Loading...
 

6 december: Sint-Nicolaas

SINT NICOLAAS

Wortels van het feest

6 december wordt zo bedolven onder speelgoed en geschenken dat je er de aanleiding voor vergeet en je voor de betekenis ervan in het duister tast.
Het feest gaat terug op de heilige Nicolaas, die zo leefde dat men in hem het beeld (icoon) van Christus zag.
Het feest gaat nog verder terug op het feest van de Germaanse god Wodan.
Het vindt uiteindelijk zijn wortels in de bewondering en verwondering om de vruchtbaarheid van het leven.



Wie was Nicolaas van Myra?

Er bestaan geen historische gegevens over Nicolaas, bisschop van Myra (Demre in het huidige Turkije, ten Westen van Antalya). Men neemt aan dat hij leefde van ± 260 tot ± 340. Hij zou geboren zijn te Patara en wellicht gestorven zijn op 6 december, omdat de feestdag van een heilige meestal op zijn sterfdatum valt. Hij heeft waarschijnlijk christenvervolgingen (onder keizer Diocletianus) meegemaakt, maar hij kende ook de regering van keizer Constantijn, die de kerk allerlei privileges gaf.
Hij was een welgestelde leek die zich om de armen bekommerde en onrecht bestreed. Misschien verkozen de christenen van Myra hem daarom als bisschop voor hun stad en streek.
(Merk op dat in die tijd mannen, die geen priester waren, bisschop konden worden)

Icoon Nicolaas

Volgens wetenschappelijk onderzoek van de relieken van de heilige Nicolaas, was hij 1,68 meter groot en zou hij aan reuma en migraine geleden hebben. Dat hij een baard droeg, is weinig waarschijnlijk omdat het niet de gewoonte was dat vooraanstaande burgers van het Romeinse Rijk een baard droegen.

Pas in de zesde eeuw begon men over hem te schrijven. Men vertelde toen al heel wat legendes rond zijn persoon. Enkele ervan waren 'geleend' van andere bisschoppen die ook Nicolaas heetten en in dezelfde streek leefden. Maar in de 6e eeuw was de verering van de heilige Nicolaas zo groot dat men over hem vertelde alsof hij alleen dit had meegemaakt. Zo werd het verhaal van zijn leven en werk in handen van zijn vereerders een mengeling van feit en fictie, waarin de historische kern tegelijk aanwezig is en ver te zoeken.

In 1071 werd in Bari (Zuid-Italië) de basiliek van Sint-Nicolaas opgetrokken, nadat zeventig vissers uit Bari de relieken van de heiligen roofden uit Myra (Turkije) om te verhinderen dat die in handen zouden vallen van de moslims. De economische redenen voor het 'overbrengen' van die relieken waren misschien nog wel belangrijker: Bari was niet langer de hoofdstad van Zuid-Italië en de aanwezigheid van die relieken kon een en ander goed maken. Want het was commercieel interessant dat er veel pelgrims naar Bari kwamen.

Uiteindelijk blijft Sint-Nicolaas leven als een vertegenwoordiger van evangelische waarden:
. hij kiest voor wie onrecht lijdt,
. hij is solidair met de armen en de verdrukten,
. hij klaagt machtsmisbruik en geldzucht aan.



Sinterklaas

Onder invloed van het protestantisme werd Sint-Nicolaas: heer Klaas. Maar de mensen begonnen hem Sint Heer Klaas te noemen. Deze woorden werden samengebald tot: Sint-er-klaas.’



Nicolaaslegenden

De legenden rond Sint Nicolaas vertellen telkens opnieuw hoe hij mensen van dood (wanhoop) naar verrijzenis (hoop) bracht.

Het steeds terugkerend cijfer drie (drie schepen, drie beurzen geld, drie veldheren, drie meisjes, drie kinderen) verwijst naar het mysterie van de heilige Drievuldigheid, dat Nicolaas verdedigde tegen het arianisme, een ketterij die zegt dat Jezus alleen mens is.

Legendes worden best verteld als legendes en niet als historische verslagen. Ze werden verteld opdat mensen zich aan het leven van de heilige zouden inspireren.



Nicolaas van Myra en de drie meisjes

(C. LETERME, Een parel voor elke dag, Uitgeverij Averbode, 2007, p. 344)

''Soms brengt Sinterklaas naast speelgoed ook mandarijntjes, sinaasappelen ('gouden appeltjes'), en chocolaatjes mee die verpakt zijn in een goudkleurig materiaal en eruit zien als muntstukken.

ThVXJTUHD8

Deze mandarijntjes of chocoladen muntstukken kunnen de aanleiding zijn voor het vertellen van de volgende legende:''



Een edelman had drie dochters.
Maar omdat hij arm was geworden,
wilde niemand met zijn dochters trouwen.
Hij dacht: 'Ik stuur mijn dochters naar de stad.
Daar kunnen ze geld verdienen.'
Op een dag verhoorde God de gebeden van de vader.
Hij zond hem zijn goede engel, de bisschop Nicolaas.
Toen het nacht was, en niemand hem kon zien,
gooide Nicolaas een beurs met geld
door het venster van de arme edelman,
en holde daarna naar huis.
Bij het aanbreken van de dag vond de arme vader het geld.
Hij weende tranen van vreugde en dankte God.
Er was voldoende geld
om een huwelijksfeest te organiseren voor zijn oudste dochter.
Toen Nicolaas zag dat zijn geld goed gebruikt werd,
wierp hij een tweede beurs geld door het venster en snelde naar huis.
Weer dankte de man God voor deze weldaad,
want nu kon ook zijn tweede dochter trouwen.
Hij vroeg ook: 'Toon mij, Heer, uw engel,
die opnieuw zo goed was voor ons.'
De volgende nachten wachtte hij geduldig en lette zorgvuldig op.
Hij hoopte dat de onbekende
ook voor zijn derde dochter een bruidsschat zou brengen.
En ook nu kwam Nicolaas.
Toen hij diep in de nacht door hetzelfde venster
geld voor de derde dochter gooide,
liep de vader snel het huis uit, de heilige man achterna.
Hij herkende Nicolaas en wierp zich aan zijn voeten neer.
De bisschop deed hem opstaan en zei:
'Vertel niemand wat er gebeurd is.'

Andere versies van dit verhaal vertellen dat Sint Nicolaas ‘s nachts geld stak in de sokken van de meisjes, die aan een wasdraad bij de schoorsteen hingen te drogen.
Toen Sinterklaas gevierd werd in Amerika, hingen de kinderen een sok voor de schoorsteen, in de hoop dat de sint er ook iets voor hen zou in doen.
Wanneer men nu santa claus op 25 december viert, worden nog altijd de avond voordien sokken bij de schoorsteen gehangen.





Overweging bij het verhaal
De heilige Nicolaas van Myra wordt heel vaak afgebeeld als een bisschop, met naast hem een ton waarin drie kinderen zitten. Soms ook met een boek waar drie gouden ballen op liggen. Dat is niet toevallig: het getal drie hoort bij deze heilige, want op het concilie van Nicea (325) zou hij de heilige Drie-Eenheid van God verdedigd hebben. Daarom speelt in heel veel legendes van die heilige dit getal een grote rol.

In het verhaal hierbij zit een vader van drie meisjes in grote nood: zijn dochters konden niet trouwen omdat ze geen bruidsschat hadden. Daarom overwoog hij om ze naar de stad te sturen zodat ze er als prostituee aan het nodige geld konden komen. Toen bisschop Nicolaas dit hoorde, dacht erover na wat hij kon doen. Hij had er de vader over kunnen aanspreken, hij had de dochters kunnen stimuleren om naar ander werk te zoeken... Maar niets daarvan! Hij koos ervoor om hen zelf geld te geven zodat het probleem direct opgelost raakte. Dit deed hij stiekem, alsof zijn linkerhand niet mocht weten wat zijn rechterhand deed.

Deze legende is uit een andere tijd dan de onze. De zorg voor armen werd in de tijd van de heilige Nicolaas volledig gedragen door goedwillende mensen die een behoorlijk inkomen hadden. Nu is dit vooral de taak van de overheid.
Toch doet dit verhaal ons nadenken of we ons niet hier en daar individueel en zonder veel ruchtbaarheid kunnen inzetten voor wie het moeilijk heeft, op welke manier dan ook. We hoeven echt niet altijd te wachten op de overheid om voor meer welzijn te zorgen.

En sinterklaas?
Chocolade munten, verpakt in een goudkleurig zakje en sinaasappelen / mandarijnen die zowat dezelfde vorm hebben als de beurzen, behoren tot het snoep dat hij met zich meeneemt uit Spanje (!) om met zijn feest aan de kinderen te geven. De inspiratie hiervoor haalde hij duidelijk bij de echte heilige.




Suggesties
Inleiding op de legende
Gouden Appels
Maak gebruik van bovenstaande afbeelding of van deze afbeelding van Sint-Nicolaas.
De kinderen beschrijven wat ze zien. Noteer dat op een flap / bord.
Onderlijn wat typisch is voor een bisschop (mijter, staf, bisschopsring)
Bij de ene afbeelding is een kruis te zien in de staf, bij de andere bovenaan de mijter. Waarom is dat er?

Blijf daarna stilstaan bij wat Nicolaas nog vasthoudt. Dit is een zakje waarin geldstukken zaten of drie zakjes waarin goudstukken zaten. Vertel naar aanleiding hiervan de bovenstaande legende.
of laat ‘gouden’ muntstukken zien, of mandarijntjes die kinderen als snoep bij het sinterklaasfeest herkennen.

Muntstukjes Mandarijntjes

- Wat zijn dit?
- Krijgen jullie dat ook?
- Weten jullie waarom je dit snoep krijgt?


Vertel: Lang geleden woonde in Myra bisschop Nicolaas
- Wie weet waar Myra ligt? (In het huidige Turkije)
- Wie weet wat een bisschop is?
- Hoe kun je zien dat Sint-Nicolaas een bisschop is? (mijter, staf, mantel, bisschopsring)
Vertel daarna de legende.




Zich inleven in het verhaal
De kinderen spelen dit verhaal. Er komen vijf personages voor in het verhaal.
- Wie wil Sint-Nicolaas zijn?
- Wie de edelman?
- Wie de oudste dochter?
- Wie de tweede dochter?
- Wie de jongste dochter?
Bespreek: Waarom heb je voor die persoon gekozen?

Daarna delen de spelers mee wat hun ervaringen zijn:
- Wie heb je gespeeld?
- Wat heb je gevoeld, gedacht? gewild? gezegd?
- Herken je iets van je rol in je eigen leven.
- Zie je situaties uit het verhaal in de wereld rondom jou gebeuren

Wat wil men aantonen met het verhaal? (Sinterklaas doet iets voor iemand anders)
Doen jullie ook al eens iets goed voor iemand anders? Wanneer?
(Laat het verhaal eventueel nog eens door vijf andere kinderen spelen)



Hongersnood in Myra

(C. LETERME, Een parel voor elke dag, uitgeverij Averbode, 2007, p. 346)

Maanden lang scheen de zon. Alles droogde uit.
Er was niets meer te eten.
Op een dag voeren drie schepen de haven van Myra binnen.
Ze waren zwaar beladen met graan op weg naar de stad Constantinopel.
Op het plein voor de haven zag bisschop Nicolaas
dat veel mensen van de stad graan wilden kopen.
Hij liep door de menigte heen op zoek naar de kapitein.
'Wat is er?' vroeg de kapitein.
'Kapitein, de mensen van Myra lijden honger.
En uw schepen zitten vol graan. Verkoop er wat van.'
'Dat is verboden,' zei de kapitein. 'U weet dat ik dan onthoofd wordt.'
'De mensen zullen sterven als u ze niet helpt,' zei Nicolaas.
Maar de kapitein zei:
'Mijn hoofd is mij een groter zorg dan jullie honger.'
'Jezus heeft eens met vijf broden een grote menigte eten gegeven.
Er waren toen twaalf korven met overschot,' zei de bisschop.
'Ik ken dat verhaal,' zei de kapitein,
'als het klopt dat ik geen korrel te kort kom, zal ik u helpen.'
Hij nam een krijtje en trok een streep
waar het water tegen de scheepswand kwam.
'Neem zo veel graan als jullie willen,' zei hij,
'maar schudt het hier op het havenplein uit.
Als het schip hoger op het water komt te liggen,
moet dit graan weer ingeladen worden.
Als uw woord uitkomt, dan mogen jullie het graan houden.'
Mannen uit Myra laadden het graan in zakken
en schudden ze uit op het plein.
'Stop!' riep de kapitein, 'ik wil eens kijken.'
De krijtstreep en de waterspiegel stonden nog op dezelfde hoogte.
'Ga maar door!' zei de kapitein.
De kapitein bleef naar de krijtstreep kijken.
Maar die kwam geen vingerbreed omhoog.
'Genoeg, mannen,' zei de bisschop,
'we hebben genoeg graan tot de volgende oogst.
En er is ook voldoende voor nieuw zaaigoed.'
Toen knielden allen en loofden en dankten God.

Dit verhaal is een wonderverhaal.
Dit betekent dat het belangrijkste in dit verhaal niet de feiten zijn, maar de betekenis ervan.
Het leert Nicolaas kennen als bisschop en als weldoener.





Overweging bij het verhaal
(C. LETERME in Kerk en leven, Federatie Rotselaar, 5 december 2018, p. 1)

Nicolaas was bisschop van Myra.
In zijn tijd een bloeiende welvarende havenstad op de vaarroute
van de graanschepen uit Egypte over Constantinopel naar Rome.
Ze meerden er aan om proviand op te slaan
en soms ook om graan te lossen
voor de dorpen en steden in het binnenland van wat nu Turkije is.

Toen het eens maandenlang niet regende en het zo droog was
dat de grond niets meer opbracht
en de mensen honger begonnen te lijden
besloot Nicolaas om te spreken met de kapitein van zo’n graanschip.
Wat er toen precies gebeurd is, is niet meer na te gaan,
maar graan uit die ene boot hielp de bewoners van Myra uit hun nood.

Later leidde het verhaal over deze gebeurtenis een eigen leven:
het werd een miraculeus verhaal
waarbij de bisschop alle aandacht kreeg
en men een verband zag met de wonderbare broodvermenigvuldiging.
Dat Nicolaas zo door de nood van zijn medeburgers getroffen werd
en ervoor in actie schoot, maakte van hem een heilige.

Wat moeten mensen nu met zo’n heilige doen?
Er een voorbeeld aan nemen!
Niet dat men nu grote wonderen moet doen.
Maar oog hebben voor wat het leven leefbaar maakt
en zich daar voluit voor inzetten.

Onmogelijk?
Kijk eens met andere ogen naar je werk of naar je omgeving.
Je kunt zeker duizend kleine wonderen verrichten
door goed te zien, goed te luisteren en er goed op te reageren.
En ook hier geldt: vele kleintjes maken één groot.



Sint-Nicolaas en de redding op zee

(C. LETERME, Een parel voor elke dag, uitgeverij Averbode, 2007, p. 343)

Onverwacht stak er een hevige storm op zee,
Een schip met pelgrims raakte in groot gevaar.
De mast stond op breken, de zeilen klapten dubbel.
Elk ogenblik dreigden de pelgrims over boord te slaan,
tot ze riepen tot Nicolaas: ‘Nicolaas, als het waar is
wat we over u gehoord hebben, red ons dan.’
Toen verscheen er een man die heel bekwaam hand de mast stutte
en de zeilen weer op orde bracht.
De storm ging liggen.
Daarna verdween de man even plotseling als hij was gekomen.

Wat later landde het schip veilig in de haven van Myra.
Vol dankbaarheid liepen de opvarenden naar de kerk.
Toen ze bisschop Nicolaas zagen,
herkenden ze in hem de man die hen gered had op zee.
Zij knielden en dankten hem.
Maar hij zei bescheiden:
‘Niet ik, maar uw geloof en Gods genade hebben u geholpen.’


Dit verhaal maakt duidelijk waarom Nicolaas de beschermheilige is van schippers en zeelieden.



Nicolaas en Cassianus

(C. LETERME, Een parel voor elke dag, uitgeverij Averbode, 2007, p. 345)

Toen Sint-Nicolaas gestorven was en naar de hemel ging,
kwam hij de heilige Cassianus tegen.
Samen gingen ze op weg naar God.
Opeens klonk uit de verte: ‘Nicolaas..., Nicolaas..., Nicolaas help me!’
Nicolaas stopte.
‘Iemand roept mij. Ik moet terug!’
Hij rende terug naar de aarde
en Cassianus die hij een hand had gegeven, moest gewoon mee.
Wat later stonden ze naast een boer,
die alle moeite had om zijn wagen uit de modder te trekken.
‘Nicolaas, help me,’ zei hij.
‘Let op, Nicolaas, dat je je witte kleed niet vuilmaakt!’ zei Cassianus,
‘want anders kun je niet bij God komen.’
Nicolaas hoorde hem niet.
Hij stond al tot aan zijn enkels in de modder.
En dat zijn kleed wit was geweest, kon niemand meer zien.
Cassianus bleef niet toekijken en ging alleen verder naar de hemel.

Een tijd later kwam Nicolaas ook aan bij de hemel.
Alle engelen en heiligen die hem zagen, moesten lachen.
‘Kijk eens hoe die eruit ziet!’
Nicolaas werd rood toen hij zag dat ze naar zijn kleren wezen.
‘Hoe durf je zo bij Mij te komen?’ vroeg God.
‘Een kar... modder... hulp...’ stamelde Nicolaas
Toen zei God: ‘Nicolaas, luister.
Omdat jij die man in Rusland belangrijker vond
dan je mooie witte kleed,
zal jouw feest elk jaar door de mensen gevierd worden.
En omdat je lijkt op mijn zoon,
zullen de mensen meer van je houden dan van welke heilige ook.’




Overweging bij het verhaal
(C. LETERME in Kerk en leven, Federatie Rotselaar, 4 december 2019, p. 2)

De heilige Nicolaas, vooral bekend als ‘grote kindervriend’,
was volgens de legende hierbij
niet alleen een grote mensenvriend in zijn leven,
maar ook bij zijn dood.

Toen hij iemand om hulp hoorde roepen
moest alles wijken om die te kunnen bijstaan.
Dat zijn mooie witte kleed vol modder raakte …
daar lag hij niet wakker van.

En ook God vond dat blijkbaar niet belangrijk.
Een heel andere reactie dan bij veel mensen
die misschien wel goed willen doen
maar er zich niet willen aan vuilmaken.

Later werd Nicolaas heilig verklaard.
Want in alles wat hij deed,
leek hij op Jezus,
liet hij een glimp van God zien.

Hoe zit dat met ons, de parttimeheiligen?
Vinden we ons ‘witte kleed’ belangrijker
dan het ingaan op de vraag om hulp
van mensen in nood, dichtbij en veraf?

Of lijken we op Cassianus
die in alle stilte afdroop
en alleen verder ging naar de hemel,
waar hij een onopvallende heilige werd?



Sint Nicolaas en de drie jongeren

Sint Nicolaas is de patroon van de zeevaarders. Daarom wordt hij afgebeeld met een boot waarin mensen zitten. Met verloop van jaren werd deze boot onduidelijker uitgebeeld zodat die begon te lijken op een kuip met kinderen. De macabere geest van de Middeleeuwer zorgde voor een verklaring van die ongewone uitbeelding in de volgende legende.
Niettegenstaande de vreemde voorgeschiedenis van dit verhaal is het waardevol: het toont aan hoe mensen in Sint Nicolaas het beeld zagen van Christus die leven brengt waar dood is.
De aanleiding voor het vertellen van dit verhaal kan zijn: de figuren in chocolade of speculaas, waarbij naast de heilige een soort ton staat met kinderen in.

Chocoladen Sinterklaas



Drie jongeren trokken door het land.
Op een dag werden ze moe en gingen ze naar een herberg.
’Kunnen we hier overnachten?’ vroegen ze aan de herbergier.
’Jazeker jongens’, zei hij.
Maar hij had de deur nog niet achter hen dicht,
of hij pakte zijn grote slagersbijl en sloeg de drie jongeren dood.
De herbergier had een enorme hekel aan jongeren.
Beneden in de kelder had hij een heel grote inmaakpot staan.
Hij sneed de jongens in stukken en gooide ze in het pekelvat.
Niemand wist waar de drie gebleven waren.
En niemand verdacht de slager van zo’n vreselijke moord.

Zeven jaar gingen voorbij.
Op zekere dag kwam Sint Nicolaas in de streek.
De grote kindervriend klopte bij de herberg aan.
’Kan ik hier overnachten?’, vroeg hij.
’Natuurlijk, natuurlijk’, zei de herbergier,
‘Kom binnen. Er is zeker een bed voor u vrij.
Kan ik nog meer voor u doen? ’Wat wilt u hebben?’
’Ik heb grote honger na mijn lange tocht.’
‘Wilt u misschien een stuk ham?’
‘Neen’, zei Sint Nicolaas, ‘Ik wil een stuk pekelvlees uit de kuip
die al zeven jaar in de kelder staat’, zei Sint Nicolaas.
De herbergier schrok en probeerde te vluchten.
Maar Sint Nicolaas hield hem tegen.

Samen gingen ze naar de kelder.
Bij de kuip aangekomen sprak Sint Nicolaas een gebed uit.
Hij strekte drie vingers uit over de kuip en zei:
’Kom eruit jongens, jullie slapen.’
Er kwam beweging in de kuip.
De drie jongeren werden wakker en klommen uit de kuip.

Vanaf die dag kende iedereen de grote macht van de kindervriend.

C. Leterme Nicolaas Ieper 2018 B

Drie jongens in de kuip, kathedraal, Ieper 2018. Foto © Chantal Leterme (2018)



Woorden tellen niet

(C. LETERME, Een parel voor elke dag, uitgeverij Averbode, 2007, p. 342)

Er waren eens drie kluizenaars, die woonden op een eiland.
Op een dag kregen ze bezoek van bisschop Nicolaas.
Die hoorde de kluizenaars bidden.
Ze zegden voortdurend: ‘Heer ontferm U over ons’.
Toen zei Nicolaas: ‘Ik zal jullie leren bidden zoals het moet.’
En hij leerde hun het onzevader aan.

Wat later nam de bisschop de boot
om terug naar de stad te gaan waar hij woonde.
’s Avonds riep de kapitein hem aan dek en zei:
‘Er lopen spoken op het water.’
Bisschop Nicolaas ging kijken
en zag de drie kluizenaars op het water stappen.
Ze smeekten: ‘Wil je ons alsjeblief terug dat gebed leren?
We zijn alle drie de woorden ervan vergeten.’
Toen zei de Nicolaas: ‘Gaan jullie maar rustig terug naar jullie eiland.
Uiteindelijk zijn die woorden niet zo belangrijk.’

Naar een verhaal uit Rusland/Servië





Sint-Nicolaas en kunst

ICOON

Icoon Nicolaas 2

De heilige Nicolaas is een van de belangrijkste heiligen in het orthodoxe christendom.
Hij wordt er steeds in bisschopsornaat uitgebeeld.
Als je zijn icoon (=beeld) bekijkt, moet je letten op:
- het brede voorhoofd - verraadt zijn grote intelligentie
- de kleine oren staan a.h.w. naar binnen om te horen wat God hem toefluistert
- de Bijbel (niet het foutenregister!) die zijn doen en laten inspireert.
In de bovenhoeken van de icoon zie je Jezus Christus en de moeder Gods. Hun aanwezigheid wordt duidelijk in het volgend verhaal:


Op het concilie van Nicea (325) werd de leer van Arius besproken (nl. Jezus Christus is alleen mens). Arius die op het concilie aanwezig was, argumenteerde zeer bekwaam. Dit zou Nicolaas in die mate geïrriteerd hebben dat hij midden in de vergadering plotseling opstond. Hij greep de mijter van zijn hoofd en sloeg er Arius mee om de oren. Bisschop Ossius van Cordoba, die het concilie leidde, vond dat het gedrag van Nicolaas een bisschop onwaardig was. Hij nam het evangelieboek en de witte stool (die alleen bisschoppen mochten dragen) af van Nicolaas.
's Nachts droomde Ossius dat Christus het evangelieboek en de moeder Gods zijn stola vasthielden, terwijl zij het eerherstel van Nicolaas aankondigden.
De volgende dag werd Arius als ketter veroordeeld en kreeg Nicolaas zijn bisschoppelijke waardigheid terug.
Of Nicolaas in 325 echt op dat concilie aanwezig was kan historisch niet worden aangetoond. Er bestaat immers geen historische aanwezigheidslijst.



ANONIEM

Retabel van de Heilige Nicolaas

Nicolaas Retabel

Dit retabel is het werk van de anonieme Meester van de Legende van de heilige Lucia.
Hij was een vooraanstaande kunstenaar in Brugge aan het einde van de 15de eeuw, toen ook Hans Memling en Gerard David in Brugge werkten

In de loop van de tijd zijn de verschillende panelen verspreid geraakt.
Sinds 2008 is het retabel bijna geheel terug samengesteld en is het te zien in het Groeningemuseum te Brugge.



Middenstuk
Voorstelling van de heilige Nicolaas in vol ornaat, met op de achtergrond een nog herkenbaar stadsgezicht van Brugge (toren van Brugse kerken en het Belfort).


Zijluiken
De zijluiken van het retabel vertellen bekende verhalen uit het leven van de heilige Nicolaas van Myra.

Links boven
Nicolaas zorgt voor een bruidsschat voor drie dochters van een verarmde edelman.
Eén dochter heeft al een beurs met geld. De tweede dochter krijgt het geld door een venster.
Later zal ook de derde dochter een bruidsschat krijgen.

Links onder
Nicolaas koren laat lossen in Myra zodat een einde komt aan een hongersnood.


Rechts boven
Drie studenten worden vermoord door een herbergier en zijn vrouw.
Naast het bed staat de ton waarin ze nadien gepekeld zullen worden.

Rechts onder
Dit paneel ontbreekt. Het stelde de studenten voor die door Nicolaas uit de dood worden gewekt.




Suggestie
Maak zelf een retabel.
Lees meer



FRA ANGELICO

Het leven van Sint-Nicolaas

Fra Angelico

tempera op paneel, 35cm op 61,5cm


Dit paneel is het eerste van de drie panelen die Fra Angelico (1395-1455) in 1437 schilderde voor de kapel van Sint-Nicolaas in de kerk San Domenico van Perugia. Het stelt de geboorte van de heilige voor (links), zijn roeping (midden) en zijn geschenk voor de drie meisjes (rechts).





Catechese rond Sint-Nicolaas / sinterklaas 

Inleiding

Het sinterklaasfeest valt altijd samen met de eerste periode van de Advent.
Op school wordt dit feest vaak opgenomen in de thematiek van de Advent nl. verwachting, feest, welkom.
MAAR men kan zich afvragen of de houding van mensen die vanuit een benarde situatie uitkijken naar redding, verlossing, bevrijding... (O.T.) te vergelijken is met het uitkijken van kinderen naar een sinterklaasfeest of een verjaardagsfeest.
Het is daarom veel eerlijker om de figuur van Sint-Nicolaas centraal te zetten samen met de evangelische waarden die hij vertegenwoordigde.


Indien men de legendes vertelt die rond de heilige Nicolaas geweven zijn, worden ze best verteld als legendes en niet als historische verslagen. Ze werden verteld opdat mensen zich aan het leven van de heilige zouden inspireren.


Probeer een moraliserende / belerende ondertoon rond sinterklaas te vermijden. Misbruik de sint niet als dreigmiddel voor 'stoute' kinderen.
Dit betekent dat de volgende reeks vragen in een kringgesprek NIET kan:
- Wat hebben jullie allemaal gekregen?
- Hebben jullie dit verdiend?
- Zijn jullie braaf geweest? (huiswerk maken, lief geweest tegen elkaar, geen ruzie gemaakt, pa en ma geholpen met de vaat...)
Dit betekent ook dat de bezoekende sint de kinderen niet op het matje roept.
Men kan zich beter inspireren op de volgende sint:

‘Toen de sint in zijn boek een briefje vond over Marie-Inge,
die slecht en slordig haar sommen maakte,
riep hij i.p.v. Marie-Inge, de juf naar voren.
‘Kun jij daar niet wat aan doen?’ vroeg hij haar.’



Rond de sinterklaastijd kan men voor de volgende problemen staan:
. snoep en speelgoed blijken ongelijk verdeeld.
. de sint komt niet of nauwelijks bij arme kinderen
. rijke kinderen worden vaak overdreven verwend
. sommige kinderen krijgen didactisch onverantwoord speelgoed.



Voorlopers van sinterklaas

Wodan

Het feest van sinterklaas onderging een sterke invloed van de viering van Germaanse god Wodan.
. Wodan was de god van de dood - vooral van de dood in de strijd
. Hij was ook de god van de vruchtbaarheid (begraven om vrucht te dragen)
. Hij wordt voorgesteld als een oude man met baard. Hij heeft een blauwe wijde mantel aan en draagt een breedgerande hoed. In zijn hand houdt hij een speer. Hij rijdt op zijn achtpotige schimmel Sleipnir (wit = doodskleur)

Sleipnir

Zijn feest was het Joelfeest (25 december - 6 januari), dat twaalf dagen en dertien nachten duurde. Het was zowel een dodenfeest, als een feest voor het verwerven van vruchtbaarheid. Men vierde dan dat Wodan samen met de overledenen terugkwam naar de aarde om de vruchtbaarheid voor het volgende jaar te verzekeren.

Bij de kerstening (christelijk maken) in onze streken bleven christenen in hun gewoontes gebonden aan vroegere gebruiken. Zo werden de attributen van de god Wodan overgedragen op Sint Nicolaas: het paard en de mantel bleven; de speer werd een staf, de hoed een mijter.



Artemis

Sommige historici menen dat Sint-Nicolaas de Griekse godin Artemis heeft vervangen. Zij was de godin van de liefde, vruchtbaarheid en geboorte, de redster uit nood en beschermster van het leven.

S6.1Artemis

Godin Artemis - Louvre


De legenden rond Sint-Nicolaas verbeelden de opstanding uit de dood en de vruchtbaarheid.

Het klaarzetten van de schoen met haver of hooi, kan een overblijfsel zijn van het gebruik om een korenoffer te brengen.



Het sinterklaasfeest

Gebruiken

. Op de vooravond van het feest, zetten de kinderen een schoen klaar, met wat eten en / of drinken voor de sint, zwartepiet en het paard.

. Soms komt de sint enkele dagen vroeger en strooit koekjes over de hoofden van de kinderen heen.

. Sinterklaas wordt meestal vergezeld door één of meer zwartepieten. Zij zijn de tegenpool van sinterklaas
In het zwart van zwartepiet en het wit van sinterklaas kun je de oersymboliek vinden van de strijd tussen licht en donken, dag en nacht, zomer en winter, goed en kwaad. Het gaat hier dus niet om de huidskleur, discriminatie of om koloniale toestanden.



Betekenis

Het leven is meer dan het nuttige en het noodzakelijke
Het sinterklaasfeest is een geheel van gebruiken waarin men de vroegere bezorgdheid om de vruchtbaarheid terugvindt (klaarzetten van de schoen – offeren van de laatste oogst; gooien met koekjes - zaaibeweging).
Het is nu (doorheen alle commerciële glitter) het feest geworden van ouders die de liefde voor hun kinderen uiten en willen vieren n.a.v. de herinnering aan een goede heilige man.


Geven is belangrijker dan krijgen
Typisch voor het sinterklaasfeest is zijn optimistische levensstijl en zijn goedgeefsheid: geven, zomaar - niet omdat het nuttig is of noodzakelijk, niet omdat men ervoor gewerkt heeft...


Wat goed is, blijft bovendrijven
De Nicolaastraditie blijft bestaan omdat ze beantwoordt aan de fundamentele menselijke behoefte aan tekens, modellen en symbolen, die gestalte geven aan de nood aan geborgenheid en aan verbondenheid en aan het geloof in positieve krachten.



Bedenkingen

Het sinterklaasfeest is één van de weinige echte feesten die er nog zijn: lang vooraf wordt er over gesproken, de dagen worden afgeteld. Op voorhand brengt de sint wat lekkers en de voorbereidingen op de vooravond drijven de verwachting ten top. Het hoogtepunt is de ochtend van 6 december. Vele dagen, soms wekenlang is er het nagenieten.

De handel speelt een belangrijke rol bij het in stand houden van dit feest. Folders en etalages zorgen voor een gezellige sfeer die de verwachtingen aanmoedigt. Deze rol wordt negatief wanneer men de mensen onrechtstreeks voorhoudt dat een geschenk pas van grote liefde getuigt als het duur is of een doel op zich.

Wat kinderen en volwassenen rond Sinterklaas beleven, ligt in het spanningsveld tussen 'heb-
ben' en 'zijn': Wat, hoeveel heb ik gekregen om mee uit te pakken tegenover vriendjes (kinderen), tegenover buren, familie ... (ouders)?
Of: wie ben ik voor mezelf, voor de anderen, waar sta ik in dit spel van geven en nemen?
Het sinterklaasfeest kan omlaag halen naar hebberigheid, maar het kan ook ruimte scheppen om belangeloos te kunnen geven en in vreugde, dankbaarheid te ontvangen.



Inspirerend: het speelgoed van de sint

(Geplaatst in 2018)

De actie ‘Ieder kind een Sint’, een actie in samenwerking met ACV, Beweging.net, Okra en Familiehulp, wil KWB-ouders en kinderen ervan overtuigen om speelgoed te geven aan Sinterklaas, zodat hij op 6 december elk kind iets kan brengen. Zo worden de kinderen aangespoord om te kijken of ze nog bruikbaar speelgoed hebben waar ze niet meer mee spelen. Dat kunnen ze binnenbrengen op een van de inzamelplaatsen en inzamelmomenten in november.

“We zoeken degelijk en duurzaam speelgoed dat leerzaam is en uitnodigt tot actief spelen. Veilig en verantwoord speelgoed dat kinderen boeit en laat uitproberen. Speelgoed dat de fantasie en de ontwikkeling van je kind stimuleert. De verdeling van het ingezamelde speelgoed gebeurt in samenwerking met verschillende armoedeverenigingen en welzijnsschakels.”

Klik hier voor meer info.



Tips voor 'sinterklazen'

(geïnspireerd door: P. REBMANN, De Sint moet prikken, in 'De Standaard Magazine', 3 december 1993 en T. Hens, Arme papa, arme sint, in DSM Magazine, 1 december 2000)

. Leef je in in je rol: je vertegenwoordigt een goede heilige man. Lees enkele verhalen en legendes die over de H. Nicolaas gaan, een bisschop in wie de christenen het beeld van Christus zelf gezien hebben.

. Dat je een heilige bisschop bent, merkt men aan je manier van spreken: traag en met een zwaardere stem dan gewoonlijk. Een heilige praat niet veel en denkt na vooraleer hij wat zegt. Hij praat verzorgd en heeft geen schrik om voor een groep te spreken.

. Je loopt niet, maar schrijdt en gaat langzaam.

. Je bent gekleed als een echte bisschop: je kleding is niet verkreukt en draag je met stijl. De handschoenen zijn kraaknet en de rode steen in de ring is opgepoetst. Als de albe (het witte kleed) niet erg lang is, rol je de broekspijpen even op. Witte sokken horen meer bij een sint dan de veelkleurige die het op een skipiste uitstekend doen.
En wat te denken van een sint op gymschoenen? ... verzorgde schoenen zijn meer aangewezen. En de baard? ... die zit goed!

. De sint rookt niet, drinkt niet en neemt geen fooien aan.

. Een sint die de kinderen wat in de handen stopt en vraagt of ze braaf geweest zijn, is geen sinterklaas, die is niet bezig met de kinderen. De echte sint probeert een gesprekje aan te knopen en tegen elk kind iets anders te zeggen.
Sinten met wat psychologisch doorzicht, krijgen veel aanknopingspunten.
B.v. Als kinderen een tekening meebrengen, kun je vaak hun naam ontcijferen. De tekening zelf verraadt ook wel een en ander.

. Een sint heeft mensenkennis en is vindingrijk.
Als kinderen moeilijke vragen stellen, is zijn antwoord zo dicht mogelijk bij de waarheid.
Als de kinderen pas een andere sint zijn tegengekomen en daar iets over opmerken, zegt hij dat die anderen zijn helpers zijn.

. Een sint kiest altijd de kant van het kind.
Er zijn ouders die zeggen dat hun zoon / dochter zijn best niet doet op school of dat hij altijd ruzie maakt met zijn broertje, of dat hun kind bedwatert...
De sint kan dan zeggen dat het zal veranderen en het gesprek van onderwerp veranderen.



Meestal zijn de kinderen heel bedeesd: uit eigen beweging zeggen ze niets.

Oudere kinderen zijn bijna in trance als ze bij de sint komen.

Turkse kinderen begrijpen niet waarom sinterklaas geen Turks spreekt - hij was toch bisschop van Myra, een stad in Turkije! Dit komt natuurlijk omdat dat erg lang geleden is.

Vele kinderen hebben een tekening of een knutselwerkje gemaakt. Soms zijn dat prachtstukjes. Het spreekt vanzelf dat de Sint die niet achteloos op de grond gooit: hij heeft respect voor de gevoelens van de kinderen.



TIPS VOOR DE PIETEN
. ze leggen op een prettige actieve manier contact met de kinderen.
. ze helpen de sint op een speelse manier.
. ze zorgen voor een aangename stemming en voor veel afwisseling.
. ze nemen de eventuele angst bij kinderen weg.
. ze hebben roetvegen op hun gezicht.




Sinterklaas en kinderen

Vragen

(Bron: Waarom is de paashaas geen hond?)

Waarom komt Sinterklaas niet in de zomer als het lekker warm is?
Onze voorouders, de Germanen, vierden bij het begin van de winter een feest ter ere van de god Wodan. Ze geloofden dat Wodan dan op zijn gevleugelde paard over de daken reed. Om de mensen te belonen of te straffen voor wat ze het voorbije jaar hadden gedaan. Toen de mensen in onze streken tot het katholieke geloof waren bekeerd, kreeg het Wodanfeest een andere naam: Sinterklaas, naar de heilige Nicolaas. Die leefde rond het jaar 300. Hij was bisschop in de Turkse stad Myra. Over hem deden veel verhalen de ronde. Men vertelde dat hij geld uitdeelde aan de armen. En dat hij een grote kindervriend was. Niemand weet in welk jaar hij stierf, maar wel dat het op 6 december was. Daarom vieren we zijn verjaardag op die dag of op de avond ervoor.


Waarom draagt de sint geen lange broek in plaats van een jurk?
De Germanen stelden zich de god Wodan voor als iemand met een lange, witte baard en golvend haar. Hij droeg een wijde mantel, hield een lans in zijn hand en reed door de lucht op een paard met acht poten. Toen de mensen Wodan door Sint-Nicolaas vervingen, bleven de witte baard, het lange haar en het paard bewaard. Hij kreeg nu de rode mantel en mijter van een bisschop. De lans werd vervangen door de bisschopsstaf.


Kan de sint niet gewoon op straat rijden in plaats van op het dak? En waarom op een paard en niet op een motor?
Natuurlijk kan hij dat. Maar hij aapt eigenlijk Wodan na. Bij het begin van de winter legden de oude Germanen offers voor de god Wodan bij de open haard. Ze hoop ten dat die god dan snel de donkere winterdagen zou verdrijven en alles weer zou laten groeien in de volgen de lente. Wodan kwam 's nachts over de daken gevlogen op zijn paard. Met zijn helper, de reus Norwi. Die loerde door de schoorsteen om te zien welke offers de mensen hadden klaargezet. Waarom loerde hij niet gewoon door de ramen? Heel eenvoudig. Omdat de huizen van de Germanen geen ramen hadden. De enige opening was de rookopening in het dak. Door die opening strooide Norwi noten en erwten, als teken van een vruchtbaar nieuw jaar. Toen het Wodanfeest door het sinterklaasfeest werd vervangen, legden de mensen geen offers meer klaar bij de schoorsteen, maar zetten ze een schoen. Ze hoopten dat Nicolaas die zou vullen met geld, want daar stond hij toch om bekend. Vandaag legt Sinterklaas geen geld meer in de schoen, maar speelgoed en lekkers. En net als Wodan rijdt hij over de daken, op een paard.


Is Sinterklaas een Spanjaard?
Sint-Nicolaas woonde in Turkije. Zo'n vijfhonderd jaar geleden kwamen er veel Spaanse kooplieden naar onze streken. Hun schepen waren volgeladen met mooie, lekkere en dure dingen uit verre landen. Omdat Sinterklaas ook lekkers en geld bracht, gingen de mensen denken dat hij uit Spanje kwam, net als die kooplui.


Waarom is Zwarte Piet zwart en niet blank?
De god Wodan werd geholpen door de reus Norwi. Door al dat loeren in de schoorstenen was Norwi's gezicht zo zwart als roet. Toen het Wodanfeest plaats moest maken voor Sinterklaas, kreeg ook hij een 'zwarte' helper. De Spaanse kooplieden brachten niet alleen lekkere en dure spullen mee met hun schepen, maar ook zwarte knechten. Dat waren mensen uit Noord-Afrika. Ze waren door de Turken gevangen genomen. De mensen noemden die slaven 'Moren'. Daarom draagt Zwarte Piet ook een pak en oorringen zoals de Moren toen.



Kinderwijsheid

- Mama, ik dacht dat sinterklaas uit Spanje kwam?!
- Dat is ook zo, Kas!
- Kan hij niet verhuisd zijn?
- Nee Kas, Hij woont in Spanje! Punt. Uit!
- En op het speelgoed dat hij bracht staat 'Made in China'?!!





Suggesties

Kleine kinderen

VERDIEPEN

Gesprek: Cadeautjes van de sint

- Wat willen de kinderen graag van de sint krijgen?
- Zijn er ook dingen die je wilt krijgen en die niet in een winkel te vinden zijn?
(vriendschap, vrede ...)





VERTELLEN

Een schoen voor de sint

(naar een verhaal van Hubertine van den Biggelaar)

‘Mmmm,’ roept Kato, ‘de Sint heeft een snoepje in mijn schoen gelegd.’
Ze steekt het snoepje in haar mond.
‘Ik lust er nog wel een,’ zegt ze.
Maar in haar schoentje kon er maar één snoepje in.
Daarom neemt Kato de schoen van haar grote broer
en legt die bij de schouw.

De volgende dag liggen er drie snoepjes in de schoen van haar broer.
‘Dank je wel, lieve Sint,’ roep Kato en ze eet snel de snoepjes op.
‘Ik lust er nog wel meer,’ zegt ze.
Kato neemt een laars van mama. Daar past heel veel snoep in.

De volgende dag liggen er vier snoepjes in de laars.
‘Mag ik er een?’ vraagt mama. Ook haar broer en papa lusten een snoepje.
Dat vindt Kato goed, maar nu heeft ze maar één snoepje meer voor zichzelf.
Als de anderen die snoepjes ook lekker vinden, dan is de laars van mama te klein.
‘Ik weet wat ik zal doen,’ zegt Kato.
’s Avonds zet ze twee grote pantoffels van papa, daar kan heel wat snoep in.

Maar de volgende dag zijn de pantoffels weg!
Op de plaats van de pantoffels ligt een briefje van de Sint:
Lieve Kato, Dank je voor die pantoffels.
Mijn voeten doen veel pijn omdat ze bij veel kinderen snoep brengen.
Maar met die zachte pantoffels is dat snel over. Liefs, de Sint.


Bespreek:
- Wat zou Kato gedacht hebben van de sint?
- Wat wil de sint duidelijk maken aan Kato?





Grote kinderen

EVEN TESTEN

Wat zit er in de doos?

Materiaal
. Schoen
. Een achttal dozen waarin één van de volgende voorwerpen steekt (of een afbeelding ervan): mandarijntjes; zakje met ‘gouden’ muntjes; staf, mijter; schoen, nicnacjes, speculaas, een sinterklaas in chocolade.


Verloop
Beluister een sinterklaaslied terwijl de kinderen een schoen doorgeven. Stop de muziek op een willekeurig moment. Wie de schoen in zijn handen heeft, mag een doos nemen. Hij/zij vertelt over sinterklaas naar aanleiding van wat er in de doos zit. De andere kinderen vullen eventueel aan.
Pas daarna vertel je zelf een legende of geef je uitleg bij de sint als bisschop.

Naar aanleiding van legendes: mandarijntjes of zakje met ‘gouden’ muntjes,
Naar aanleiding van de sint als bisschop: staf, mijter
Naar aanleiding van gebruiken: schoen, letterkoekjes, speculaas, chocoladen sinterklaas.


TIP
Verminder het aantal voorwerpen en dozen naargelang de tijd en het aantal kinderen.



Een heilige

Een heilige laat in zijn manier van leven zien wie God is.
Hoe laat Nicolaas God kennen?
O Hij kiest voor wie onrecht lijdt
O Hij neemt het alleen op voor mensen met een zwarte huidskleur
O Hij is solidair met arme en verdrukte mensen
O hij klaagt machtsmisbruik aan
O Hij bezoekt vooral rijke mensen


Correctiesleutel
Hoe laat Nicolaas God kennen?
Hij kiest voor wie onrecht lijdt
Hij is solidair met arme en verdrukte mensen
Hij klaagt machtsmisbruik aan




INFORMEREN

Kleren en attributen van de sint

Kleren

Sinterklaas herken je aan zijn kleren. Sommige kledingstukken hebben ook een betekenis:

ALBEWit kleed, dat ook de priester draagt onder het kazuifel.
STOLAEen smalle strook stof die om de hals wordt gedragen door priesters. Een stola zegt dat de priester een verkondiger is van het evangelie.
MIJTERDe mijter is het typische hoofddeksel van een bisschop wanneer hij als bisschop optreedt.
KOORMANTELEen koormantel heeft min of meer de vorm van een halve cirkel. Hij wordt door bisschoppen en priesters en gedragen bij plechtigheden als de getijden, het lof en bij sacramentsprocessies, maar niet tijdens een eucharistieviering.




Attributen
BISSCHOPSRINGDeze gouden of zilveren ring krijgt de bisschop bij zijn wijding. Het is het symbool van zijn trouw aan de gemeenschap van gelovigen die hem toevertrouwd is.
KRUIS (op de mijter, de stola of op de staf)Dit kruis doet denken aan Jezus. Sint-Nicolaas inspireerde zich aan Jezus in alles wat hij deed. Daarom heeft men hem nadien een heilige genoemd.
BORSTKRUISDit is een kruis dat kardinalen, bisschoppen en abten / abdissen dragen met een ketting of koord rond de nek. Het is steeds uit edelmetaal vervaardigd en kan versierd zijn met edelstenen.
STAFDe staf doet denken aan een herdersstaf. Daarmee wordt duidelijk dat een bisschop een herder is. Geen schaapherder, maar een herder van mensen. Een bisschop probeert goed voor de gelovigen te zorgen. Zo beschermde Sint-Nicolaas de kinderen en nam hij het op voor de armen, de scheepslui en de gevangenen. Net als een herder voor wie elk schaapje belangrijk is.
BOEKHet boek dat Sint-Nicolaas in de hand heeft verwijst naar het evangelieboek. (In de folklore werd dit het boek waarin de sint de namen van de kinderen opschrijft)
BOOTSint-Nicolaas is de patroonheilige van de zeelieden (schippers, matrozen…)


Maak eventueel gebruik van dit werkblad om deze activiteit af te sluiten.



Sintalfabet

Maak met 'nic-nac-letters' (piknikken) het sint-alfabet.
Je kunt ook werken aan het abc van sinterklaas met papieren lettersnoepjes.

Hieronder vind je een mogelijke invulling aan van en sintalfabet. Bij het opmaken van deze lijst werd geput uit: de folklore (A) en het leven van de heilige Nicolaas van Myra (B). Kinderen kunnen voor de overige letters putten uit hun eigen fantasie. Bv.:
- E: e-mail
- F: fan
- L: liedjes
- Q: sinterklaas houdt (niet) van quizzen
- U: je moet sinterklaas aanspreken met 'U'
- V : verlanglijstje
- X: zwartepiet heeft (geen) X-benen
- Y: zwartepiet lust (geen) yoghurt.

Merk het onderscheid op tussen: Sint-Nicolaas, de heilige bisschop van Myra, en Sinterklaas de kindervriend die op 6 december geschenken geeft.


A - appeltjes van oranje of sinaasappelen (A) / albe
herinneren aan de gouden bollen of aan de beurzen met geld voor de drie meisjes…
'Albe is de naam van het witte kleed dat de sint draagt.


B - Boek (B) / boot (B) / bisschop
Het boek dat Sint-Nicolaas heeft is eigenlijk een bijbel. Daarmee wil hij zeggen wie zijn en ons grote voorbeeld is.
De heilige Nicolaas is de beschermheilige van de schippers.


C – Christus / christen


D – Dak (A) / december (B)
Het paard van de sint kan op een dak stappen.
Op 6 december wordt het feest van de heilige Nicolaas gevierd.


G – Geschenk (A)
Rond zijn feest geeft de sint geschenken aan de kinderen.


H – Heilige (B)


I - Intocht (A)
De sint kan komen met de trein, boot, helikopter ... Er is dan een blije intocht…
Wat kunnen we maken om de sint te tonen dat hij welkom is (spandoeken, lantaarns…)?


J Jezus (B)
Jezus was het grote voorbeeld voor de sint. In de verhalen / legendes die over hem verteld worden, lijkt hij er wat op.


K - knecht (A)/ kruis (B) / kinderen / kindervriend
Op de mijter van de sint staat vaak een kruis. Het toont dat de sint een grote vriend van Jezus is.


M – Myra (B) / Mijter (B) / marsepein (A) / mandarijn (A)
Plaats in Turkije waar Nicolaas bisschop was.
Overdag draagt de sint op zijn hoofd een mijter, want hij is een bisschop


N – Nicolaas (B) / nic nac (A) / Nicodemus
de naam 'Nicolaas' betekent 'overwinnaar'.
In sommige streken van Vlaanderen wordt de knecht van sinterklaas Nicodemus genoemd.


P – paard (A)
een mooi wit paard zorgt ervoor dat de sint niet overal te voet moet gaan..


R – Roe (A)
een bundel takjes die door zwarte piet werd gebruikt om de schoorsteen schoon te maken en die men vroeger gebruikte om iemand een pak slaag te geven


S – Spanje (A) / sint (B)/ schimmel (A)/ staf (B) / schouw (A) / schoen (A) / snoep (A)


T - Turkije
Sint-Nicolaas was vroeger bisschop van Myra, een stad in Turkije.


W - Wortel (A)
lust het paard van de sint heel erg graag…


Z – zak (A) / zegenen (B) / zes
dient om geschenken in op te bergen of voor stoute kinderen…
Op zes december wordt het feest van de heilige Nicolaas gevierd.


TIP
Koppeloefening:
De kinderen knippen de juiste omschrijving uit en kleven ze onder de letters.



Sint-Nicolaas en sinterklaas

Grote kinderen kunnen al stilstaan bij het verschil van afbeeldingen van de heilige Nicolaas en sinterklaas.

Maak hierbij gebruik van dit werkblad.

In de tekeningen van Sinterklaas zijn nog herinneringen aan de heilige, maar de betekenis ervan is gewijzigd of afgezwakt.
Het kruis op de mijter is alleen nog een versiering.
Het boek is niet langer het evangelie, maar een boek waarin hij de namen van de kinderen opschrijft.

Wie de twee afbeeldingen verder vergelijkt op hun verschillen, stelt vast:
. sinterklaas draagt een mijter, zoals bisschoppen nu nog steeds dragen.
. de rechterhand van Sint-Nicolaas zegent.
. achter zijn hoofd is een aureool. Zo wordt zijn uitstraling als heilige in beeld gebracht.
. er komen veel kruisen voor op zijn stola, een verwijzing naar Jezus Christus.





KENNISMAKEN MET LEGENDES

Nicolaas, een heilige man

Verdeel de groep in twee. Wie graag tekent gaat in groep 1, wie graag acteert gaat in groep 2. Elke groep krijgt een ander verhaal over Nicolaas.
Groep 1 krijgt het verhaal over de hongersnood. (Een wonderverhaal is immers niet geschikt voor toneelspel. Dit zou teveel het miraculeuze van het verhaal in de verf zetten, terwijl alle aandacht van de kinderen moet uitgaan naar de persoonlijkheid van Nicolaas, die mensen in nood wil redden.)
Groep 2 krijgt het verhaal van de drie geldbeurzen.


De kinderen lezen de tekst (zie hoger: Hongersnood in Myra - groep 1; Nicolaas van Myra en de drie meisjes - groep 2) en krijgen de opdracht om het verhaal aan de andere groep voor te stellen.
Groep één verdeelt het verhaal in verschillende taferelen en werkt die uit op een aantal flappen.
Bijvoorbeeld:
1. Drie schepen varen Myra binnen. Bisschop Nicolaas en de mensen van Myra kijken ernaar.
2. Bisschop Nicolaas in gesprek met de kapitein op een boot.
3. Mannen schudden graan uit op het havenplein onder het toeziend oog van Nicolaas.
4. Juichende mensen rond bisschop Nicolaas.
5. Eventueel – als er veel kinderen voor die groep kiezen: Sint-Nicolaas als bisschop.
Aan de hand van de flappen wordt dit verhaal door de kinderen aan de andere groep verteld.

Groep 2 bereidt een toneelspel voor met de volgende personages: Nicolaas, vader, oudste dochter, tweede dochter, jongste dochter. Eventueel – afhankelijk van het aantal kinderen dat voor deze werkvorm kiest, kunnen nog andere personen gecreëerd worden. Bv.: De mannen waarmee de dochters huwen, dienstboden, de moeder van de meisjes …
Zorg voor enkele lappen stof, en drie zakjes met ‘gouden muntstukken’ (snoep zoals je dat in de handel kunt krijgen)

Afhankelijk van de talenten in de groep, of voor het geval een groep veel vroeger klaar is, kan men: een lied maken i.v.m. het verhaal, een gedicht maken of een ‘elfje’ schrijven over ‘Nicolaas’

Maak na de voorstelling van beide verhalen even tijd om stil te staan bij de persoonlijkheid van Nicolaas. Hij is iemand die doet wat Jezus zegt. Daarom noemen christenen hem een heilige.





VERDIEPEN

Woordrooster

Materiaal
. Maak kaartjes waarop je de volgende woorden schrijft: boek, boot, dak, december, geschenk, koek, mijter, paard, piet, schoen, schoorsteen, sint, snoep, Spanje, speelgoed, staf, wortel.
. Kopie(s) van dit woordrooster.


Verloop
Deze woorden hebben zowel met de heilige Nicolaas te maken als met sinterklaas (de manier waarop de heilige in de folklore verder leeft).

Overloop al deze woorden met de kinderen. Laat ze vertellen op welke manier ze deze woorden met sinterklaas in verband brengen.

De woorden die ook betrekking hebben op de heilige Nicolaas zelf zijn: boek, december, mijter, sint, staf.
- Bij de heilige Nicolaas verwijst het boek naar het evangelie.
- 6 december is de datum van zijn feestdag.
- De heilige Nicolaas was een bisschop. Daarom heeft hij een staf en een mijter.
- Iemand wordt sint genoemd als hij heilig is.

Daarna zoeken de kinderen de woorden op de woordkaarten in het rooster. Deze vakjes kleuren ze in. In de vakjes waar geen kleur gekomen is, vinden ze de letters: K I N D E R V R I E N D, een woord dat gebruikt wordt om de sint te benoemen. Een woord dat niet alleen van toepassing is op sinterklaas, maar ook op de heilige Nicolaas.
- Kunnen de kinderen daar voorbeelden van geven?





BELEVEN

Niet genoeg!

De sint geeft een aantal speculaaskoeken / mandarijntjes / ... gebracht voor de kinderen. Het zijn er niet genoeg. Begin dit uit te delen. Zie hoe de kinderen reageren als niet iedereen iets krijgt.
Ga dan in een kring zitten en bespreek de situatie.



'Ieder kind een sint'

(www.kwbeensgezind.be/sint)

Brave kinderen krijgen op 6 december speelgoed en lekker snoep van sinterklaas.
Of blijft de schoen leeg als mama en papa het niet zo breed hebben?
Gezinsbeweging KWB draait de rollen om en vraagt aan de kinderen om hun oude, mooie speelgoed aan de sint te geven (geen knuffels of puzzels). Zo kan hij echt in élk schoentje een leuk cadeau achterlaten.
Een deel van het speelgoed wordt aan de kinderen zelf gegeven, een ander deel wordt gebruikt in
bv. speelpleinwerking, woensdagnamiddagactiviteiten.

Vragen waarbij kinderen kunnen bij stilstaan:
- Hoe kun je andere kinderen blij maken?
- Als jij de sint zou zijn, wat zou je aan andere kinderen willen geven?





VERTELLEN

Samen vieren

(Zonnestraal, 1998, nr 14, p. 12)

Nick kijkt verveeld uit het raam en zucht.
'Hé, Nick, wat scheelt er?' vraagt Eilien. Nick zwijgt eerst.
Dan zegt hij: 'Dit jaar vieren we geen sinterklaasfeest.
Oma is ziek. Mam is elke dag in het ziekenhuis.
Ook op sinterklaasdag moet ze heel de tijd bij oma zijn.'
Dat begrijpt Eilien wel, maar ze snapt ook dat dit voor Nick niet leuk is.
Plotseling springt ze op en vliegt de deur uit.

Even later is Eilien terug en roept:
'Het mag, het mag, joepie, joepie joepie!'
'Wat mag er dan wel?' vraagt Nick.
'Wel' zegt Eilien, 'als jij het goed vindt mag je bij ons sinterklaas komen vieren.
Ik heb het net gevraagd aan papa en hij vindt het best.'
'Meen je dat' vraagt Nick. 'Tuurlijk', roept Eilien
‘En mama dan? Hoe kan ik haar een beetje blij maken die dag?
Eileen weet raad:
'Maak een cadeaubon met 'klusjes naar keuze' voor je moeder.
Een geweldig idee, vindt Nick, 'dat kan mam zeker gebruiken!’


Een aantal mensen in het verhaal volgt het voorbeeld van Sint-Nicolaas en van Jezus.
- Hoe doen ze dat?



Het geschenk van sinterklaas

(Job DE MEYERE in Zonnestraal 12 – 2002, p. 2)

Sven denkt aan sinterklaas. Al een tijdje zit hij met een grote vraag.
‘s Nachts kan hij er zelfs niet van slapen.
Sven besluit om een brief naar de Sint de schrijven.
Lieve sint,
Jij geeft aan alle kinderen pakjes. Maar zelf krijg je niets.
Vind je dat niet erg?
Groetjes
Sven
Omdat Sven wil dat de Sint iets krijgt, stopt hij zijn pen bij de brief.
Een paar dagen later krijgt hij een briefje terug.
Lieve Sven,
Dank je voor de pen, ik heb ze weggegeven…
Sven wordt heel boos. Nog voor hij alles gelezen heeft, gooit hij het briefje op de grond.
De sint heeft zijn pen zomaar weggegeven!
Was de sint er dan niet blij mee? Nooit krijgt de sint nog iets van hem.

De volgende dag ziet Sven het briefje terug liggen. Hij leest verder.
De sint was wel heel blij met het geschenk van Sven.
Toch heeft hij de pen weggegeven. Aan een jongetje dat er een nodig had.
Dat jongetje was er heel blij mee.
Dat maakte de sint gelukkig.


Bespreek
_ Waarom wordt Sven zo boos op de sint?
_ Zou jij ook boos worden?
_ Wat heeft Sven geleerd van de sint?

In het verhaal over Sven wordt op zoek gegaan naar de betekenis van een ‘geschenk’. Doorheen het verhaal maakt Sven een moeizaam denkproces door. Hij kan niet begrijpen dat de sint liever geeft dan krijgt. Een geschenk geven is niet zomaar een materiële overdracht, maar een teken van de verbondenheid tussen mensen.
U kunt de leerlingen aan de hand van reclameboekjes laten praten over wat er belangrijk is aan een geschenk. (Job De Meyere)




Een schoen voor de sint

(naar een verhaal van Hubertine van den Biggelaar in Zonnekind, 10 november 2017, p. 2-3)

‘Mmmm,’ roept Kato, ‘de Sint heeft een snoepje in mijn schoen gelegd.’
Ze steekt het snoepje in haar mond. ‘Ik lust er nog wel een,’ zegt ze.
Maar in haar schoentje kon er maar één snoepje in.
Daarom neemt Kato de schoen van haar grote broer en legt die bij de schouw.

De volgende dag liggen er drie snoepjes in de schoen van haar broer.
‘Dank je wel, lieve Sint,’ roep Kato en ze eet snel de snoepjes op.
Ik lust er nog wel meer,’ zegt ze.
Kato neemt een laars van mama. Daar past heel veel snoep in.

De volgende dag liggen er vier snoepjes in de laars.
‘Mag ik er een?’ vraagt mama. Ook haar broer en papa lusten een snoepje.
Dat vindt Kato goed, maar nu heeft ze maar één snoepje meer voor zichzelf.
Als de anderen die snoepjes ook lekker vinden, dan is de laars van mama te klein.

‘Ik weet wat ik zal doen,’ zegt Kato.
’s Avonds zet ze twee grote pantoffels van papa, daar kan heel wat snoep in.
Maar de volgende dag zijn de pantoffels weg!
Op de plaats van de pantoffels ligt een briefje van de Sint:

Lieve Kato, Dank je voor die pantoffels.
Mijn voeten doen veel pijn omdat ze bij veel kinderen snoep brengen.
Maar met die zachte pantoffels is dat snel over.
Liefs, de Sint





DOEN

Lekkers om te maken

Amandelbrood dat met Indisch rietsuiker werd gemaakt, werd in de Middeleeuwen als geneesmiddel gebruikt.
Het wilde zwijn was een Germaans symbool van de jacht en werd in oude tijden regelmatig geofferd. Toen de kerk dierenoffers verbood, werd het wilde zwijn vervangen door een marsepeinen varken.


Speculaas
Ingrediënten: 400 gram bloem; 350 gram donkere suiker; 200 gram vetstof; 2 eierdooiers; 1 koffielepel met kaneel, anijs en kruidnagel, 1 lepel water, 1 koffielepel bakpoeder.

Roer de vetstof tot room. Doe er de suiker en het eigeel bij. Voeg er nadien beetje bij beetje de bloem bij, de pakpoeder, de kruiden en het water.
Rol het deeg op en bewaar het gedurende een nacht in de frigo.
Snijd de rol in schijfjes van 0,5 cm dik, of gebruik een houten plank met voorgevormde figuren.
Schik op een beboterde ovenplaat (of gebruik boterpapier) en bak in een voorverwarmde oven (180 graden) gedurende ruim 10 minuten.




Marsepein
Ingrediënten: 300 gram poedersuiker , 4 eetlepels bloem, 100 gram boter, 4 druppels amandelextract
verschillende kleuren bakkleurstof

Kneed alles goed door elkaar tot een bal. Marsepein kun je kleuren door er wat druppels bakkleurstof aan toe te voegen. Of je kunt bietensap gebruiken voor rode marsepein, of wortelsap voor oranje marsepein.
Je kunt er van alles mee maken: popjes, dieren, vruchten …





ZINGEN /BELUISTEREN

Liederen zijn in de eerste plaats gemaakt om te zingen.
Maar vooraleer een lied te zingen kun je even bij de tekst stilstaan. Laat een aantal woorden weg uit de tekst. De kinderen vullen ze in op de juiste plaats.
Geringe moeilijkheid: de weggelaten woorden staan in de buurt van de tekst
Grotere moeilijkheid: de kinderen krijgen alleen de tekst met weggelaten woorden.




Zie ginds komt de stoomboot
Zie ginds komt de stoomboot
uit Spanje weer aan.
Hij brengt ons Sint Nicolaas
ik zie hem al staan.
Hoe huppelt zijn paardje
het dek op en neer,
hoe waaien de wimpels
al heen en al weer.

Zijn knecht staat te lachen
en roept ons reeds toe:
'Wie zoet is krijgt lekkers;
wie stout is de roe!'
O, lieve Sint Nicolaas
kom ook eens bij mij
en rijd toch niet stilletjes
ons huisje voorbij!





Sinterklaas kapoentje
Sinterklaas kapoentje,
Gooi wat in mijn schoentje,
Gooi wat in mijn laarsje,
Dank je Sinterklaasje!




Sinterklaasje kom maar binnen
Sinterklaasje kom maar binnen met je knecht
want we zitten allemaal even recht
Misschien heeft U nog even tijd
voordat U weer naar Spanje rijdt

Kom dan ook even bij ons aan
en laat je paardje maar buiten staan.
En we zingen en we springen
en we zijn zo blij
Want er zijn geen stoute kinderen bij
En we zingen en we springen
en we zijn zo blij
Want er zijn geen stoute kinderen bij




Sinterklaasje, bonne, bonne, bonne
Sinterklaasje, bonne, bonne, bonne
gooi wat in mijn lege, lege tonne,
gooi wat in de huizen
We zullen grabbelen als muizen

Sinterklaasje, bonne, bonne, bonne
gooi wat in mijn lege,lege tonne,
gooi wat in mijn laarsje,
dank U, Sint-Niklaasje





Overweging

Kolet Janssen

Kleuter af

(Blogpost 7 juni 2022)

‘Mama, de Sint, de paasklokken en de tandenfee, zijn dat eigenlijk allemaal papa en mama?’ vraagt kleinzoon op een onbewaakt moment.

Hij wordt van de zomer negen, en heeft die verklaring al vaak van vriendjes gehoord. Maar tot nu toe vonden zijn onwankelbaar geloof en zijn levendige fantasie altijd weer een oplossing voor de opduikende problemen en ongerijmdheden.

‘Wat denk je zelf?’ antwoordt mijn dochter voor de zoveelste keer.

‘Dat het papa en mama zijn’, geeft kleinzoon ditmaal toe.

Maar als zijn mama het uiteindelijk bevestigt, stuikt opeens zijn wereld toch in elkaar. Hoe kan dat toch? Hij heeft er zolang in geloofd! Hij zag toch zelf dat de Sint zijn wortels en tekeningen meenam! De Sint was zelfs op bezoek geweest in de buurt. En er lagen toch echt eitjes in de tuin van oma! Beetje bij beetje dringt het besef tot hem door. Het voelt als een groot verlies. Met dikke tranen.

‘Ik wou dat ik weer kleuter was’, huilt hij. Een stuk betovering is voorgoed verdwenen en dat beseft hij haarscherp. Dat kan zelfs de troost van zijn mama niet helemaal goedmaken.

Een week later kan hij er rustig over praten. ‘Jullie legden die eitjes in de tuin, hè oma’, zegt hij.

Ik knik. ‘Weet je nog dat je het zo raar vond dat er dezelfde plakband op dat fluitje zat als die ik in mijn la heb liggen?’

Hij lacht samenzweerderig.

‘We doen gewoon verder, hè’, zeg ik. ‘We spelen samen het spel van Sinterklaas en Pasen. Dat is ook leuk. Ik leg nog elk jaar snoepjes in opa’s schoen en dat vindt hij nog altijd lief.’

Kleinzoon lacht. De verandering van rol opent nieuwe perspectieven. En cadeautjes krijgt hij net zo goed.

‘En niks verklappen aan je nichtje binnenkort!’ vraag ik hem.

‘Natuurlijk niet!’ belooft hij stellig.

Groot worden is een beetje verliezen en een beetje winnen. Er is geen weg terug.