Daniël 7, 13-14 : De Mensenzoon, een koning
De tekst
’Bijbel in gewone taal’
(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 1427)
Daarna zag ik in mijn droom nog iemand. Hij leek op een mens, en hij kwam op de wolken uit de hemel. Hij werd bij de oude wijze man gebracht, en die maakte hem koning. Alle volken op aarde moesten hem dienen. Aan zijn macht zou geen einde komen, zijn koninkrijk zou altijd blijven bestaan.
Dichter bij de tijd
(Bewerking: C. Leterme)
In mijn droom zag ik iemand
die leek op een mens.
Hij kwam aan met de wolken van de hemel.
Hij werd bij de oude wijze man gebracht.
Die maakte hem koning:
hij kreeg pracht en koninklijke macht.
Alle volken en stammen dienden hem,
welke taal ze ook spraken.
Zijn macht zal nooit een einde kennen,
zijn koninkrijk zal altijd blijven bestaan.
Stilstaan bij …
Droom / Visioen
Een visioen is als een droom. Een droom die iets zegt over wat God wil voor de mensen.
In een visioen komen vaak woorden voor met een dubbele betekenis.
Iemand die op een mens geleek
Aan deze 'mens' en niet aan schrikwekkende dieren (die eerder in Daniël 7 werden vermeld), wordt eeuwige macht gegeven.
In het vervolg van het boek Daniël blijkt 'mens' ook te gaan om een gemeenschap.
Hoogbejaarde
Dit woord wordt gebruikt als naam van God, net als het woord ‘tronen’. Die woorden dienen om een indruk te geven van de majesteit van God.
Merk op dat God hier voorgesteld wordt als een mens.
Bij de tekst
Daniël
Klik hier voor meer informatie over deze profeet.
Visioen
Het zevende hoofdstuk van het boek Daniël beschrijft een visioen, waarin de grote wereldrijken waarmee Israël in zijn geschiedenis te maken had, als schrikwekkende dieren voorgesteld. Die dieren worden veroordeeld voor de troon van God (de Hoogbejaarde) en vernietigd.
Daarna wordt over het rijk van God in beeld gesproken. Dit wordt symbolisch weergegeven door de 'Mensenzoon'. Dit is niet één persoon, maar een samenleving (Daniël 7, 27)
Met zijn visioen drukte Daniël de hoop uit dat menselijkheid het zal halen op de 'politieke beesten' van de geschiedenis en wilde hij vrome joden moed en troost geven in een tijd waarin Grieken zich wilden inmengen in hun godsdienst en cultuur.
Mensenzoon
Volgens de evangelisten noemde Jezus zichzelf de Mensenzoon. Daarmee noemde Hij zich indirect de Messias.
Toen Jezus door Kajafas werd verhoord, deed Hij volgens de evangelisten op een bepaald moment beroep op Daniël 7: "Toen vroeg de hogepriester hem: ‘Bent u de Messias, de Zoon van de Gezegende?’ Jezus zei: "Dat ben ik, en u zult de Mensenzoon aan de rechterhand van de Machtige zien zitten en hem zien komen op de wolken van de hemel." (Marcus 14, 61-62)
Overweging
J. Haers
Dromen met een hart voor mensen
(Leuven, universitaire parochie, Christus Koning 2018)
Deze lezing uit het boek Daniël biedt ons een apocalyptische droom,
en brengt ons zo bij een geloofsdimensie
die we soms dreigen te vergeten:
het belang van de droom en het visioen,
de aandacht voor een toekomst
die we ons misschien maar moeilijk kunnen voorstellen,
maar die ons toch inspireert en op weg zet
om de grote woorden van het visioen in daden om te zetten.
We kunnen ons moeilijk voorstellen
hoe volken die elkaar vandaag haten en bevechten
toch samen hulde zullen brengen aan die koning die ons allen verenigt
zo dat we elkaar leren waarderen en liefhebben …
En toch kunnen de gedachte en het geloof dat dit kan ons inspireren
om vandaag te handelen en dat schier onmogelijke samenleven
nu al vorm te geven in zoekende kleine stappen
die ons naar elkaar toe brengen.
God reikt ons een belofte aan als een visioen
dat wij beter gaan begrijpen door het concreet in te kleuren.
“Dromen met een hart voor mensen” zou ik het noemen.
“Dromen met een hart voor mensen” … voor ALLE mensen …
zonder iemand uit te sluiten …
In het visioen van Daniël gaat het over alle volkeren,
de koning die geïntroniseerd wordt is een universele koning.
Dit is voor ons niet eenvoudig, zoals het niet eenvoudig was
voor de politieke ideologieën ten tijde van “Quas Primas”:
we beperken ons samenleven tot een aanvaarde groep van mensen,
en anderen blijven buiten die gemeenschap staan,
als vijanden of als paria’s worden ze uitgesloten,
en niet de universele zorg voor alle mensen drijft ons,
maar wel het eigenbelang
en de angst voor wie niet past in onze kaders.
Ook vandaag zijn dit belangrijke drijfveren in het politieke landschap:
“eigen volk eerst” klinkt dit eeuwenoude motto dan.
Daniëls visioen is duidelijk anders: iedereen hoort erbij.
Ook al bouw je een zorgzame samenleving op …
als ze uitsluit en iemand aan de deur laat staan,
dan loopt er iets mis en dan is die samenleving niet zorgzaam.
In onze christelijke perspectief –
daar worden we ons vandaag meer bewust van –
slaat die universaliteit niet alleen op “alle” mensen,
maar ook op de hele schepping, de hele wereld …
De vroege theologen spraken daarom
over Christus als koning van het heelal,
en ze ontwikkelden een denken over de kosmische Christus
en bedachten de logos-Christologie
waarin de Jezus-Vader relatie de logos,
de structuur, is van de hele wereld,
waarin de Zoon het goddelijke scheppingswoord is.
Ook die universaliteit richting heelal is vandaag cruciaal,
nu wij uitgedaagd worden door een ecologische crisis
die ons eraan herinnert
dat een waarderende houding tegenover de natuur
levensnoodzakelijk is: onze overleving hangt daarvan af.