Loading...
 

33e zondag door het jaar B - eerste lezing

Daniël 12, 1-3: Eeuwig schitteren als sterren

De tekst

Dichter bij de tijd

(Bewerking: C. Leterme)

De man in witte kleren zei tegen Daniël:
'In die tijd zal de grote vorst Michaël opstaan
om de kinderen van je volk te beschermen,
want het zal een slechte tijd zijn.
Zolang er mensen zijn is er nog nooit zo'n slechte tijd geweest.

Maar al wie van je volk in het boek staat opgetekend,
zal dan worden gered.
En velen van hen die gestorven zijn zullen ontwaken,
sommigen om eeuwig te leven,
anderen om eeuwig vernederd te worden.

Dan zullen wijze mensen stralen als licht
en zij die mensen op het rechte pad brachten
schitteren als sterren, voor eeuwig en altijd.



Stilstaan bij ...

Michaël
(= Wie is als God?)
Deze aartsengel wordt alleen in het boek Daniël vermeld. Daar wordt van hem gezegd dat hij voor het uitverkoren volk strijdt met 'de vorst van de Perzen' en 'de vorst van Griekenland'.

Boek
De godsdienst van Babylonië kende 'lotstabletten'. Daarop stonden de lotgevallen van elke persoon en van de gemeenschap die de god Mardoek jaarlijks vastlegde.
'Boek' is in het boek Daniël het symbool van het besluit van God, die de geschiedenis beheerst.



Bij de tekst

Over Daniël

Klik hier voor meer informatie over deze profeet.



Over de tijd waarin de tekst geschreven werd

In de tweede eeuw vóór Christus leed de joodse bevolking zwaar onder het optreden van koning Antiochus IV Epifanes. Omdat deze Griekse heerser invloed wilde uitoefenen op de joodse godsdienst en cultuur, wilde hij de joden dwingen om de goden van de hellenistische Seleuciden te aanbidden. Dit stuitte op groot verzet. Sommige joden bekochten dit met hun leven.



Soort tekst

Dit fragment uit het boek Daniël is een apocalyptische tekst, een tekst die de indruk geeft ‘verborgen dingen’ over de toekomst te zeggen. Maar eigenlijk beschrijft de tekst wat er in realiteit al aan gruwel is gebeurd of aan het gebeuren is.
Eerder dan te voorspellen, moedigt zo’n tekst aan om stand te houden, door de hoop levend te houden dat aan die gruwel weldra een einde komt.



Betekenis

De schrijver van deze tekst was ervan overtuigd dat er definitief een einde zou komen aan de vervolgingen: wie rechtvaardig wordt gered, zelfs als die gestorven is, want hem wacht eeuwig leven na de dood.
Het boek Daniël is het eerste boek uit het Oude Testament waarin het geloof in de verrijzenis van individuen verwoord is.





Overweging

Agnes Lameire

Eeuwigheid

Daniël is, naast Jesaja, Jeremia en Ezechiël, de vierde en laatste van de zogenoemde ‘grote profeten’. Aan hem de eer om ons de laatste twee zondagen van het kerkelijk jaar te begeleiden. Hij is de ‘Daniël in de leeuwenkuil’ zowel als de ‘Daniël in de vuuroven’ en ook de Daniël die de kuise Suzanna redt van een onrechtvaardige terechtstelling. De lezing van vandaag is uit het laatste hoofdstuk van het boek Daniël. De gebeurtenissen die er in voorkomen worden gesitueerd in de periode van de Babylonische ballingschap. Lange tijd werden die mondeling doorverteld. Ze werden pas neergeschreven in de tweede eeuw vóór Christus. In het eerste deel vinden we verhalen rond de profeet terwijl in het tweede deel vooral voorzeggingen omtrent de toekomst voorkomen.
Vandaag zijn voor de lezing de beginverzen van het laatste hoofdstuk gekozen. ’In die tijd zal Michaël opstaan, de grote vorst, die de kinderen van je volk ter zijde staat.’ Michaël wordt hier ‘vorst’ genoemd. Hij is de belangrijkste van de engelen, de vorst die strijdt voor Israël. Zijn komst kondigt het einde van de verdrukking aan, de redding van het volk is nabij. Zelfs de doden worden erbij betrokken: ‘Velen van hen die slapen in de aarde, in het stof, zullen ontwaken, sommigen om eeuwig te leven, anderen om voor eeuwig te worden veracht en verafschuwd.’ Eeuwen heeft het geduurd eer in de Bijbel de hoop op een eeuwig leven ging oplichten. JHWH kon niet in de sjoel, in het dodenrijk, aanwezig zijn. Hij had geen dodenrijk zoals bijvoorbeeld de Egyptische koningen dat hadden. De dood was het einde, het gezamenlijk menselijk lot dat welhaast aan een straf deed denken. Pas in de tweede eeuw vóór Christus werd die opvatting aan het wankelen gebracht. De Makkabeeëntijd had veel martelaren gekend, menige Jood werd gedood omwille van zijn trouw aan het verbond. Het kon toch niet dat deze geliefden van de HEER in het nulpunt van een eeuwige dood zouden terechtkomen? Daniël geeft hierop een antwoord in het laatste hoofdstuk van zijn boek: ‘De verlichten zullen stralen als het fonkelende hemelgewelf, en zij die velen tot gerechtigheid hebben gebracht als de sterren, voor eeuwig en altijd.’ De eeuwigheidsgedachte is geboren!