Loading...
 

Daniël 7, 15-27

Daniël 7, 15-27: Betekenis van het visioen van Daniël

De tekst

’Bijbel in gewone taal’

(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 1427-1428)

Ik was erg onder de indruk van wat ik zag, en ik was erg geschrokken. Ik ging naar een engel die bij de troon stond. Ik vroeg hem wat alles betekende.
De engel zei: ‘Die vier grote dieren zijn vier koninkrijken. Zij zullen na elkaar op de aarde bestaan. Maar daarna gaat het volk van de allerhoogste God voor altijd regeren.’

Daarna wilde ik weten wat het vierde dier betekende. Want dat dier was anders dan de andere dieren. Het zag er verschrikkelijk uit met zijn ijzeren tanden en bronzen poten. Het dier at alles op, en wat er overbleef, trapte het met zijn poten kapot.
Ik wilde ook weten wat de tien hoorns op zijn kop betekenden. En ik wilde weten wat de nieuwe hoorn betekende. Die hoorn werd groter dan alle andere en groeide op de plaats van de drie andere hoorns. Hij had ogen en een mond, en hij sprak vol trots over zichzelf. Ik had gezien dat die hoorn het volk van God aanviel en de strijd won. Maar toen was de oude wijze man gekomen. Hij bevrijdde het volk van God en gaf het alle macht op aarde.
De engel zei: ‘Het vierde dier is het vierde koninkrijk op aarde. Dat rijk zal anders zijn dan andere koninkrijken. Het zal alles op de hele aarde vernietigen.

De tien hoorns zijn tien koningen. Zij zullen in dat vierde koninkrijk heersen. Na hen zal er nog een koning heersen. Die zal heel anders zijn dan de andere tien. Die laatste koning zorgt ervoor dat er drie koningen verdwijnen. Hij zal zich verzetten tegen de allerhoogste God, en zijn heilige volk Israël onderdrukken. Hij zal proberen hun feestdagen en hun wetten te veranderen. Drieënhalf jaar zal hij macht over hen hebben.
Dan begint de rechtszaak tegen die koning en wordt hij gestraft. Hij zal zijn macht kwijtraken, en hij zal voor altijd verdwijnen. Daarna zal het volk van God gaan regeren. Het zal de macht en de rijkdom van alle koninkrijken overnemen. Het zal regeren voor altijd. Alle machthebbers zullen het volk van God dienen en gehoorzamen.’




Dichter bij de tijd

(Bewerking: C. Leterme)

Ik, Daniël, was erg verward en de beelden die door mijn hoofd gingen verontrustten mij. Ik ging naar een van de aanwezigen en vroeg naar de juiste betekenis van dat alles. Hij zei mij het volgende: 'Die vier grote dieren zijn vier koninkrijken die de aarde zullen beheersen. Daarna zullen de heiligen van de Allerhoogste het koningschap ontvangen en ze zullen het voor altijd, van eeuwigheid tot eeuwigheid bezitten.'
Toen wilde ik de betekenis weten van het vierde beest, dat van alle andere verschilde en buitengewoon vreeswekkend was. Het had tanden van ijzer en klauwen van brons. Het vrat alles op en wat het overliet vertrapte het met zijn poten. Ik wilde ook weten wat de tien horens op zijn kop betekenden en de elfde, die opschoot en waarvoor er drie uitvielen. Die hoorn had ogen en een mond vol dikdoenerij en zag er groter uit dan de andere. In mijn visioen zag ik dat die hoorn strijd voerde met de heiligen en hen overweldigde, tot de hoogbejaarde kwam en recht verschafte aan de heiligen van de Allerhoogste. Toen begon de tijd dat de heiligen het koningschap in bezit namen.
'Het vierde beest,' zo vervolgde hij,' is een vierde koninkrijk dat op aarde zal bestaan. Het zal van alle andere rijken verschillen. Het zal heel de aarde verslinden, vertrappelen en verpletteren. Die tien horens zijn tien koningen, die uit dat rijk zullen voortkomen. Na hen komt er nog een elfde, die van de ander zal verschillen en drie koningen zal ten val brengen. Hij zal zich tegen de Allerhoogste richten, de heiligen van de Allerhoogste mishandelen en proberen feesttijden en wetten te veranderen. Ze zullen aan zijn macht overgeleverd worden voor een tijd, tijden en een halve tijd. Het gerechtshof zal plaats nemen. Men zal hem zijn macht ontnemen en hem voorgoed te gronde richten en vernietigen. Dan zal het koningschap, de heerschappij en de luister van al de rijken onder de hemel gegeven worden aan het volk van de heiligen van de Allerhoogste. Zijn koningschap is een eeuwig koningschap. Alle machten zullen hem dienen en gehoorzamen.'



Stilstaan bij …

Tien koningen
Vermoedelijk een verwijzing naar de Seleudische koningen, die regeerden over een deel van het Griekse Rijk dat na de dood van Alexander de Grote uiteengevallen was.

Elfde koning
Hiermee wordt Antiochun Epifanes bedoeld die ‘in opstand kwam tegen de hoogste God.’

Een tijd, tijden en een halve tijd
Soms wordt dit omschreven als 3,5 jaar, de tijd die ongeveer overeenkomt met de duur van de onderdrukking van de joodse cultus door Anitochus Epifanes.
Men bedoelde wellicht te zeggen dat het kwaad wel zijn kans krijgt, maar alleen voor een beperkte tijd.





Bij de tekst

Invloed

De beelden in dit visioen in het boek Daniël hadden grote invloed bij het schrijven van het 13e hoofdstuk in het boek ‘Openbaring’.