dit kind is Jezus, de Messias / Christus.

Woestijn
Herinnert aan de veertig jaar dat het volk van God door God door de woestijn werd geleid. Tegelijk herinnert het aan de jonge kerk die na de dood van Jezus als het ware verweesd achterbleef.

Twaalfhonderdzestig
(= drie en een half jaar)
Symbolische periode: de duur van een hevige vervolging / verdrukking, die voorafgaat aan het einde.
Merk op dat God in die periode hulp biedt.

Michaël
Beschermengel van het volk van God.





Bij de tekst …

Boodschap

In het visioen van Johannes over de strijd tussen goed en kwaad, wordt het goede belichaamd door de zwangere vrouw, het kwade door de draak. Die bedreigt de vrouw en haar kind. Dat kind wordt na de geboorte snel gebracht bij God die het redt. De vrouw kan vluchten naar een plaats waar God voor haar zorgt. Het kwade krijgt dus niet het laatste woord.



De vlag van Europa

Vlag Europa

De cirkel die door twaalf sterren gevormd wordt is, symboliseert de eenheid en gelijkheid. De sterren zelf symboliseren de idealen van solidariteit en harmonie tussen de volkeren van Europa.
In 1989, een jaar voor zijn dood, zei Arsène Heitz uit Straatsburg, een van de ontwerpers van de vlag van Europa, in l'Osservatore Romano dat hij zich op Maria had geïnspireerd bij het ontwerpen van deze vlag. De blauwe kleur verwijst naar haar en de twaalf sterren worden vermeld in het boek Apokalyps, hoofdstuk 11, waar een vrouw verschijnt met een kroon van twaalf sterren.

Vierge Rue Du Bac





Bijbel en kunst

BEATUS VAN LIEBANA

Beatus

Beatus Van Liébana 8e Eeuw

Het woord Beatus (Latijn = de gelukkige, de zalige) verwijst zowel naar de theoloog Beatus van Liébana, als naar zijn Commentaar op de Apocalyps van Johannes, een werk dat veel eeuwen werd gekopieerd.

De theoloog Beatus van Liébana leefde in de tweede helft van de achtste eeuw in Asturië (Noord Spanje). Hij is bekend als de schrijver van de Commentaar op de Apocalyps (776).
Van dit werk bestaan nog 26 geïllustreerde kopieën die bekend zijn onder de naam 'Beatus'.

Beatus Van Liébana 8e Eeuw Facundus Beatus






Suggestie

Grote kinderen

VERDIEPEN

Twaalf sterren


Vijfpuntige Ster

Bezorg de groep kinderen twaalf sterren. Op elk van die sterren schrijven ze hoe ze in hun leven solidair met anderen kunnen zijn.
Daarna legen ze die sterren in een halve cirkel aan de voet van een Mariabeeld.





Overweging

Jacques Haers

De draak en de zwangere vrouw

(Homilie Begijnhofkerk UP-Leuven 2018)

Deze tekst brengt ons fantastische beelden
zoals we die meer vinden in het boek Openbaring:
op die manier wil de auteur Johannes ons uitnodigen
om een uitdagende en diepe, maar niet gemakkelijk te omschrijven werkelijkheid, te confronteren.
Heel concreet sprak het boek Openbaring tot de verbeelding
van een groep vervolgde christenen
in de prille jaren van de jonge Kerk.
De toenmalige christenen leefden angstaanjagende tijden
en voelden zich bedreigd en vervolgd door het staatsgezag:
de wereld leek hen een verschrikkelijke, vervaarlijke, draak,
machtig en blijkbaar onoverwinbaar,
die zijn tentakels controlerend in alle richtingen uitwaaiert,
waaraan je niet kan ontsnappen,
en die bovendien rijk genoeg is om zijn macht te laten gelden,
een draak ook die niet aarzelt om geweld te gebruiken.
En toch waren die christenen ook overtuigd
dat zij iets bijzonder te bieden hebben:
tenminste, zo lijkt dat beeld van een zwangere vrouw ons te zeggen:
een mens die zwanger is van toekomst,
hier ontstaat iets nieuws, nieuw en fris leven voor onze wereld,
en voor de hele wereld – daar lijkt het getal twaalf naar te verwijzen.
Dat nieuwe heeft ook een kracht … de kracht van een klein kind …
wat betekent dat het bescherming zal nodig hebben:
het kind staat niet alleen …
hier is God aan het werk, in de kracht van het zwakke.
De boodschap en de levenswijze die de Christenen droegen
leek kwetsbaar, fragiel en bedreigd …
en hun geloof in de kracht van God stond op de proef:
is die God wel opgewassen tegen die vreselijke draak?
Van hen werd gevraagd een keuze te maken … een onderscheiding …

Misschien is dat een beeld dat ons ook vandaag kan helpen.
We leven inderdaad op een tijdsgewricht dat bedreigend is:
geweld en oorlog dreigen,
er zijn ondraaglijke onevenwichten tussen arm en rijk,
onze wereld is verdeeld
tussen elkaar onverbiddelijk concurrerende “rijken”,
en we beseffen dat ons spilzuchtig gedrag
een bedreiging is voor de natuur,
die niet meer de veilige thuishaven blijkt te zijn
waaraan we gewoon geworden waren.
Die bedreigingen nemen de vorm aan
van een machtige en gevaarlijke draak,
waaraan we niet meer lijken te kunnen ontsnappen …
En toch leeft in ons ook groot verlangen,
een onstopbare droom naar een vredevolle wereld,
waar mensen vreugdevol en dankbaar mogen leven met elkaar,
en genieten van de rijke, veelkleurige planeet die ons leven draagt.
Er zijn in ons ook vele initiatieven
die proberen deze vreugde tot stand te brengen,
maar ze zijn soms heel zwak en kwetsbaar en vragen om bescherming.
Wij ervaren dit verlangen en deze initiatieven
als werkzaamheid van God in ons midden:
hier wordt de kern getroffen van wat levensvreugde betekent,
hier is God ons trouw midden in onze wereld,
deze verlangens en initiatieven zijn een beetje teken
van Gods menswording, van Gods verlangen om bij ons te zijn.
Dat kind waar we zwanger van zijn,
zoals die vrouw in het boek Openbaring,
dat is God aan het werk in ons midden …
kwetsbaar, en toch heel krachtig en taai.
Kunnen wij dat geloven?
Kunnen wij trouw blijven aan die trouwe God?
Of is het de grote, vuurrode draak die het zal halen
en ons zal verleiden tot destructieve manieren van leven,
als concurrenten onder elkaar,
als uitbuiters van de natuur,
zonder respect voor de diepte van ons eigen hart?