Loading...
 

29 juni: HH Petrus en Paulus, vooravond - eerste lezing

Handelingen 3,1-10: Petrus geneest

De tekst

’Bijbel in gewone taal’

(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 1721)

Op een keer gingen Petrus en Johannes naar de tempel. Het was drie uur, de tijd voor het middaggebed. Bij de Mooie Poort van de tempel zat een man die al zijn hele leven niet kon lopen. Elke dag brachten mensen hem naar de poort. Dan kon hij om geld vragen aan iedereen die de tempel in ging.
De man zag Petrus en Johannes aankomen, en hij vroeg hun om geld. Petrus en Johannes keken naar de man en zeiden: ‘Kijk ons aan.’ Dat deed de man, want hij dacht dat hij iets zou krijgen. Maar Petrus zei: ‘Ik heb geen goud of zilver voor je. Maar ik kan je wel iets anders geven.’ Toen zei hij: ‘Namens Jezus Christus uit Nazaret zeg ik je: Sta op en ga lopen.’
Daarna pakte Petrus de man bij zijn rechterhand en trok hem overeind. En meteen kreeg de man weer kracht in zijn voeten en zijn benen. Hij sprong op en begon te lopen. En samen met Petrus en Johannes ging hij de tempel in. Daar bleef hij rondlopen en springen, en hij dankte God.

Alle mensen zagen de man lopen, en ze hoorden hoe hij God dankte. Ze waren verbaasd. Want ze herkenden de man die altijd bij de Mooie Poort zat en om geld vroeg. Iedereen was diep onder de indruk van wat er met hem gebeurd was.



Dichter bij de tijd

(Bewerking: C. Leterme)

Op een dag gingen Petrus en Johannes rond drie uur
naar de tempel voor het middaggebed.
Bij de ingang van de tempel, de Schone Poort genoemd,
zat er een man, die al verlamd was vanaf zijn geboorte.
Elke dag brachten mensen hem daar en zetten hem neer,
zodat hij geld kon vragen aan wie de tempel binnen ging.
Toen hij Petrus en Johannes zag aankomen, deed hij dat ook.
Petrus keek hem doordringend aan en zei, net als Johannes:
'Bekijk ons eens!'
Dat deed de man, want hij dacht dat hij iets van hen zou krijgen.
Toen zei Petrus: 'Ik heb geen zilver en goud,
maar wat ik wel heb, zal ik je geven:
in naam van Jezus Christus uit Nazaret, sta op en ga.'
Hij pakte de man bij zijn rechterhand en hielp hem rechtop staan.
Meteen kwam er kracht in zijn voeten en enkels.
Hij sprong op en hij ging de tempel binnen,
samen met Petrus en Johannes.
Hij liep en sprong en loofde God.
Alle mensen zagen hem lopen en God loven.
Ze herkenden hem als de man
die altijd bij de Schone Poort van de tempel zat voor een aalmoes.
Ze waren diep onder de indruk van wat er met hem gebeurd was.



Stilstaan bij …

Petrus
Petrus (Grieks = steen; Frans: pierre)
Petrus, een visser uit Betsaïda was een broer van Andreas.
Hij was de belangrijkste in de groep apostelen en werd een leidersfiguur bij de eerste christenen.
Rond 67 stierf hij de marteldood onder keizer Nero en werd begraven buiten de stadsmuren van Rome. Later werd de Sint-Pietersbasiliek boven zijn graf gebouwd.

Gebedstijd
Deel van het gebed dat op het negende uur werd gebeden:

Genees ons, Barmhartige, dan zijn we genezen,
bevrijd ons, dan zijn we bevrijd,
want Jij bent onze lof.
Breng volledige genezing
voor al onze slagen,
want God, Koning, een geneesheer,
trouw en barmhartig ben Jij
Gezegend ben Jij, Barmhartige,
die de zieken van zijn volk Israël geneest.
(Achtste zegenbede van het Achttiengebed)

Het negende uur / drie uur
Het negende uur in de joodse tijdindeling toen komt nu overeen met drie uur in de middag.

Tempel
Voor de joden was de tempel de heiligste plaats ter wereld en de enige waar men kon offeren. Koning
Salomo bouwde de eerste tempel in Jeruzalem om er de ark in te plaatsen. De tempel die Jezus kende was de tempel die door koning Herodes werd gerestaureerd. Hij was de koning die regeerde bij zijn geboorte.

De Schone Poort
De Gouden stadspoort van Jeruzalem, met de dichtgemetselde poorten, bevond zich in de oostelijke muur van de stad. Daarachter lag een trap naar de tempel die op een heuvel lag, de berg Moria. Bovenaan de trap kwam men bij de Schone poort, de hoofdingang van de tempel. Van daaruit had men een mooi zicht op de Olijfberg. Omdat daar veel mensen kwamen, waren er ook veel bedelaars.
Die Schone poort was volgens Flavius Josefus gemaakt van koper uit Korintië en was rijk versierd met goud en zilver. Een contrast dus met wat Petrus zei: ‘Zilver en goud heb ik niet’.

Klik hier voor een virtueel bezoek aan de tempel van Jeruzalem in de eerste eeuw na Christus.

Nazoreeër / uit Nazaret
In het boek Handelingen wordt Jezus vaak de Nazoreeër genoemd. Het zou kunnen dat deze benaming te maken heeft met Nazaret, maar zeker is dat niet.





Bij de tekst

Een wonderverhaal

Klik hier voor meer info bij wonderverhalen.





Bijbel en kunst

RAFAEL

Genezing van een verlamde man

5 Rafaël Karton Genezing Van De Lamme

Karton



5 Rafaël Wandtapijt Genezing Van De Lamme

Wandtapijt


Merk op dat de het wandtapijt het spiegelbeeld is van het karton (ontwerptekening). Dit heeft te maken met de manier van weven.

Rafael maakte in opdracht van paus Leo X, samen met zijn assistenten en leerlingen, ontwerpen op ware grootte (kartons) voor een tapijtenreeks over de handelingen van de apostelen. Die kartons werden daarna naar Brussel gestuurd, waar ze tussen 1516 en 1521 werden geweven in het atelier van Pieter van Aelst. In 1521 waren de tien wandtapijten te bewonderen in de Sixtijnse Kapel, waar ze voor bedoeld waren. Nu zijn ze te zien in de Pinacoteca van het Vaticaan.
Zeven van de tien kartons werden door de Engelse koning Charles I, in 1623 gekocht toen hij nog prins was. Ze zijn nu te zien in het Victoria & Albert Museum.


5 Rafaël Karton Genezing Van De Lamme Detail

Detail van het karton


Let op de gedraaide zuilen die ook te zien zijn in de Sint-Pietersbasiliek boven het graf van de heilige Petrus.





POUSSIN

Genezing van een verlamde man

5 Nicolas Poussin Genezingvaneenverlamdeman NewYork Metropolitain Museum

Werk van Nicolas Poussin (1594-1665)
Metropolitan Museum, NewYork


Merk op: Petrus (gele mantel, grijs haar en baard) en Johannes (zonder baard) bevinden zich bovenaan de trap die leidde naar de hoofdingang (De Schone Poort) van de tempel.





Suggesties

Grote kinderen

EVEN TESTEN

Boekje

Vooraf
Knip de tekeningen uit die te vinden zijn op dit blad.
Zorg voor vier bladen (indien recto verso) of zeven bladen (zes bladzijden met een tekening, één kaftbladzijde)



Verloop
Opdracht: de kinderen maken een boekje.
Eerst leggen ze illustraties in de juiste volgorde.
Ze bespreken wat er op elke illustratie gebeurt en wat elk van de personen op de illustratie zegt of zou kunnen zeggen.
Ze bespreken ook wat er op de kaft van het boekje komt en wat het formaat van de bladzijden wordt. Eventueel kunnen ze een blad ook horizontaal leggen.

Daarna bespreken ze wie wat doet:
. Wie zorgt voor de kaft?
. Wie schrijft de tekstballonnen?
. Wie schrijft de doorlopende tekst?



TIP
De kinderen kunnen het boekje aanvullen met: meerkeuzevragen, tekeningen, kruisende woorden, schuifraadsel …





ACTUALISEREN

Wonderen, vroeger en nu

(Zonnestraal 1997 nr. 33)

DE KRANT VAN JERUZALEM
Merkwaardige gebeurtenis aan de Schone Poort
Verlamde bedelaar kan terug lopen
Eergisteren is de verlamde bedelaar die sinds jaren aan de Schone Poort zat, verdwenen. Hij kan, na al die jaren verlamd te zijn geweest, weer lopen. Enkele getuigen beweren dat Petrus en Johannes, twee volgelingen van Jezus van Nazaret, hem genezen hebben. Maar zelf zeggen ze dat de man kon opstaan door de kracht van Jezus.





Ook vandaag gebeuren er nog 'wonderen'.
Telkens wanneer mensen zorg dragen voor hun medemensen in nood, net als Jezus, Johannes en Petrus dat deden. Jammer genoeg is DE KRANT VAN VANDAAG waarin dit goede nieuws te lezen stond, stuk geraakt. Misschien kun je de twee bijdragen hieronder opnieuw samenstellen.
Onderstreep ook telkens de zin waarin het goede nieuws vermeld wordt.


DE KRANT VAN VANDAAG

Op de vlucht voor de oorlog
Nijpend voedselgebrek in Afrika


Minicircus?
Acht kleine clowns in het ziekenhuis van Leuven


Rond 18 uur kreeg ze bezoek van minstens acht kinderen. Het waren de buurtkinderen die hoorden dat Martha in het ziekenhuis lag. Omdat ze haar wilden verrassen, hadden ze zich verkleed als clowns. Het personeel wist niet wat er gebeurde. Martha voelde zich op slag beter.


Samen met duizenden mensen vlucht Baptiste sinds vorige week voor het dreigende oorlogsgevaar. Hij legde al heel wat kilometers te voet af. Water en voedselvoorraden zijn bijna uitgeput. Sinds twee dagen heeft hij zijn ouders niet meer gezien.


In het kamp waar hij nu verblijft, wordt hij door kennissen van zijn familie goed opgevangen. Artsen zonder grenzen heeft in het naburige land vliegtuigen kunnen klaarmaken met medicijnen en voedselhulp. Bij vorige acties hebben ze heel wat zieken die totaal uitgeput waren, weer op de been kunnen helpen.


Gistermiddag werd Martha M. in het ziekenhuis opgenomen. Een fietser had haar omvergereden. De artsen stelden een beenbreuk vast. De oude vrouw woont alleen en heeft geen familie.



Correctiesleutel
Op de vlucht voor de oorlog
Nijpend voedselgebrek in Afrika

Samen met duizenden mensen vlucht Baptiste sinds vorige week voor het dreigende oorlogsgevaar. Hij legde al heel wat kilometers te voet af. Water en voedselvoorraden zijn bijna uitgeput. Sinds twee dagen heeft hij zijn ouders niet meer gezien.

In het kamp waar hij nu verblijft, wordt hij door kennissen van zijn familie goed opgevangen. ‘Artsen zonder grenzen’ heeft in het naburige land vliegtuigen kunnen klaarmaken met medicijnen en voedselhulp. Bij vorige acties hebben ze heel wat zieken die totaal uitgeput waren, weer op de been kunnen helpen.



Minicircus?
Acht kleine clowns in het ziekenhuis van Leuven

Gistermiddag werd Martha M. in het ziekenhuis opgenomen. Een fietser had haar omvergereden. De artsen stelden een beenbreuk vast. De oude vrouw woont alleen en heeft geen familie.

Rond 18 uur kreeg ze bezoek van minstens acht kinderen. Het waren de buurtkinderen die hoorden dat Martha in het ziekenhuis lag. Omdat ze haar wilden verrassen, hadden ze zich verkleed als clowns. Het personeel wist niet wat er gebeurde. Martha voelde zich op slag beter.





Overwegingen

Anoniem

Een oud verhaal

De middeleeuwse theoloog Thomas van Aquino
bezocht tijdens zijn bezoek aan Rome
met paus Innocentius IV een grote kathedraal.
De paus toonde hem fier de schatten van de kerk.
Hij zei tegen Thomas:
‘De kerk kan niet langer zoals Petrus zeggen
dat ze geen zilver of goud heeft.’
‘Nee,’ zei Thomas, ‘maar ze zegt ook niet meer:
in de naam van Jezus Christus van Nazaret:
‘Sta op en loop’.’





Marga Haas

Verlamd

(M. Haas, Parelduiken in de Bijbel, 2 februari 2023)

Er zit een verlamde man bij de poort. Petrus loopt voorbij. De man vraagt om een aalmoes. ‘Goud of zilver heb ik niet, maar wat ik heb, zal ik je geven’, zegt Petrus. ‘In naam van Jezus Christus, sta op en loop!’ En de man staat op en loopt.

Wat ken ik dat goed, verlamd zijn. Het gebeurt als ik vastdraai in gedachten, als ik me laat vangen door overtuigingen over mezelf of over de wereld. Of als ik geen uitweg zie in de strijd tussen een gevoel en een overtuiging – moet ik nu meebewegen met die ander en daarmee bij mijzelf over een grens gaan of mezelf in bescherming nemen en daarmee die ander iets ontzeggen? Ik weet dan niet meer wat te doen en laat me verlammen. Ik word slachtoffer van mijn innerlijke strijd. Ik zak door mijn knieën en parkeer mezelf bij de poort. Niet bij machte om mezelf te dragen of weer in beweging te krijgen.

Daar zit ik. Geheel ervan overtuigd dat ik niet in staat ben om iets te veranderen in mijn situatie. Ik ben tenslotte verlamd. En wie voorbijkomt vraag ik om een aalmoes. Die krijg ik van deze en gene, maar wat gebeurt daar eigenlijk? Iedereen die me wat geld geeft, bevestigt me in de gedachten die ik over mezelf heb; in de positie die ik heb gekozen. Mijn weldoeners maken me nog lammer dan ik mezelf al ervaar. Wie me een aalmoes geeft, zegt in feite: ‘Je hebt gelijk, je bent volledig verlamd, machteloos. Er is geen verandering in je situatie mogelijk. Jij bent slachtoffer van je omstandigheden en vandaag red ik je uit de brand. Hier, een beetje geld.’ Ik krijg waar ik om vraag: een aai over mijn bol. Die helpt me dieper de verlamming in.

Maar dan komt Petrus voorbij. Ook hem vraag ik om een aalmoes. Maar Petrus weigert me te bevestigen in de slachtofferrol, in de machteloosheid. Juist door me niet te geven waar ik om vraag, zet hij iets in mij in gang. ‘Hé,’ denk ik, ‘die gast bevestigt me niet in mijn lijden. Wat krijgen we nou!’ Er komt innerlijk van alles in beweging – ontzetting, angst, verlatenheid, boosheid. En juist dat laatste maakt me krachtig genoeg om de verlamming van me af te gooien, op te springen en mezelf te bevrijden van wat me verlamde.

Ik schrijf het in een oogwenk op, maar dat laatste is natuurlijk een proces. Weer op eigen benen staan, weer leren lopen – dat vraagt zacht gezegd enige oefening. Ik zal terugvallen in oude patronen, ingesleten gedachtegangen. Er zullen zich nieuwe situaties voordoen waarin mijn hernieuwde loopvaardigheden op de proef worden gesteld. Maar dankzij Petrus, die zo dapper was mij te onthouden waarom ik vroeg, heb ik de ervaring dat ik van verlamming weer in beweging kan komen. Dat ik op eigen benen kan staan. En die ervaring geeft me moed.