Loading...
 

Handelingen 21, 1-14

Handelingen 21, 1-14: Naar Jeruzalem

De tekst

’Bijbel in gewone taal’

(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 1759-1760)

Met moeite namen we afscheid van de leiders van de kerk in Efeze. Daarna gingen wij, dat wil zeggen Paulus en zijn vrienden, met het schip direct naar het eiland Kos. De volgende dag gingen we naar het eiland Rhodos, en daarvandaan zeilden we naar Patara. In die stad vonden we een schip dat naar Syrië zou gaan. We gingen aan boord en vertrokken. Onderweg zagen we Cyprus liggen, maar we zeilden het eiland voorbij. Toen kwamen we aan in de haven van Tyrus. De spullen die het schip aan boord had, werden daar aan land gebracht.
In Tyrus moesten we een week wachten. We bezochten de christenen in de stad. Zij zeiden tegen Paulus dat hij niet verder moest reizen naar Jeruzalem. Dat had de heilige Geest hun verteld.

Toen de week voorbij was, gingen we toch verder. We liepen naar ons schip, dat buiten de stad lag. De christenen uit de stad liepen mee, samen met hun vrouwen en kinderen. Op het strand knielde iedereen om te bidden. Daarna namen we afscheid en gingen aan boord van het schip. De christenen uit de stad gingen naar huis terug.

Het laatste stuk van de zeereis ging van Tyrus naar Ptolemaïs. Ook in die stad bezochten we de christenen. We bleven er een dag.

De volgende dag reisden we verder over land, en we kwamen aan in Caesarea. Daar logeerden we bij Filippus. Filippus was een boodschapper van het goede nieuws over Jezus. Hij was één van de zeven wijze mannen die uitgekozen waren om de apostelen te helpen. Filippus had vier dochters, die niet getrouwd waren. Het waren profetessen. Toen we een paar dagen in Caesarea waren, kwam er een profeet uit Judea. Hij heette Agabus. Hij ging naar Paulus toe en pakte zijn riem af. Met die riem bond hij zijn eigen handen en voeten vast. En hij zei: ‘De man van wie deze riem is, zal vastgebonden worden. Dat zullen de Joden in Jeruzalem doen. Daarna zullen zij hem overdragen aan de Romeinen. Dat heeft de heilige Geest mij verteld.’
Toen we dat hoorden, smeekten we Paulus om niet naar Jeruzalem te gaan. Ook de christenen in Caesarea vroegen hem om dat niet te doen. Maar Paulus zei: ‘Jullie tranen maken mij verdrietig. Jullie moeten niet huilen. Want ik hoor bij Jezus. En als ik om die reden gevangengenomen word in Jeruzalem, dan vind ik dat goed. Ik ben zelfs bereid om te sterven.’ Omdat Paulus zijn plannen niet wilde veranderen, zeiden we alleen nog: ‘Laat gebeuren wat de Heer wil.’



Dichter bij de tijd

(Bewerking: C. Leterme)

Nadat wij afscheid hadden genomen en weggevaren waren,
gingen we van Efeze naar Patara.
Daar vonden we een schip dat zou oversteken naar Fenicië.
We gingen aan boord en kozen zee tot de haven van Tyrus,
waar het schip zijn lading loste.
In Tyrus bezochten we de christenen en bleven daar zeven dagen.
Die zeiden tegen Paulus: ‘Je gaat maar beter niet naar Jeruzalem.’
Maar toen de week voorbij was, reisden we er toch naartoe.

Onderweg gingen we de broeders begroeten in Ptolemaïs.
We bleven een dag bij hen.
‘s Anderendaags verlieten we de stad en kwamen in Caesarea aan.
Daar logeerden we in het huis van de evangelist Filippus.
Die had vier ongehuwde dochters, die de gave van profetie bezaten.
Tijdens ons verblijf dat verscheidene dagen duurde,
kwam Agabus, een profeet uit Judea.
Hij pakte de gordel van Paulus
en bond daarmee zijn handen en voeten.
Hij zei: 'Dit zegt de heilige Geest:
zo zullen de Joden in Jeruzalem de man van wie deze gordel is,
binden en overleveren in de handen der heidenen.'
Toen we dit hoorden, zeiden wij
en ook de gelovigen die daar woonden:
‘Paulus, ga liever niet naar Jeruzalem.’
Maar Paulus vroeg:
'Waarom proberen jullie me te beïnvloeden met tranen?
Ik ben niet alleen bereid mij te Jeruzalem te laten boeien,
maar er zelfs te sterven voor de naam van de Heer Jezus.'
Omdat hij zich niet liet overhalen, berustten we er in
en zeiden: ‘Laat de wil van God maar gebeuren.’



Stilstaan bij …

Efeze
Efezewas een belangrijke havenstad in de oudheid. Intussen is die haven helemaal verzand. De indrukwekkende ruïnes die nu te zien zijn, stammen uit de Grieks-Romeinse tijd. Het is die stad die Paulus grotendeels gezien heeft.

Patara
De havenstad Pataralag in het zuidwesten van Klein-Azië. Het was de geboorteplaats van de heilige Nicolaas.

Tyrus
Havenstad aan de Middellandse Zee. In de oudheid was Tyrus bekend om zijn productie van purper.

Jeruzalem
Jeruzalem (= stad ven vrede)
Religieus en politiek centrum van Palestina.

Ptolemäïs
De actuele naam van de havenstad Ptolemaïs is Akko, zoals dat vroeger ook was. In deze stad zijn indrukwekkende gebouwen bewaard die de kruisvaarders bouwden.

Caesarea
De havenstad Caesarea lag aan de Middellandse Zee, waar vroeger een paleis van Herodes de Grote was.

Filippus
Filippus was één van de zeven wijze mannen die uitgekozen waren om de apostelen te helpen.





Bijbel en kunst

L. CHERON

De profetie van Agabus

Cheron

Notre-Dame te Parijs


Dit werk is van de Franse kunstschilder Louis Cheron (2 September 1660 – 26 Mei 1725).



Bespreek
- Welke reacties vind je op de profetie van Agabus op het werk dat Louis Cheron geschilderd heeft?
(onverschillig; wenen; Paulus overtuigen om niet naar Jeruzalem te gaan)

- Hoe maakt de schilder duidelijk dat de profeet Agabus spreekt in naam van de Heilige Geest?