Loading...
 

1e zondag van de veertigdagentijd A - evangelie

Matteüs 4, 1-11: Jezus in de woestijn

Matteüs 4, 1-11 // Marcus 1,12-15 // Lucas 4, 1-13



De tekst

’Bijbel in gewone taal’

(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 1524-1525)

De Geest bracht Jezus naar de woestijn. Daar zou de duivel proberen om Jezus te laten zondigen. Veertig dagen en nachten was Jezus in de woestijn zonder iets te eten. Hij had erge honger gekregen.
Toen kwam de duivel naar hem toe en zei: ‘Jij bent toch de Zoon van God? Zeg dan dat deze stenen in brood moeten veranderen!’ Maar Jezus antwoordde: ‘In de heilige boeken staat: «Alleen van brood kan een mens niet leven. Maar hij leeft van elk woord dat God spreekt.»’
Toen nam de duivel Jezus mee naar Jeruzalem. Hij zette hem op het dak van de tempel, en hij zei: ‘Jij bent toch de Zoon van God? Spring dan naar beneden! Want in de heilige boeken staat: «God geeft zijn engelen de opdracht om je op te vangen. Je zult je voet niet stoten tegen een steen.»’ Maar Jezus zei: ‘In de heilige boeken staat ook dit: «Je mag de Heer, je God, niet uitdagen om zijn macht te bewijzen.»’
Daarna nam de duivel Jezus mee naar een heel hoge berg. Hij liet hem alle machtige koninkrijken van de wereld zien, en hij zei: ‘Ik geef jou al die koninkrijken. Maar dan moet jij voor mij knielen en mij eren.’
Maar Jezus zei: ‘Ga weg, Satan. In de heilige boeken staat: «Kniel alleen voor de Heer, je God, en vereer alleen hem.»’
Toen ging de duivel weg, en meteen kwamen er engelen om voor Jezus te zorgen.



Dichter bij de tijd

(Bewerking: C. Leterme)

Nadat Jezus door Johannes gedoopt werd
trok Hij naar de woestijn.

Daar bleef Hij veertig dagen zonder te eten.
Jezus dacht na en bad.
Hij vroeg aan God: 'Wat wil Je dat ik doe?'

Na veertig dagen kreeg Jezus honger.
Overal zag Hij grote en kleine stenen.
Hij dacht: 'Als Ik nu eens tot deze stenen zeg
dat ze broden moeten worden...'
Maar dan bedacht Jezus zich
en zei bij zichzelf: 'Waarom zou Ik dat doen?
Een mens leeft niet van brood alleen.'

Dan kwam Jezus op het dak van de tempel.
Hij dacht: 'Als Ik zo belangrijk ben voor God,
dan kan Ik rustig naar beneden springen.
God zal er dan wel voor zorgen
dat Ik mijn voeten niet breek.'
Maar dan bedacht Hij zich
en zei bij zichzelf: 'Waarom zou ik dat doen?
Zoiets moet Ik toch niet aan God vragen.'

Dan kwam Jezus op een hoge berg.
Van daaruit zag Hij heel veel.
Hij dacht: 'Als alles wat Ik zie
nu eens van Mij zou zijn, dan...'
Maar dan bedacht Jezus zich
en zei bij zichzelf: 'Waarom zou Ik dat willen?
Alleen wat God wil is belangrijk.'

Dan ging Jezus weg uit de woestijn
en zei tot de mensen:
'Het rijk van God is nu heel dichtbij.
Begin anders te leven!'



Stilstaan bij…

Woestijn
Waarschijnlijk ging Jezus naar de woestijn van Judea. Omdat in een woestijn weinig te zien is, doet die plaats nadenken over wat belangrijk is in het leven.
In de Bijbel is een woestijn de plaats waar men getest wordt op de diepgang van zijn engagement en op de sterkte van de trouw aan God. Het is een plaats waar men zich voorbereidt op een nieuwe taak.
Plaats waar men honger en dorst lijdt en waar men getest wordt op de diepgang van het engagement en op de sterkte van de trouw aan God.
De verleidingen gebeuren in de woestijn. Dat is niet de Sahara. Dat is de woestijn van de miskenning, de vereenzaming, de depressie, de isolering door ziekte, door verlies, of door een gebroken relatie. Woestijn is leegte. Niemand hebben. Het niet meer zien zitten. Er alleen voor staan. Troosteloosheid. Mensen kunnen harde woestijntijden meemaken! Dan is de bekoring groot om er de brui aan te geven. Dan moet je geestelijk sterk staan om staande te blijven. In je geloof, in je vertrouwen, in de liefde.

Veertig
Als men in de bijbel ‘veertig’ schrijft’, wil dat niet zeggen: precies veertig. Het is de tijd die nodig is om zich op iets voor te bereiden, om zich over iets te bezinnen. (Volgens sommigen is dit getal geïnspireerd aan de duur van een zwangerschap (± 40 weken)
Mozes (vertegenwoordiger van de wet) en Elia (vertegenwoordiger van de profeten), vastten 40 dagen en nachten in de woestijn. En het joodse volk trok veertig jaar door de woestijn, vooraleer het in het beloofde land aankwam. Het kreeg zo de tijd om zich de geboden eigen te maken die het aan het begin van die tocht kreeg.
Zo was Jezus veertig dagen in de woestijn om zich te bezinnen vooraleer Hij overal in Palestina rondtrok om het evangelie te brengen.

Duivel
(= Grieks: diabolos; Frans: diable; Hebreeuws: ‘Satan’ = ‘tegenstander’)
In het Grieks is de duivel letterlijk iemand die er zich tussen gooit en een bepaalde orde verstrooit.
(B.v. het verbond tussen Jezus en de Geest / God). Op die manier verpersoonlijkt de duivel het kwade (goddeloosheid, onrecht... ). De voorstelling van de duivel met bokkenpoten, een staart en horens is daar een volkse inkleuring van.

Zoon van God
Titel die gegeven werd aan wie op een bijzondere wijze door God bemind werd.




Bij het vereenvoudigen van de bijbeltekst

In het verhaal van Matteüs is er sprake van de duivel. Kinderen kunnen in de duivel nog geen verpersoonlijking zien van de tweestrijd die zich in het gemoed van de mens kan afspelen. Daarom werd hij bij het herschrijven niet met naam genoemd en werd de bekoring omschreven als een innerlijk gesprek met zet en tegenzet.





Bij de tekst

Als je dit verhaal vertelt ...

... hou er dan rekening mee dat bezit, succes en macht niet bij voorbaat kwade dingen zijn. Het al of niet goed zijn ervan hangt af van de manier waarop men ermee omgaat.



Drie 'bekoringen'

stenen in brood veranderen= beeld voor materieel voordeel / veel hebben / bezit
werp u naar beneden, de engelen zullen er voor zorgen dat u uw voet niet stoot aan een steen
= beeld voor hoogmoed, zucht naar succes / belangrijk zijn
alle koninkrijken der wereld zullen van u zijn= beeld voor macht, hebzucht / machtig zijn




Wortels in het Oude Testament

Deuteronomium 34, 1
"Toen ging Mozes uit de vlakte de berg Nebo op, naar de top van de Pisga, recht tegenover Jericho. En Jahwe liet hem het hele land zien"

Wanneer God boven op de berg Nebo aan Mozes het beloofde land toont, wordt Jezus op een hoge berg alle koninkrijken van de aarde beloofd (Matteüs 4, 9).


Deuteronomium 8, 2-8
"Blijf denken aan heel die tocht van veertig jaar die de Heer uw God u in de woestijn heeft laten maken. Hij heeft u toen vernederd en op de proef gesteld om uw gezindheid te leren kennen: Hij wilde zien of u zijn geboden zou onderhouden of niet. Hij heeft u vernederd en u honger laten lijden, maar u ook het manna te eten gegeven dat u noch uw vaderen ooit hadden gezien. Hij wilde u daardoor laten beseffen dat de mens niet leeft van brood alleen, maar van alles wat uit de mond van de Heer komt."

Zoals God zijn volk door de woestijn leidde en het op de proef te stelde, zo leidt Geest van God Jezus de woestijn in, om er door de duivel getest te worden. Jezus lijkt dezelfde beproevingen mee te maken als zijn volk.


Psalm 91, 11-12
‘God geeft zijn engelen de opdracht om je op te vangen. Je zult je voet niet stoten tegen een steen.’

De duivel probeert Jezus met zijn eigen tactiek te vangen en citeert uit de Bijbel.


Deuteronomium 6, 16
"Je mag de Heer, je God, niet uitdagen om zijn macht te bewijzen."

Jezus reageert vanuit de Bijbel en toont zo zijn nauwe verbondeheid met God.



Wat deze tekst zegt over ...

... kiezen
In zijn groei wordt de mens zich geleidelijk van zichzelf bewust en begint hij zich te situeren tegenover de natuur, zijn lichaam, de anderen, de maatschappij ... Hierbij kiest hij in welke richting hij wil uitgaan. Zo kan hij keuzes maken die niet beantwoorden aan zijn mogelijkheden als mens. De overweging om zo’n keuze te maken kan men 'bekoring' noemen.
Deze tekst toont de keuzemogelijkheden die Jezus had: Hij kon voor zichzelf kiezen en uit zijn op materieel voordeel of succes of Hij kon kiezen om zijn leven te oriënteren op God en aandacht te hebben voor wie in nood is.


... het rijk van God
Dit rijk heeft te maken met een levensstijl waarbij de juiste plaats wordt gegeven aan het woord van God. Het heeft dus niets te maken met het materiële noch met succes, en het is ook niet te verenigen met werelds machtsvertoon. Op dit punt botste Jezus op onbegrip en verzet bij zijn leerlingen en bij het volk, die dachten dat de Romeinse bezetter verdreven zou worden bij de komst van het rijk van God.


... bekering
De radicale afwijzing van de bekoringen geven een zicht op wat bekering is: bewust worden van wat echt waardevol is en afwijzen wat hiervan afleidt.
Bijvoorbeeld:
. leven in dienst van de ander, i.p.v. in dienst van zichzelf.
. leven in dienst van gerechtigheid i.p.v. in dienst van macht.
. leven in dienst van wat God wil i.p.v. leven als God.


… het leven van Jezus
Deze tekst is een soort programmaverklaring van Jezus. Wat Hij afwijst brengt je op het spoor van wat Hij belangrijk vindt: niet materieel voordeel (brood), noch hebzucht (veel hebben), noch hoogmoed (kicks, sensationele uitdagingen) maken een mens gelukkig, maar wel het doen van wat God goedvindt voor de mens. Wat dit inhoudt, wordt duidelijk in het vervolg van dit evangelie. In wat Jezus doet en zegt wordt geleidelijk de wil van God kenbaar: aandacht voor wie in nood is, liefde, rechtvaardigheid, vrede ...



Veertigdagentijd

Deze tekst wordt aan het begin van de veertigdagentijd voorgelezen, omdat ze herinnert aan de veertig dagen die Jezus in de woestijn doorbracht als voorbereiding op zijn ‘openbaar’ leven.
Die veertig dagen waren op zich al een herinnering aan de veertig jaar die het joodse volk in de woestijn doorbracht, vooraleer het in het beloofde land aankwam. Zo kregen ze veertig jaar de tijd om zich de geboden eigen te maken die aan het begin van deze tocht werden gegeven.





Bijbel en kunst

Vooraf


Gislebertus

Vermoedelijke kunstenaar: Gislebertus (1090-1146?)
Kapiteel in de kathedraal Saint-Lazare - Autun (Saône-et-Loire)


Door de duivel (Middeleeuwen) zo voor te stellen, zegt men dat het kwaad buiten de mens te situeren is, waardoor de mens uiteindelijk geen verantwoordelijkheid heeft voor het kwaad.


Jezus Bekoord

Voorstelling in een kinderbijbel
(uitgegeven eind XXe eeuw - verdere gegevens onbekend)


Een aantal kinderbijbels stelt de duivel voor als een soort schaduw. Zo'n voorstelling maakt duidelijk dat het kwaad iets is wat in de mens is, een soort tweede ik.





J. TISSOT

De bekoring van Jezus

SatanTriedToTemptJesus Tissot

De Franse kunstenaar James Tissot (Nantes, 15 oktober 1836 - Doubs, 8 augustus 1902) stelde als eerste de duivel voor als een soort doorluchtige schaduw.
Later gingen andere kunstenaars nog een stap verder, en gaven de duivel zelfs trekken van Jezus zelf. Zo maakten ze duidelijk dat het kwade iets is wat mensen in zichzelf kunnen waarnemen.





Inkijkje in de kinderpsychologie

(Juf Leonie - Nederland)

De duivel zei tegen Jezus:
"Als jij de Zoon van God bent, zeg dan tegen deze stenen dat ze veranderen in brood".
Maar Hij antwoordde:
"Er staat geschreven: een mens leeft niet van brood alleen".
- Wat gebeurt er als bij kinderen als je dit stukje evangelie voorleest?
Drie kinderen van verschillende leeftijden reageerden als volgt:


Kind van 6
Ik vind het stom! Waarom doet Jezus dat niet even?
Hij kan toch gemakkelijk die stenen in brood veranderen!
Ik snap niet waarom hij dat niet doet!

Voor een kind van 6 is Jezus als een held, een goede tovenaar die alles kan.


Kind van 10
... Maar Jezus, die luistert lekker niet naar die duivel,
Die duivel is een slechte en Jezus is de goeie!

Een kind van 10 probeert het gedrag van Jezus logisch te verklaren,
zodat Jezus als held overeind kan blijven.


Kind van 12
... maar Jezus doet dat niet, hij verandert geen stenen in brood,
want dan zou het kwade het winnen van het goede,
en Jezus is heel flink en kiest voor het goede, ook al is dat moeilijker! ...

Een kind van 12 kan al abstracter denken en begrijpt al iets van de betekenis van deze tekst: het gaat niet om de exacte concrete inhoud, maar om de bedoeling ervan.





Suggesties

Kleine kinderen

Vul aan

Tekening van een open woestijnvlakte

Teken Jezus in de woestijn.
Schrijf op het donkerste deel van de woestijn waartoe Jezus verleid werd.
Schrijf in de buurt van de zon wat Jezus belangrijk vond.





Grote kinderen

ONDERZOEKEN

Kiezen

Drie situaties

Louis, Zitta en Maya staan voor een moeilijke keuze.
- Voor wie kiezen ze?
- Wat zou jij doen in hun plaats?

Louis is de grootste van de klas. Hij kiest altijd het spel op de speelplaats. Iedereen vindt dat normaal, want zo is het altijd geweest. Op een dag stapt Arnoud naar Louis. Hij vraagt wanneer hij of de anderen eens een spel mogen kiezen. 'Louis is toch niet de baas van de klas.'

Louis moet hier even over nadenken. Hij ...

Louis kiest ervoor om ...

Zitta heeft pas een nieuwe fiets gekregen. Ze vertelt iedereen dat haar fiets de mooiste is van de hele school. Op een dag komt Nathan naar school met een nieuwe fiets. Zitta vindt die nog veel toffer dan haar fiets. Maar dat geeft ze niet graag toe. Daar komt Nathan net aangefietst. 'Hoi, Zitta, wat vind je van mijn nieuwe fiets? ‘, vraagt hij. Zitta ...

Zitta kiest ervoor om ...

Maya krijgt van oma een zak snoepjes. Maya besluit om er erg zuinig mee te zijn. De volgende dag neemt ze het snoep mee naar school. Ze neemt één snoepje uit de zak en zet er haar tanden in. Mmm, zegt Lore, haar beste vriendin, daar heb ik ook wel trek in. Ook Stephen, Inias en Arne komen erbij staan. Maya ...

Maya kiest ervoor om...



- Hebben jullie ook al eens voor zo'n keuze gestaan?
- Wat heb je toen gedaan?
- Wat ging er toen allemaal door je heen?



Werken met reclame

(naar: C. LETERME in Samuel Opsteker, uitgeverij Averbode 2002 nr 5)

Materiaal
Reclame uit tijdschriften, kranten... vooraf gegroepeerd rond thema's (shampoo, tandpasta, auto's...)


Verloop
Verdeel de groep kinderen in kleine groepjes (net zoveel als je soorten reclame bijeengezocht hebt).
Opdracht: 'Als je XXX nodig hebt, wat zou je dan kiezen?
Elk groepje bespreek zijn keuzen a.d.h.v. een aantal vragen:
- Kun je een keuze maken op basis van de gegevens die je krijgt?
- Vind je de reden waarom reclame zegt dat iets gekocht moet worden wel goed?
- Waarom is kiezen moeilijk?
- Waarom kies je uiteindelijk voor iets? Wat bepaalt je keuze?

Nadien stellen de verschillende groepen hun keuze voor samen met de verantwoording van hun keuze.

Lees het verhaal van de bekoring van Jezus in de woestijn, zoals het in de bijbel staat.
Dit kun je inleiden met:
Ook Jezus moest in zijn leven moeilijke keuzes maken. Matteüs schreef daarover. Driemaal zei Jezus 'neen'. Tegen veel bezitten, de baas spelen en het grootste woord hebben.
Zo deed Hij wat zijn Vader van Hem verlangde.





KENNISMAKEN MET DE BIJBELTEKST

Jezus wordt bekoord

(C.L. 29-02-1996)

Nadat Jezus door Johannes gedoopt werd
trok hij naar de woestijn.

Daar blijft hij veertig dagen zonder te eten.
Jezus denkt na en bidt.
Hij vraagt aan God:
'Wat wil Jij dat ik doe?'

Na veertig dagen krijgt Jezus honger.
Overal ziet hij grote en kleine stenen.
Hij denkt:
'Als ik nu eens tot deze stenen zeg
dat ze broden moeten worden...'
Maar dan bedenkt Jezus zich
en zegt bij zichzelf:
'Waarom zou ik dat doen?
Een mens leeft niet van brood alleen.'

Dan komt Jezus op het dak van de tempel.
Hij denkt:
'Als ik zo belangrijk ben voor God,
dan kan ik rustig naar beneden springen.
God zal er dan wel voor zorgen
dat ik mijn voeten niet breek.'
Maar dan bedenkt hij zich
en zegt bij zichzelf:
'Waarom zou ik dat doen?
Zoiets moet ik toch niet aan God vragen.'

Dan komt Jezus op een hoge berg.
Van daaruit ziet hij heel veel.
Hij denkt:
'Als alles wat ik zie
nu eens van mij zou zijn, dan...'
Maar dan bedenkt Jezus zich
en zegt bij zichzelf:
'Waarom zou ik dat willen?
Alleen wat God wil is belangrijk.'

Dan gaat Jezus weg uit de woestijn
en zegt tot de mensen:
'Het rijk van God is nu heel dichtbij.
Begin anders te leven!'



Bij de herschreven tekst
In het verhaal van Matteüs is er sprake van de duivel. Kinderen kunnen in de duivel nog geen verpersoonlijking zien van de tweestrijd die zich in het gemoed van de mens kan afspe-en. Daarom wordt de duivel niet met naam genoemd en wordt de bekoring omschreven als een innerlijk gesprek met zet en tegenzet.

Dit verhaal is een soort programma-verklaring van Jezus. Wat hij afwijst brengt je op het spoor van wat Hij belangrijk vindt.
Nl. Niet materieel voordeel (brood), noch hebzucht (veel hebben), noch hoogmoed (kicks, sensationele uitdagingen) maken een mens gelukkig, wel het doen van wat God voor de mens goedvindt.
Wat dit inhoudt, wordt duidelijk in het verdere evangelie. Wat Jezus doet en zegt brengt je geleidelijk van Gods wil op de hoogte: aandacht voor wie in nood is, liefde, rechtvaardigheid, vrede...

Je kunt dit verhaal opstarten met een gesprek rond een foto van een woestijn:
. Hoe ziet een woestijn eruit?
. Is er eten in de woestijn?
. Wat kunnen mensen denken als ze zoveel dagen geen eten en drinken hebben gehad?



Jezus gaat de woestijn in

Vooraf
. Suggereer met stenen, wat zand, een cactus of een vetplantje op een tafel de woestijn uit het evangelie.
. Knip uit tekenpapier 'platte keien' uit, zoveel als er kinderen zijn. Je kunt natuurlijk ook echte keien gebruiken.
. Maak een aantal wegwijzers. Op één ervan staat: 'het woord van God'. Dit is de wegwijzer van Jezus in zijn leven.


Verloop

Nadat Jezus door Johannes gedoopt werd, trok Hij naar de woestijn.

Jezus gaat gedurende veertig dagen de woestijn in.
- Wat is een woestijn?
- Hoe ziet die eruit?
- Is er eten in de woestijn?
- Is er in ons leven iets wat je met zo'n woestijn kunt vergelijken?
(Een plekje waar je door niemand gestoord wordt?
Bv. een plekje in de tuin, eigen kamer, bij oma of opa, aan zee op vakantie ...)


Daar blijft Hij veertig dagen zonder te eten.

Sta dan stil bij het woord 'veertig'.
Informeer: in de Bijbel heeft het getal veertig een betekenis. Het geeft een tijd aan van bezinning, van inkeer. Geef hierbij het voorbeeld van het joodse volk dat, nadat het de woorden (geboden) van God kreeg, veertig jaar door de woestijn trekt om zich voor te bereiden op het leven in het beloofde land.


'Een mens leeft niet van brood alleen.'

- Waar kan een mens nog van leven?


'Maar van elk woord dat uit de mond van God komt.'

God was de wegwijzer in het leven van Jezus.
- Wie of wat wijst de weg in jouw leven?
Schrijf dat op de blanco wegwijzers.
- Vind je dat een goede gids? Waarom?


'Het rijk van God is nu heel dichtbij. Begin anders te leven!'

We zijn nu in de veertigdagentijd.
Dat zijn veertig dagen waarop christenen zich willen voorbereiden op Pasen.
Ze doen dat door na te denken over hun manier van leven.
- Bereid jij je voor op Pasen? Hoe? Waarom (niet)?
- Zou jij nu anders beginnen te leven? Wat kan dat zijn voor jou?
De kinderen schrijven dit op de 'keien'.





EVEN TESTEN

Waar of niet waar?

Jezus blijft 40 jaar in de woestijn.
De duivel vraagt: 'Verander deze stenen in brood.' (waar)
Jezus zegt dat Hij alles wil doen wat de duivel vraagt.
De duivel zegt dat een mens niet van brood alleen leeft.
Jezus zegt: 'Ik wil alleen God dienen.'(waar)
De duivel wil dat Jezus voor hem op zijn knieën valt.(waar)
Jezus loopt in veertig minuten de woestijn uit.
De duivel zegt dat de apostelen Jezus zullen opvangen wanneer Hij van het dak van de tempel springt.






VERDIEPEN

Woorden met een extra betekenis

Woestijn

Een vrij ruig gebied dat oog doet krijgen voor wat echt belangrijk is. In de Bijbel is dit een belangrijke plaats waar God spreekt tot het hart van de mensen. Veel gebeurtenissen uit de geschiedenis van Israël vonden plaats in de woestijn.

Zo was er een belangrijke gebeurtenis waarbij Mozes een belangrijke rol speelde. Weet je welke? Duid het goede antwoord aan.
O De schepping van de wereld
O De uittocht van de Hebreeën uit Egypte
O De zondvloed
O De bouw van de tempel te Jeruzalem
O De vlucht van Jozef, Maria en Jezus naar Egypte.



Veertig

In de Bijbel hebben veel cijfers en getallen een betekenis. Het getal veertig staat voor een tijd waarin men getest wordt, waarin men zich voorbereidt op een nieuw of een ander leven.
Elk van de volgende gebeurtenissen duurde veertig dagen of veertig jaren.

• Noach verbleef in zijn ark tijdens de zondvloed.
• Jezus bereidde zijn optreden voor in de woestijn.
• Mozes ontving tien woorden van God.
• De verrezen Christus verscheen aan zijn apostelen.
• De Hebreeën gingen door de woestijn naar het Beloofde Land.
• David is koning van Israël

- Ken je iets in het leven van christenen dat veertig dagen duurt?



De keuze van Jezus

(C. LETERME in Samuel Opsteker, uitgeverij Averbode, 2002 nr 5)

Materiaal
Drie woordkaarten met daarop:
. van stenen brood maken
. van de tempel springen
. heersen

Woordkaarten met een andere kleur: Succes, kick, macht
(eventueel nog meer woorden: eer, roem, profijt, rijkdom, plezier..)
Tekst over de bekoring van Jezus (Matteüs 4, 1 – 11)


Verloop
Vertel over Jezus in de woestijn. Gebruik de woordkaarten als verhaalsteun voor jezelf en als start voor de volgende activiteit. Leg ze op de grond als je in een kring werkt. In het andere geval breng je ze aan tegen een muur.


Haal de volgende woordkaarten boven: Succes, kick, macht
(eventueel nog meer woorden: eer, roem, profijt, rijkdom, plezier..)


Zoek met de kinderen om welk soort bekoring het telkens gaat:
. Stenen in brood veranderen - succes
. Van de tempel naar beneden springen - kick
. Berg - macht


Sta nadien stil bij de reactie van Jezus:
. Een mens zal leven van ieder woord dat komt uit de mond van God
. God mag je niet testen (= op de proef stellen)
. Alleen God is het aanbidden en het dienen waard.

Dit betekent dat Jezus bij elke bekoring kiest voor God.
Vraag of de kinderen weten wat voor God belangrijk is. Als ze het niet weten kun je ze uitnodigen om extra aandacht te hebben voor wat Jezus doet en zegt. Zo komen ze op het spoor van wet God wil.
Nl.: Hulp voor wie in nood is, liefde, rechtvaardigheid, vrede …


Tijdens een paar minuten stilte kunnen de kinderen bij zichzelf nagaan op welk punt ze zich voor de rest van de week niet meer willen laten bekoren.
(Dit spreken ze alleen voor elkaar uit wanneer er een voldoende sfeer van vertrouwen is in de groep.)


Sluit af met het voorlezen van de tekst zoals je die in de Bijbel vindt (Matteüs 4, 1 – 11).



Drie bekoringen

(Samuel, uitgeverij Averbode, 2010 nr 4, p. 7)

Jezus wordt geconfronteerd met drie vormen van bekoring:
- hebben wat men wil
- machtig zijn
- succes hebben.
Niet alleen wil Jezus er niet op ingaan, Hij maakt zelfs duidelijk dat Hij dat anders beleeft.

Een steen veranderen in brood voor Hem alleen

Alle macht hebben op aarde

Zieken genezen en hun zeggen dat ze er niet mogen over spreken

Succes hebben dankzij buitengewone handelingen

Vijf broden en twee vissen delen met een hele menigte

Een meester die de voeten van zijn vrienden wast


- Kleur rood wat met de duivel te maken heeft
en groen wat met Jezus te maken heeft.
- Verbind daarna elk voorstel van de duivel met de reactie van Jezus.


- Waarom verzet Jezus zich tegen deze 'bekoringen'?
Omdat ze van Hem iemand willen maken die Hij helemaal niet wil zijn: een egoïst die uit is op macht en succes. Jezus weet wat Hij wil: solidair zijn, eenvoudig, echt mens, zonder vals te spelen.



Correctiesleutel
Een steen veranderen in brood voor Hem alleen / Vijf broden en twee vissen delen met een hele menigte
Alle macht hebben op aarde / Een meester die de voeten van zijn vrienden wast
Succes hebben dankzij buitengewone handelingen / Zieken genezen en hun zeggen dat ze er niet mogen over spreken



Bart kiest

Materiaal
Drie woordkaarten met de woorden: MACHTIG ZIJN, BELANGRIJK ZIJN, VEEL HEBBEN.
Bijbel: Matteüs, 4, 1-11


Verloop
Vertel:

Het is woensdagmiddag en Bart komt van school.
Hij heeft veel om over na te denken en wil graag alleen zijn.
Hij besluit om naar het bos te gaan.
Het is er heerlijk stil. Hé hé, net wat ik nodig had.
Bart sluit zijn ogen en denkt na over wat er vanochtend gebeurd is.
Stef, zijn beste vriend, had hem gevraagd
om vanavond naar de boshut te komen.
Wout zou er ook zijn en daar draaide het om.
Stef had vorige week een flinke mep van Wout gekregen
en dat nam hij niet.
Hij had bedacht dat zij met z'n tweeën
Wout wel eens een lesje konden leren.
Ze zouden hem wel eens laten zien wie de sterkste was.
En daarbij kon Bart de volgende dag
als een held over de speelplaats paraderen.
Voor dit werkje had Stef Bart een cd beloofd.
Het was een aanlokkelijk voorstel. Bart kon echt niet kiezen,
dan weer dacht hij ja en dan weer neen.
Na een uur denken, hield Bart het voor bekeken.
Hij zou tegen Stef zeggen dat hij niet meedeed aan zulke laffe daad,
en die cd kon de boom in.
Opgelucht liep Bart terug naar huis.
Pff die moeilijke keuzes soms, hij kreeg er wat van.
(K. Van Cleynenbreugel)

Lees daarna over Jezus die 40 dagen in de woestijn verbleef (Matteüs, 4, 1-11).


Toon de drie woordkaarten: MACHTIG ZIJN, BELANGRIJK ZIJN, VEEL HEBBEN.
Zoek bij elke bekoring van Jezus welke woordkaart van toepassing is.
(Jezus kon alle koninkrijken van de wereld bezitten en MACHTIG ZIJN.
Jezus kon van de tempelpoort naar beneden springen en BELANGRIJK ZIJN.
Jezus kon stenen in brood veranderen en VEEL HEBBEN.

Zoek nadien waar diezelfde woorden passen in de tekst over Bart.
Bart kreeg een cd als hij wou, hij kon ..................maar hij weigerde het aanbod van Stef
Bart kon als een held over de speelplaats paraderen en ................als hij wou maar hij zei neen tegen Stef.
Bart kon laten zien wie de sterkste was en ...............als hij wou maar hij wou niet meedoen aan de laffe daad.

Toen Jezus zich veertig dagen terugtrok in de woestijn, zei Hij drie maal nee. Ook Bart zei drie keer 'neen'. Hebben jullie ook al eens NEEN gezegd tegen: veel hebben, de baas spelen en de belangrijkste zijn ?
Wist je dat christenen tijdens de veertig dagen van de vasten, tijd nemen om na te denken over hun leven. Daarvoor moeten ze soms neen kunnen zeggen en kiezen voor weinig.
Zo kunnen ze meer tijd maken voor de anderen en voor God.

Veertigdagentijd betekent dat je veertig dagen tijd krijgt
om je af en toe eens terug trekken
op je eigen plaats, jouw woestijn,
jouw bos, jouw kamer.
Het is stilstaan
en voelen hoe belangrijk andere mensen zijn
Het is soms 'neen' kunnen zeggen
en kiezen voor weinig.
Zo kan men meer tijd maken voor de anderen en voor God.






INLEVEN

Bij een illustratie

Vooraf
Print de illustratie uit. Vergroot en in kleur. (Klik op de illustratie)
Maak een werkblad voor de kinderen. Leg hiervoor het blad in de breedte. Kleef de illustratie (kleiner) in het midden van het blad, en teken links en rechts telkens drie gedachteballonnen .
Jezus in de woestijn

Gedachteballon



Bespreek
- Wie zie je? Wat doet die? Waarom doet die dat?
- Waar speelt zich dit af? Hoe kun je dat zien?
- Ken je een moment uit het leven van Jezus dat zich in een woestijn afspeelt?
- Ken je nog een ander moment uit de bijbel waarin de woestijn heel belangrijk is?

- Let eens op de kleuren: wat zouden ze willen zeggen?
- Wat zouden de donkere kleuren willen zeggen?
- Wat zouden de lichtere kleuren willen zeggen?

- Als je de gedachten van Jezus kon lezen ... wat zou Hij dan denken?
Schrijf dat in gedachteballonnen links van de illustratie.

Lees de evangelietekst van deze zondag voor.

Nu heb je een idee van wat Jezus toen kon denken.
Schrijf dit met je eigen woorden op in gedachteballonnen rechts van de illustratie.
Denk jij soms ook zo over je eigen leven?



Correctiesleutel
Belangrijk: hieronder worden alleen die vragen beantwoord waar een precies antwoord op gegeven kan worden.
- Wie zie je? (Jezus)
- Waar speelt zich dit af? (woestijn)
- Ken je een moment uit het leven van Jezus dat zich in een woestijn afspeelt? (Bekoring van Jezus in de woestijn)
- Ken je nog een ander moment uit de bijbel waarin de woestijn heel belangrijk is? (De Uittocht van het joodse volk uit Egypte)

Schrijf met je eigen woorden wat Jezus toen dacht.
(Bv. Ik wil veel dingen hebben; ik wil veel macht hebben; ik wil veel succes hebben)



Spelen van het tegendeel (Bibliodrama)

Zeg: De duivel is net geweest en heeft Jezus allerlei verlokkende ideeën aan de hand gedaan (stenen in brood veranderen). De Bijbel zegt dat Jezus antwoordt: 'Niet van brood alleen leeft de mens...'

Stelt voor om het verhaal in z'n tegendeel te spelen: 'Stel dat hier (wijst plaats aan) Jezus zit. Laat ons even proberen ons voor te stellen wat Jezus zou kunnen denken als hij inderdaad stenen in brood zou willen veranderen.

Doe even voor hoe het is om Jezus te spelen. Ga op de aangeduide plaats zitten en zeg: 'Die duivel is zo gek nog niet, want als ik stenen in brood verander, zien de mensen meteen dat ik heel speciaal ben...'.

Ga dan weer terug naar je eigen plaats en nodig de kinderen uit dat ook te proberen.
Zo kunnen ze zeggen: 'Als ik stenen in brood verander, zorg ik dat er nooit meer stenen zijn en alleen maar brood. En niemand zal honger meer hebben'.

Voor de groep kan het spannend zijn om te merken dat bepaalde overwegingen geen steek houden. Dan ontstaat de behoefte om wèl de overwegingen van Jezus te spelen die het verhaal maakten tot het overgeleverde Bijbelverhaal.

Lees de bijbeltekst nog eens voor om af te sluiten.



Wat voor iemand wil Jezus zijn?

(Naar C. LETERME in Simon plus, uitgeverij Averbode, 2004 nr 6)

Materiaal
Drie ballonnen, drie stokken, drie houten latjes, repen papier, touw, speld.
Blaas de ballonnen op en maak ze vast aan een stok, alsof ze een hoofd zijn. Bevestig aan die stok, horizontaal onder de ballon, een lat, waaraan je repen papier hangt / kleeft.
Zo lijkt het alsof je drie figuren hebt, die met de armen wijd open staan.



Verloop
Vertel het evangelieverhaal.
Toon daarna de drie figuren die je gemaakt hebt, en zeg dat er de drie bekoringen van Jezus voorstellen. Ga daar dieper op in:

FIGUUR 1: (van stenen brood maken) "hebben, hebben, hebben"
- Wanneer willen jullie alles voor jezelf?
- Wanneer is dat al eens meegemaakt? Wat heb je toen gedaan?
Schrijf de antwoorden (met trefwoorden) op de repen papier.

FIGUUR 2: (vanuit de hoogte springen) "Snoever, opschepper"
- Hoe zorg je ervoor dat iemand naar je omkijkt?
- Schep je soms op over dingen die je niet hebt of niet kunt?
Schrijf de antwoorden (met trefwoorden) op de repen papier.

FIGUUR 3: (heersen en macht) "Ik ben de baas"
- Spelen jullie soms de baas over iemand?
De kinderen vertellen over een situatie op de speelplaats: wie kiest het spel?
Of: wie speelt thuis de baas over zus of broer?
Schrijf de antwoorden (met trefwoorden) op de repen papier.

Bij elke figuur worden de repen papier aan de horizontale lat vastgemaakt.


Bespreek:
- Wil Jezus zijn zoals één van de drie figuren? Hoe wil Hij dan wel zijn?
- Wie zou jij willen zijn? Lukt dat? Waarom is dat?


Activiteit:
Als we niet willen zijn zoals die drie figuren, dan kunnen we net zo goed die ballonnen stuk prikken. Wat zouden we daar dan mee willen zeggen? (Zo iemand willen we niet zijn.)
De ballonnen worden stuk geprikt.



Een muurkrant

(Naar: Samuel, uitgeverij Averbode, 2010 nr 4, p. 7)

Dadelijk krijgen wat men wil, supermachtig zijn, gemakkelijk succes hebben … Het lijkt wel om reclame te gaan.
De kinderen zoeken in tijdschriften of kranten naar advertenties die deze woorden gebruiken.
Ze knippen ze uit en maken er een muurkrant mee met als titel:
'Bekoring in overvloed'
Telkens als ze iemand zien die het tegengestelde doet van een advertentie, schrijven ze dat op een post-it dat ze kleven op de advertentie van de muurkrant.
Benieuwd hoe deze muurkrant er zal uitzien met Pasen.





VERTELLEN

Water!

(C. LETERME, 99 verhalen met een knipoog, uitgeverij Averbode 2014, p. 91)

Een man strompelde door de woestijn.
Hij had een zware zandstorm overleefd
en zocht moeizaam zijn weg naar de oase.

Alles had hij in de storm verloren:
zijn vrienden, zijn bagage, zijn kameel ...
Hij had alleen nog zijn drinkzak om zijn schouder.

Hij tuurde de horizon af
in de hoop de oase terug te vinden.
Zijn dorst leste hij met de laatste druppels in zijn drinkzak.

De zon bleef branden.
De oase was nog steeds niet in zicht.
De man kreeg steeds meer dorst.

Ineens zag hij in de verte een tas.
Die stak half uit het zand.
Een drinkzak, dacht de man blij.

Hij liep in de richting van de tas.
Moeizaam en geveld door de hitte.
Maar de redding was nabij!

Totaal uitgeput kwam hij bij de tas.
Met veel moeite
dolf hij die op uit het zand.

Maar groot was zijn ontgoocheling
toen hij de tas geopend had:
die stak vol met diamanten.




Overweging bij het verhaal
(C. LETERME in Kerk en leven, Federatie Rotselaar, 10 februari 2016, p. 1)

De veertigdagentijd is de tijd om zich voor te bereiden op Pasen.
Niet toevallig duurt die voorbereiding veertig dagen.
Ouders die uitzien naar de geboorte van hun kindje
krijgen ook veertig weken om zich daarop voor te bereiden.
De zondvloed duurde veertig dagen en nachten.
Daarna kreeg Noach de kans om de aarde opnieuw te bewonen.
Mozes en Elia gingen veertig dagen de Berg op
om God te ontmoeten en Hem hun leven te laten inkleuren.
In het nieuwe Testament staat
dat Jezus veertig dagen doorbracht in de woestijn
voor Hij rondtrok in Palestina.
Veertig dagen in ‘quarantaine’!
Genoeg dagen om zijn verdere leven
een richting te geven en voor te bereiden.

Jezus bracht die dagen door in de woestijn.
Dit is niet zomaar een plaats.
Zeker niet voor wie de Bijbel wat kent:
het is de plaats waar het joodse volk veertig jaar door trok,
na jaren verdrukking in een naburig land.
Een woestijn is echt geen plaats om in te wonen:
warm, koud, zonder schaduw, zonder water.
Het is een plaats waar alles teruggebracht wordt
tot zijn oorspronkelijke waarde.
Het verhaal hierbij maakt dit duidelijk:
diamanten worden gewone steentjes en water vloeibaar goud.

De veertigdagentijd is te vergelijken met die tijd in de woestijn.
Het is een tijd om na te denken over wat echt de moeite waard is:
kansen geven aan wie op een dwaalspoor raakte,
solidair zijn met de medemens in nood,
sober leven om mensen en natuur overlevingskansen te geven,
God een inspirerende plaats geven in zijn leven,



Suggestie
Bespreek:
- Hoe zouden jullie reageren mocht je een zak vol diamanten vinden?
- Waarom was de man zo ontgoocheld?
- Wat heeft de woestijn die man geleerd?
(De woestijn doet anders naar de dingen kijken en leert de dingen zien wat ze echt waard zijn.)



Het brood van het leven

(C. LETERME, Een parel voor elke dag, uitgeverij Averbode, 2012, p. 150)

Toen de christenen in Rusland vervolgd werden,
liet men in het land weten:
‘Het is streng verboden om een Bijbel te hebben.
Wie er één heeft,
moet die op het stadhuis inleveren.’

Ergens wilde een moeder de Bijbel niet afgeven.
Ze zei: ‘De kerken zijn al een tijd gesloten,
maar ik wil thuis nog iets van Jezus hebben:
zijn woord in de Bijbel.’

Op een dag,
toen ze deeg kneedde
om er brood van te bakken,
zag ze door het keukenraam
de geheime politie aankomen.
Vlug nam ze de Bijbel,
verstopte die in het deeg
en schoof het deeg in de oven.

De geheime politie doorzocht
het hele huis heel nauwkeurig,
maar vond niets.
Toen ze weg waren
en het brood gebakken was,
haalde moeder het uit de oven.

Het kwam op tafel
met een ongeschonden Bijbel erin.





Jongeren

EVEN TESTEN

Vier op een rij

Nadat je het had over het evangelie van deze zondag, over de veertigdagentijd en over Aswoensdag kun je het volgende spel spelen. De jongeren zoeken vier woorden die bijeen horen. Ze zeggen wat die woorden met elkaar verbindt.
Wanneer alle woorden gevonden zijn, mag diegene die het woord gevonden heeft, uitleggen wat de vier woorden met elkaar te maken hebben.

40stenenpalmtakjesduivel
soberheidwoestijnasstilte
kruisjesolidariteitvoorhoofdberg



Correctiesleutel
Aswoensdag: as; kruisje; voorhoofd; palmtakjes
Bekoring van Jezus in de woestijn: woestijn; duivel; stenen; berg
Veertigdagentijd: 40; soberheid; stilte; solidariteit


TIP
Schrijf die twaalf woorden op aparte kaartjes. De jongeren groeperen die kaartjes en zoeken een verband tussen de verschillende woorden.





VERDIEPEN

Wat Jezus belangrijk vindt


De Bekoring Van Jezus

Leg bovenstaande illustratie op een groot blad papier.
Naast Jezus schrijven de jongeren alles waar Jezus voor staat, wat Hij belangrijk vindt.
Aan de linkerkant, bij de figuur die zijn gezicht niet laat zien, schrijven ze alles wat die waarden van Jezus in vraag kan doen stellen. (wat mensen belangrijk vinden; wat in de media komt; publieke opinie...)

Daarna beluisteren ze het evangelie van deze zondag.
Ze staan stil bij de argumenten van Jezus om niet op die 'bekoringen' in te gaan.
- Wat vind je daarvan?
- Zou jij dat ook zeggen?
- Probeer in één zin het antwoord van Jezus samen te vatten.



Bij een illustratie van Fano

Bestand niet gevonden.


Fano tekent Jezus die in de woestijn zit.
Voor hem wijzen drie pijlen de weg.

- Welke ‘leven’swegen wijzen ze aan?
(lees Matteüs 4, 1-11 om die vraag te kunnen beantwoorden. Doe dat in je eigen woorden)
- Welke ‘leven’weg zal Jezus kiezen?
- Zou jij die weg ook gekozen hebben? Waarom?
Bespreek je antwoord met anderen.





BIDDEN / MEDITEREN

Woestijn vol bekoring

(W. BRUYNINCKX, Tussen gisteren en morgen, Patmos 1971, p. 115)

Ieder mens moet wel door een woestijn
vol bekoring.
- Profiteer van het leven!
Maak van alle stenen brood!
Vreet u dik op het zweet van de arme!
- Zie dat je een mens wordt
men naam en prestige!
Buig princiepen naar je ijdelheid!
Mensen kun je gebruiken
om omhoog te klimmen!
- Maak dat je zo vlug mogelijk rijk bent!
Aanbid het geld, nestel je warmpjes
in het aanzien!
En grijp de macht!

En mens moet dan
heel diep kiezen -
een keuze die zijn leven bepaalt.

Een keuze die van hem de mens maakt
die hij worden zal.

Zo koos Jezus
voor God, voor Zijn woord, voor Zijn wil.

Hij verkoos mens te worden.



Het had anders kunnen lopen

(Luc Beeldens, Pastorale Eenheid Heilige Damiaan – Hoboken-Berchem-Kiel-Wilrijk, februari 2023)

Het had anders kunnen lopen.
Jezus was een man met vele kwaliteiten.
Hij was welbespraakt, Hij had charisma,
Hij sprak met gezag.
Met die eigenschappen kan je het ver schoppen.

Jezus trekt de woestijn in.
Een tijdje in quarantaine om te bezinnen.
Een tijd om alles op een rijtje te zetten.
Daar ziet Hij duidelijk
dat Hij rijkdom zou kunnen verwerven,
dat Hij succes zou kunnen oogsten,
dat Hij macht zou kunnen uitoefenen.
Het zijn allemaal menselijke verleidingen.

Wie kiest voor God, stelt andere prioriteiten.
Jezus’ keuze is duidelijk:
Hij kiest vastberaden voor de weg
die God Hem ingeeft.
Het zal niet de gemakkelijkste weg zijn.
Hij zal tegen de stroom moeten invaren,
maar Hij zal door God zelf gedragen worden.

Eeuwige God,
de veertigdagentijd biedt ons de gelegenheid om
(terug) naar de essentie te gaan.
Om te ontdekken wat echt belangrijk is,
om onze relatie met U aan te scherpen.
Maak ons ontvankelijk voor uw ingevingen.
Amen.





Overwegingen

Kinderwijsheid

Geen brood alleen

De Engelse godsdienstpsycholoog Goldman vertelde aan kinderen
het verhaal van Jezus' bekoring in de woestijn
en vroeg daarna
- 'Een mens leeft niet van brood alleen'. Wat zou dat kunnen betekenen?
- Nogal logisch, je moet er ook boter op doen.





Paul Kevers 

Jezus in de woestijn

Het eerste wat drie van de vier evangelies ons over de volwassen Jezus vertellen, is dat Hij door Johannes gedoopt wordt in de Jordaan en dat Hij daarna veertig dagen in de woestijn verblijft. Dan pas begint Hij aan zijn openbaar leven.

Waarom veertig dagen in de woestijn? Dat doet denken aan Mozes en de Israëlieten, die veertig jaar door de woestijn trokken, op weg naar het beloofde land. Jezus treedt in de voetsporen van Mozes en van zijn volk.
In de woestijn is het leven hard. Je lijdt er honger en dorst, en je krijgt er oog voor wat echt belangrijk en noodzakelijk is in het leven. In de woestijn zijn geen gebaande wegen. Je moet er keuzes maken, de goede richting zoeken. Je wordt er 'op de proef gesteld', zegt de Bijbel. Zo gaat het ook met Jezus. Voor welke levensweg kiest Hij? Wat voor een Messias zal Hij zijn? Een die succes zoekt, eer en macht? Een die mensen met verstomming slaat door zijn grootse prestaties? Of een die zich ten dienste stelt van de armen en de kleinen? De evangelies stellen het zo voor, alsof Jezus deze beslissende keuze aan het begin van zijn openbaar leven heeft gemaakt, tijdens een bezinningsperiode in de woestijn. Maar 'veertig dagen' of 'veertig jaar': dat is in Bijbelse taal 'een zeer lange tijd'. In feite heeft Jezus die keuze telkens opnieuw moeten maken, zijn leven lang, tot op het moment van zijn arrestatie en zijn terechtstelling. Want kiezen moet je elke dag.





Frans Mistiaen sj 

Vastentijd is groeitijd: onze zelfzucht leren ontmaskeren en nu kiezen voor het goede

Jezus werd meer dan drie keer bekoord.
Maar de evangelisten hebben dat
bij het begin van het evangelie gezet
en samengevat in drie bekoringen
over de drie fundamentele relaties van elke mens:
onze relatie met de dingen, met de anderen en met God.
Zoals voor ons, is ook voor Jezus het hele leven
een dagelijkse strijd vóór het goede, tégen het kwaad.
Maar nu is het kwaad daarbij een zeer bedrieglijke, valse macht,
juist omdat het meestal opkomt “vermomd als het goede”.
Een bekoring is altijd aanlokkelijk,
omdat er inderdaad iets goeds in steekt.
Met grote spitsvondigheid stelt het kwaad zich altijd aan ons voor
als iets dat “volledig” goed en normaal zou zijn.
De waarheid vraagt echter dat wij, vooral in deze vastenperiode,
die valse strategie durven ontmaskeren.

De eerste bekoring gaat over het gebruik
van de levensnoodzakelijke dingen.
Onze zorg voor het materieel welzijn is goed.
"Waarom zouden wij niet mogen genieten
van de welstand die voorhanden is?"
"Wij hebben eigenlijk toch wel een minimum
aan bezittingen en comfort nodig!" En wij hebben gelijk!

Maar de vraag is alleen:
"Hoe groot is dat minimum mettertijd wel geworden?"
Om zogezegd "gewoon" te leven
blijken wij stilaan steeds méér dingen nodig te hebben,
die wij met steeds minder mensen willen delen
en waaraan wij op de duur zelfs verslaafd zijn geraakt.
Zo wordt iets dat oorspronkelijk "goed" was tot een "kwaad".
Van zodra onze zeer terechte materiële zorg
overdreven proporties aanneemt,
verandert die in een hebzucht die steeds méér nodig heeft
en een prioriteit voor ons alleen wordt.
Als alles moet dienen om “onze honger” te stillen,
dan gaan wij de essentiële geestelijke noden
op de tweede plaats zetten of zelfs vergeten:
eenvoud van leven en mededeelzaamheid.
"De mens leeft niet van brood alleen!" zegt Jezus.


Hebben wij de dingen die wij de laatste tijd
voor onszelf aan het verzamelen zijn,
echt nodig om gelukkig te zijn?
Zo ja. Goed dan! Laten wij ze maar goed gebruiken. Zo niet,
dan doen wij ze best zo vlug mogelijk, als ballast, van de hand.

De tweede bekoring is de bekoring van de magie,
en dat betekent: God gebruiken voor eigen voordeel.
Het is begrijpelijk dat wij vertrouwen op Gods bescherming
en regelmatig zeggen: "God zal mij wel helpen!"
En wij hebben weer groot gelijk.

Alleen kunnen wij hier zodanig overdrijven
dat ons geloof verglijdt tot magie; en dat gebeurt namelijk
wanneer wij Gods bescherming voor onszelf gaan opeisen:
"God, vermits ik zoveel voor U doe, moet Gij nu toch wel eens
een spectaculair mirakel doen voor mij!"
Dan verandert ons vertrouwen in God
in een opeisen van Zijn bescherming.
En zo wordt zelfs onze geloofsbeleving "een kwaad".
Want echt geloof stelt nooit eisen aan God,
maar durft zich dagelijks opnieuw aan Hem toevertrouwen.
"Gij zult de Heer uw God nooit uitdagen!", zegt Jezus.

De derde bekoring gaat over onze relatie met de anderen.
Bij de concrete organisatie van onze sociale verhoudingen
zijn macht en eer eigenlijk heel noodzakelijk.
"Macht is toch onontbeerlijk voor de orde in onze maatschappij!"
"Wij hebben toch wel recht op een minimum aan respect
vanwege de anderen zeker!"
En ook dat is weer heel waar.

Alleen blijkt, bij nader toezien,
dat wíj onze macht en eer maar steeds hebben uitgebreid,
zonder te zorgen voor de macht en de eer van de anderen.
Als wij niet opletten,
dan verandert ons rechtmatig verlangen naar orde en respect
in een heerszucht en een eerzucht, die niemand meer ontziet.
Zo wordt weer "iets goeds" tot "een kwaad".
Want dan gaan wij vergeten wat nog veel belangrijker is:
elkaar dienen in waardering en solidariteit.
"Gij zult geen ander macht dan alleen de liefde van de Heer uw God
aanbidden en dienen!" zegt Jezus.

Wij laten regelmatig onze macht voelen over anderen.
Wij staan dikwijls op onze eer, want wij hebben zere tenen.
Maar de vraag is telkens: bevordert dit nu
het samen-werken, het samen-leven?
Zo ja. Goed! Dan moeten wij die macht gebruiken.
Zo neen. Laten wij dan maar de tegenovergestelde methode kiezen:
de bescheiden, weerloze dienstbaarheid.

Elke bekoring is een spitsvondige mengeling van goed en kwaad.
Maar de drie fundamentele bekoringen geven ons duidelijk aan
naar welke richting wij neigen, zeker als wij onszelf laten gaan,
als wij moe zijn of zwak, kwetsbaar of eenzaam:
dan neigen wij altijd spontaan in de richting van onze zelfzucht.
Dan verlangen wij tevéél en voor onszelf alléén.
De materiële dingen zijn goed,
het vertrouwen op God is goed,
de macht is goed.
Maar zelfs iets dat goed is, wordt een kwaad,
telkens wanneer ons eigenbelang en onze zelfverdediging
daarbij onze uiteindelijke bedoeling of onze eerste prioriteit worden.

Dat is onze eerste opdracht in deze veertigdagentijd:
meer helder kijken: durven onze gewoontes in vraag stellen
en eerlijk het kwaad durven ontmaskeren
dat zich heeft vermomd als iets dat volledig goed en normaal is,
maar dat in feite als zelfzucht in ons leven is binnengeslopen.

Maar er is nog een tweede opdracht die Jezus ons geeft:
Niet alleen een meer helder inzicht,
ook een grotere wilskracht om ons tegen dat kwaad te verzetten.

Eigenlijk heeft het kwaad in ons weinig varianten.
Het zijn steeds dezelfde fouten die terugkomen.
Het gevaar bestaat dat wij op de duur minder weerstand bieden
en een compromis sluiten: "Ik zal hiermee moeten leren leven!"
Maar daardoor juist groeit
de innerlijke ontevredenheid en de leegte in ons hart.
Daarom kennen wij geen echte vreugde meer.
Ons door het kwaad laten meeslepen
is eigenlijk een kinderachtige houding
van blijven steken in enkele hebberigheden
en kleine pleziertjes, zoals een verwend kind.
Reageren tegen het kwaad is een moedige stap
naar grotere, innerlijke volwassenheid.

Zo is de veertigdagentijd een tijd van meer helder inzicht
om de verraderlijke tactiek van het kwaad te ontmaskeren
en vooral van vernieuwde, vindingrijke weerbaarheid.
Wie niet kritisch oppast, wordt misleid.
Wie niet weerstaat, wordt meegesleurd.
En de drie bekoringen van het evangelie
duiden ons ook aan waar wij die strijd zullen moeten leveren:
nl. op het domein van onze fundamentele relaties:
méér met God verbonden leven, méér solidair met elkaar
en vrijer tegenover de dingen die ons worden gegund.
Daarom zullen wij tijdens deze veertigdagentijd proberen:
tegenover God minder eisen te stellen,
wij gaan wat meer tijd nemen
om Hem uitdrukkelijk te danken voor het leven, dus om te bidden;
de dingen die ons ter beschikking staan, gaan wij minder te grijpen,
wij gaan ze meer delen, broederlijk delen;
en de medemensen met wie wij omgaan
gaan wij niet proberen te domineren of te overheersen,
wij gaan integendeel de zwakkeren meer beschermen.
Dat is echt vasten:
méér danken, méér delen en méér dienen dan wij al doen.

En vanuit die innerlijke vernieuwing
zullen wij tijdens de volgende weken wel ontdekken
hoe wij ons leven uiterlijk beter gaan reorganiseren,
met welke prioriteiten en met welke beperkingen.





Marc Gallant, trappist (Orval)

Drie ‘bekoringen’ (2014)

Waarom ging Jezus niet in op het drievoudig voorstel van de duivel? Het treft in de eerste plaats dat Jezus telkens spontaan zijn actie confronteert met Gods Woord, in plaats van rekening te houden met zijn persoonlijke verlangens. De Bijbel zegt: “De mens leeft niet van brood alleen, maar van elk woord dat komt uit de mond van God” (Deuteronomium 8, 3). Jezus blijft dus met zijn veertigdaagse honger, liever dan brood te maken en geen honger meer te hebben van God. Hij legt dat eerste voorstel van Satan naast zich neer.
De Bijbel zegt ook: ‘Gij zult de Heer uw God niet op de proef stellen’ (Deuteronomium 6,16). Jezus zal dus van God niet eisen zijn macht te bewijzen, en Hij zal zich niet van de tempel naar beneden werpen. Daarmee wijst Hij ook het tweede voorstel van Satan af.
En als de Bijbel zegt: ‘De Heer uw God zul je aanbidden’ (Deuteronomium 6,13), zal Jezus zich geen afgoden maken, zelfs niet van zijn verlangen om het Rijk van God uit te bouwen. Ook dit derde aanbod wijst hij af.
Onder elke verzoeking lag er een verraderlijke neiging om te starten met een aards koninkrijk. Daarmee zou Jezus zijn zending verloochend hebben die Hij bij zijn doopsel had ontvangen. De Welbeminde Zoon is gezonden voor een koninkrijk dat niet van deze wereld is.

Als het Woord van God niet duidelijk genoeg is om ons onderscheidingsvermogen te leiden kunnen we er een tweede criterium bijnemen. Als we aarzelen tussen twee manieren van handelen, dan kiezen we best voor ons kleinste zelfbelang. Driemaal komt de Verzoeker met een voorstel dat blijkbaar de eer van God en de dienst van de naaste beoogt. Maar alle drie zouden ze Jezus op de eerste plaats hebben gezet. Jezus stuurt Satan de laan uit omdat Hij niet God wil dienen en zijn eigen glorie. Hij gaat alle eigenliefde uit de weg.