Loading...
 

3e zondag A - eerste lezing

Jesaja 8, 23b-9, 3: Een stralend licht 

De tekst

’Bijbel in gewone taal’

(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 1147-1148)

Eerst was er veel ellende in het noorden van het land. Maar God zal zorgen dat het daar weer goed komt. Het zal ook goed komen in de landen aan de kust en in het gebied aan de overkant van de Jordaan. En zelfs in het gebied waar nu andere volken wonen.

Het volk dat nu in het donker leeft,
zal een stralend licht zien.
Een helder licht zal schijnen
in het land waar het nu nog donker is.
Heer, door u is het volk weer groot.
U geeft de mensen weer vreugde.
Zo blij zijn de mensen ook
als ze de oogst van het land hebben gehaald.
Zo blij zijn de mensen ook
als ze het bezit van de vijand hebben verdeeld.
De Heer heeft zijn volk bevrijd
Uw volk werd onderdrukt.
De mensen werden met de zweep geslagen,
de stok kwam op hun schouders neer.
Maar u hebt de zweep en de stok gebroken,
u hebt uw volk opnieuw bevrijd.



Dichter bij de tijd

(Bewerking: C. Leterme)

Lang geleden was er ellende in de landen van Zebulon en van Naftali,
maar in de toekomst komt het goed in de kuststreek,
in de streek aan de overkant van de Jordaan,
en in het gebied van de heidenen.

Het volk dat nu ronddwaalt in het donker,
zal dan een helder licht zien.
Zij die wonen in een land vol duisternis
zullen een stralend licht zien.

Je laat hen uitbundig juichen
En Je overstelpt hen met vreugde!
Ze verheugen zich voor Je zoals ze blij zijn bij de oogst
en bij het verdelen van buit.

Want het juk dat zwaar doorweegt,
de zweep die op de schouders neerkomt,
de stok van de drijver die hen opjaagt …
die maak Je kapot, net als op de dag van Midjan.



Stilstaan bij …

Zebulon
Gebied ten zuiden van het gebergte van Galilea, dat genoemd werd naar Zebulon, één van de twaalf zonen van Jakob. Zijn moeder was Lea).

Naftali
Gebied ten oosten van het gebergte van Galilea, dat genoemd werd naar Naftali, één van de twaalf zonen van Jakob. Zijn moeder was Bilha, een slavin van Rachel, de lievelingsvrouw van Jakob).

Zebulon en Naftali
Dit gebied veroverde koning Tiglat-Pileser III van Assyrië (745-727) in 732 voor Christus.
Aan de onderdrukte bewoners van dit gebied wordt een koning beloofd die als ‘een groot licht’ de duisternis van de slavernij zal verdrijven.

De weg naar de zee / kuststreek
Hiermee bedoelt Jesaja het kustgebied ten zuiden van de Karmel.

Licht
Met dit 'licht' heeft Jesaja een koninklijke Messiaanse figuur voor ogen die het Noordrijk zal bevrijden van de Assyrische heerschappij.

De dag van Midjan
Midjan was een zoon van Abraham en Ketura, een vrouw die hij – volgens de Bijbel - huwde na de dood van Sara. Met haar kreeg hij zes zonen. Zijn nakomelingen, de Midjanieten, leefden in het noordwesten van Arabië, op de oostkust van de Golf van Akaba.
Onder leiding van rechter Gideon doodden driehonderdtal Israëlieten de Midjanieten (Rechters 7). ‘De dag van Midjan’ verwijst waarschijnlijk naar deze gebeurtenis.





Bij de tekst

Historische context

Het noorden van Israël leed hevig onder de verovering van de Assyrische koning Tiglat-Pileser III in 732.



Betekenis

Jesaja stelt redding van het Noordrijk in het vooruitzicht. Hij beschrijft die als een groot licht dat opgaat: over het donkere van hun ellende zal de zon weer opgaan. Dit brengt een grote vreugde teweeg, te vergelijken met de vreugde bij de oogst of de vreugde bij het verdelen van buit. Het is God die aan de basis ligt van die vreugde. Hij is het die het juk breekt en de zweep en de stok. Zo laat Hij zich kennen als een bevrijdende God.



Relatie met het Nieuwe Testament

Matteüs citeert uit deze tekst van Jesaja als hij schrijft dat Jezus in Kafarnaüm gaat wonen.
Hij en de eerste christenen zagen die woorden van Jesaja gerealiseerd in Jezus, wanneer Hij in Galilea, het land van de heidenen, optrad.