Loading...
 

23e zondag door het jaar B - tweede lezing

Jakobus 2, 1-5: Respect voor wie arm is 

De tekst

Dichter bij de tijd

(Bewerking: C. Leterme)

Veronderstel:
tijdens jullie bijeenkomsten komt er een man binnen,
netjes gekleed en met gouden ringen aan zijn vingers.
Terzelfdertijd komt er ook een arme binnen
in schamele kleren.
Als jullie nu vooral belangstelling hebben
voor de rijk geklede man en hem zeggen:
'Kom, ga hier op deze goede plaats zitten,'
terwijl jullie tegen de arme zeggen:
'Blijf daar maar staan' of
'Ga hier op de grond zitten' ...
Merken jullie dan zelf niet op
dat jullie oordelen op verkeerde gronden?
Luister, lieve broers,
God heeft arme mensen uitgekozen
om rijk te zijn in het geloof.
Wie van God houdt zal het rijk erven
dat Hij beloofd heeft.





Bij de tekst

Jakobus

Klik hier voor meer informatie over Jakobus, de schrijver van deze brief.



Inhoud van de brief van Jakobus

Wat Jakobus geschreven heeft ligt in de lijn van wat Jezus gezegd heeft - zelfs al nam Jakobus geen enkele uitspraak van Jezus op in zijn brief.
Hij legt in zijn brief vooral nadruk op 'geloven'. Vanuit dat geloof handelen mensen. Doen ze dat niet, dan is hun geloof dood.





Suggestie

Grote kinderen

VERTELLEN

De bontjas

(C. LETERME, Een parel voor elke dag, uitgeverij Averbode 2007, p. 369)

Op een dag werd de Hodja uitgenodigd
voor een feest.
Omdat hij geen tijd had
om andere kleren aan te trekken,
ging hij er in zijn gewone kleren naartoe.
Toen hij er aankwam,
kwam niemand hem verwelkomen
of een glas muntthee inschenken.
Hij keerde zich om en ging terug naar huis.
Daar deed hij een nieuwe tulband aan
en een mooie bontjas.
Zo ging hij terug naar het feest.
De gastheer zag hem en vroeg:
‘Hodja! Hoe gaat het met u?
Komt u naast mij zitten?’
En hij schepte het bord van de Hodja vol
met de lekkerste hapjes.
Toen men begon te eten,
pakte de Hodja een punt van zijn jas,
stopte die in het bord en zei: ‘Eet, bontjas, eet!’
De gastheer zei: ‘Hodja, wat doet u nu?’
‘Ik laat mijn bontjas eten,’ zei hij.
‘Maakt u een grapje?’ vroeg de gastheer.
‘Nee,’ zei Hodja,
‘ik wist niet dat een bontjas kon eten.
Toen ik in mijn gewone kleren kwam,
heeft niemand mij verwelkomd.
Maar met deze jas aan, kwam u naar mij toe,
bood u mij de beste plaats
en zocht u voor mij de lekkerste hapjes.
Dat deed u voor deze bontjas
en niet voor de man die erin zit.’

Naar een islamitisch verhaal




Overweging bij het verhaal
(C. LETERME in Kerk en leven, Federatie Rotselaar, 5 september 2018, p. 1)

Een merkwaardig verhaal is dat,
waarin bontjassen kunnen eten.
Een verhaal met een happy end?
Toch niet op eerste gezicht.

Het legt een bittere realiteit bloot:
wat een mens heeft
(aan titels, aan bezit, aan …)
wordt vaak meer gewaardeerd dan wie hij is.

Ook Jakobus, de broer van Jezus,
was hierdoor getroffen.
In zijn brief laat hij goed merken
dat hij daar niet mee akkoord gaat.

Geloven kan niet samengaan
met partijdigheid en vleierij, vindt hij.
Wie gelooft heeft aandacht
voor de mens als mens.

Voor wie gelooft
is elke mens belangrijk
of hij nu arm is of rijk, ziek of gezond,
gekleurd of niet.





Overwegingen

Gregorius de Grote (paus uit de zesde eeuw na Christus)

Het geschenk van God

De aarde is er voor alle mensen.
Daarom is alles wat ze voortbrengt voor iedereen.
Zij die dit geschenk van God
alleen voor zichzelf willen houden,
zijn schuldig.
Ze hebben schuld aan de dood van hun broeders,
omdat ze hen laten omkomen.
Wanneer wij de armen de dingen geven
die broodnodig zijn om te leven,
dan geven we ze geen geschenk.
Wij geven hen dan terug wat van hen is.
Wij doen dan meer aan rechtvaardigheid
dan aan naastenliefde.





Franciscus van Assisi

Schande

'Armoede is geen schande voor wie arm is,
maar voor wie armoede veroorzaakt.'