Loading...
 

Handelingen 4, 13-21

2 Verbodsteken

(Morguefile free stock photo license)


…page…

Handelingen 4, 13-21: Verbod om nog over Jezus te spreken

De tekst

’Bijbel in gewone taal’

(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 1723)

De Joodse leiders zagen dat Petrus en Johannes zonder angst vertelden over hun geloof. Daar waren ze erg verbaasd over. Want Petrus en Johannes waren maar eenvoudige mensen die niet veel geleerd hadden.
De Joodse leiders wisten dat Petrus en Johannes volgelingen van Jezus waren. En ze zagen dat de zieke man echt beter geworden was. Ze wisten niet goed hoe ze op Petrus en Johannes moesten reageren.

De Joodse leiders zeiden dat Petrus en Johannes buiten moesten wachten. Daarna overlegden ze met elkaar. Ze zeiden: ‘Wat moeten we met die mannen doen? Alle mensen die in Jeruzalem wonen, weten dat ze een wonder gedaan hebben. Dat is voor iedereen duidelijk. Dus dat moeten we wel toegeven. Maar laten we hun verbieden om nog langer over Jezus te spreken. Dan wordt hij in ieder geval niet verder bekend bij het volk.’

Toen moesten Petrus en Johannes weer binnenkomen. De Joodse leiders zeiden: ‘Wij verbieden jullie om de mensen dingen te leren over Jezus.’
Maar Petrus en Johannes zeiden: ‘God zou het niet goed vinden als we wel naar jullie luisteren, maar niet naar hem. Dat zijn jullie toch met ons eens? Dus wij moeten wel vertellen over de dingen die we gezien en gehoord hebben.’
De Joodse leiders verboden Petrus en Johannes opnieuw om over Jezus te spreken. Maar daarna lieten ze hen vrij. Ze durfden hen niet te straffen. Want het volk dankte God om alles wat er gebeurd was. De man die door het wonder genezen was, was namelijk meer dan veertig jaar ziek geweest.



Dichter bij de tijd

(Bewerking: C. Leterme)

Toen de leden van het Sanhedrin zagen
dat Petrus en Johannes ongeletterde eenvoudige mensen waren,
waren ze verbaasd over hun ongedwongen optreden.
Ze herkenden hen als vrienden van Jezus.
Omdat ze ook de genezen man bij hen zagen staan,
konden ze niets tegen hen inbrengen.

Nadat ze hun vroegen het Sanhedrin te verlaten,
overlegden ze met elkaar: ‘Wat moeten we met hen doen?
Het is voor iedereen in Jeruzalem duidelijk dat ze een wonder deden.
Dat kunnen we niet ontkennen.
Maar om te voorkomen dat het gerucht daarover
nog verder onder het volk verspreid wordt,
moeten we hen met dreigementen verbieden
om nooit tegen iemand te spreken met een beroep op die Naam.”

Toen riepen ze hen binnen en verboden hun nog ooit iets te zeggen
of te leren met een beroep op de Naam van Jezus.
Maar Petrus en Johannes zeiden:
‘Oordeel zelf, of het tegenover God te verantwoorden zou zijn
om meer naar jullie te luisteren dan naar Hem.
We kunnen echt niet zwijgen over wat we zagen en hoorden.’

Na hen nogmaals gedreigd te hebben, lieten ze hen vrij,
want, met het oog op het volk, wisten ze niet
hoe ze hen moesten straffen,
want iedereen verheerlijkte God om wat er gebeurde.
De man die ze hadden genezen was meer dan veertig jaar ziek.



Stilstaan bij …

Sanhedrin
Ten tijde van Jezus was dit het hoogste Joodse gerechtshof. Het was bevond zich in Jeruzalem en werd geleid door een hogepriester.

Naar God luisteren
De uitspraak waarin deze woorden voorkomen doet denken aan wat de filosoof Socrates zei tegen zijn rechters: ‘Ik zal de godheid meer gehoorzamen dan u.’ Het is een bekend onderwerp in de Griekse filosofie.

Veertig
Dit hoge aantal levensjaren onderstreept de ongeneeslijkheid van de kwaal én de betekenis van het wonder.