Loading...
 

17e zondag B - eerste lezing

2 Koningen 4, 42-44: De broodvermenigvuldiging

De tekst

Dichter bij de tijd

(Bewerking: C. Leterme)

Op een dag kwam er iemand uit Baäl-Salisa
op bezoek bij de profeet Elisa.
In zijn tas had hij twintig gerstebroden en vers graan voor hem mee.
De gerstebroden waren gemaakt met gerst van de nieuwe oogst.

- Geef de mannen maar te eten, zei Elisa tegen zijn knecht.
- Hoe kan ik dat nu voorzetten aan honderd man?
Dat is zeker niet genoeg! zei zijn dienaar.
- Geef het ze maar te eten, zei Elisa.
Want God zegt: ‘Zij zullen eten en overhouden.’

Toen deelde de knecht het brood uit.
Iedereen at ervan en ze hadden nog brood over.
Net zoals God gezegd had.



Stilstaan bij ...

Baäl-Salisa
(= Baäl van het derde stadsdeel)
Dorp in het land Salisa in het gebergte van Efraïm.

Elisa
(= Mijn God is redding)
Profeet die de profeet Elia opvolgde. Hij trad op in de 9e eeuw voor Christus in Israël / Noordrijk

Eerstelingen
Dit is de eerste opbrengst van het veld of van de kudde.
Vroeger brachten de joden hun eerstelingen naar de tempel om God te danken voor de vruchten van het land of de kudde en Hem te bidden om voor verdere vruchtbaarheid te zorgen.

Gerstebroden
Gerstebroden hadden een platte ronde vorm. In schaarse tijden werden ze gebruikt door wie minder welgesteld was. Want gerst was half zo duur als tarwe.
Tijdens het joodse paasfeest gebruikte men gerstebroden als offerbrood.



Spreken met beelden

Overvloed aan voedsel en wijn is in de Bijbel een teken van de aanbrekende heilstijd.
Dat mensen kunnen eten, hun honger stillen en nog over houden, geeft aan dat God niet zuinig omgaat met zijn goedheid.





Bij de tekst

Betekenis

Deze tekst kan men lezen als een aanvulling op de test over het manna. Daarin kan men lezen dat God erin zal voorzien dat er altijd brood is.

Deze tekst geeft aan:
. Er is genoeg voor iedereen op voorwaarde dat men zelf deelt. Er is zelfs meer dan men denkt.
. God heeft geen andere handen dan de onze.



Wonderverhalen

Wonderverhalen in de Bijbel wijzen telkens opnieuw op de zorg van God voor mensen die tekort hebben.
Een aantal wonderverhalen in dit hoofdstuk lijken op die van Elia (1 Koningen 17).Zo tonen ze dat Elisa de ware opvolger was van de grote profeet Elia.



Relatie met het nieuwe testament

De evangelisten vonden in dit verhaal hun inspiratie om te verwoorden wie Jezus voor hen was.





Overweging

Agnes Lameire

Volksverhalen

Halfweg de negende eeuw voor Christus, toen Joram koning over Israël was, trok Elisa als profeet rond in Israël. Hij moet een grootmoedig man zijn geweest want toen men hem twintig gerstebroden en een zak vers graan aanbood gaf hij de opdracht: ‘Zet het de profeten voor, ze zullen er een maaltijd aan hebben.’ En hoewel die met honderd in aantal waren, aten ze allemaal voldoende ‘en hielden nog over, zoals de HEER had gezegd.’ Voorwaar een echt Oudtestamentisch broodwonder !
Het spreekt vanzelf dat we dit soort wonderverhalen met een flinke korrel zout mogen nemen. De boeken Koningen 1en 2 werden geschreven door schrijvers die volksverhalen over de zwervende profeten Elia en Elisa verzamelden en in de geschiedenis van de koningen een plaats gaven.