Loading...
 

29e zondag door het jaar B - tweede lezing

Hebreeën 4, 14-16: Een hogepriester bij God

De tekst

’Bijbel in gewone taal’

(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 1912)

Wij horen bij Jezus, de Zoon van God. Dat geloven we, en daar moeten we aan vasthouden. Jezus is naar de hemel gegaan. En daar, bij God zelf, is hij onze hogepriester geworden.
Jezus, onze hogepriester in de hemel, heeft veel moeten lijden, net als wij. Zelf heeft hij nooit iets verkeerds gedaan. Maar hij weet wel hoe moeilijk het is om geen verkeerde keuzes te maken.
Laten we daarom vol vertrouwen leven als volk van God. En als het nodig is, helpt Jezus ons. Want hij is onze hogepriester. Hij heeft medelijden met ons, en hij is goed voor ons.



Dichter bij de tijd

(Bewerking: C. Leterme)

Nu we een belangrijke hogepriester hebben,
die door de hemelen is gegaan, Jezus, de Zoon van God,
moeten we vasthouden aan wat we geloven.
Want we hebben een hogepriester
die zich kan inleven in onze zwakheden,
omdat Hij zelf op allerlei manieren werd getest,
precies zoals wij, behalve dan voor de zonde.
Laten we daarom de troon van de goedheid van God
vol vertrouwen naderen
om barmhartigheid en goedheid te verkrijgen
en hulp op het juiste moment.



Stilstaan bij …

Hogepriester
Jezus wordt vergeleken met een hogepriester. Op die manier vertegenwoordigt hij de mensen bij God.
Net al een hogepriester is Hij een gewoon mens, blootgesteld aan verleidingen en zwakheden. Daarom begrijpt Hij waarom mensen zondigen en kan hij vergeving vragen aan God.
Net al de andere hogepriesters is Hij door God geroepen.
Alleen de brief aan de Hebreeën noemt Jezus een hogepriester.

Hemelen
Omdat men vroeger dacht dat de hemel bestond uit verschillende sferen, wordt de meervoudsvorm gebruikt.





Bij de tekst

Brief aan de Hebreeën

Lees meer