Loading...
 

2e zondag van de advent C - eerste lezing

2 Foto Mor

(Morguefile free stock photo license)


…page…

Baruch 3, 9-15.32-4, 4: Bron van de wijsheid

De tekst

Dichter bij de tijd

(Bewerking: C. Leterme)

Luister, Israël, naar de wet van het leven,
luister goed en kom tot inzicht.
Israël, waarom, leven jullie in een vijandig land
en worden jullie oud tussen vreemde volken?
Waarom zijn jullie onrein als doden,
als bewoners van de onderwereld?
Jullie hebben de bron van de wijsheid verlaten.
Als jullie op de weg van God waren gebleven,
dan hadden jullie voor altijd vrede gekend.
Waar verstand is, kracht en inzicht,
daar vinden jullie leven en lengte van dagen,
licht voor de ogen en vrede.
Wie is hij die haar verblijfplaats vindt,
wie dringt haar schatkamers binnen?

Alleen de Alwetende kende haar, zijn inzicht ontdekte haar.
Voor altijd schiep Hij de aarde en bevolkte ze met dieren.
Het licht gaat op weg, wanneer Hij het uitzendt,
het gehoorzaamt Hem bevend als Hij het terugroept.
Alle sterren stralen blij, elk vanaf hun eigen plaats.
Hij roept en ze zeggen: `Hier zijn we!'
Vol vreugde stralen ze voor Hem die hen schiep.
Dit is onze God; niemand anders kan zich met Hem vergelijken.
Alle wegen naar kennis komen van Hem.
Hij toonde ze aan zijn dienaar Jakob, Israël, die Hij liefhad.
Daarom verscheen ze op aarde en leefde ze onder de mensen.

Ze is het boek van de geboden van God,
ze is de wet die eeuwig duurt.
Zij die haar onderhouden, verwerven het leven.
Zij die haar niet opvolgen, sterven.
Bekeer je, Jakob, en houd eraan vast,
Richt je op de glans van haar licht!
Geef je trots niet prijs aan anderen,
geef je voorrecht niet aan vreemden.
Gelukkig zijn we, Israël:
wat God graag heeft, is ons bekend gemaakt.



Stilstaan bij …

Vreemde volken
Verwijzing naar de diaspora waarin joden leefden.

Het boek van de geboden van God
Dé wijsheid van God is te vinden in het boek van de geboden van God, de tora.
Rond deze zin werd heel het boek Baruch geschreven.





Bij de tekst

Het boek ‘Baruch’

Dit boek staat op naam van Baruch (= ‘gezegende’), vriend en secretaris van Jeremia.
Het boek werd waarschijnlijk geschreven in de tweede en eerste eeuw voor onze jaartelling, na de tijd van de Makkabeeën. Baruch kan er onmogelijk de schrijver van geweest zijn omdat hij enkele eeuwen eerder leefde.
Het gebeurde vroeger wel meer dat men de naam van een onbekende persoon verving door een bekende naam, om zo meer gezag te geven aan een geschreven tekst. Zo werd bijvoorbeeld het Hooglied toegeschreven aan koning Salomo.

Het boek, dat geschreven is in het Grieks, ontbreekt in de Hebreeuwse Bijbel (daarom ontbreekt het in de protestantse Bijbel). Men vermoedt dat verschillende auteurs er een bijdrage aan leverden. Er werden ook opvallend veel teksten uit andere Bijbelboeken in de teksten verwerkt.

Het boek beschrijft het leven van de joden tijdens de ballingschap in Babylon:
. Regelmatige gebedsdiensten in de synagoge
. Lezen van de Heilige Schrift
. Onderhouden van de wet van Mozes
. Loyale houding tegenover de vreemde gezagsdragers
. Levendig houden van de hoop op de Messias
. Zich niet inlaten met de godsdienst van het land waarin ze wonen