Loading...
 

Hebreeën 12, 4-7.11-15

Hebreeën 12, 4-7.11-15: Vechten tegen zonde

De tekst

’Bijbel in gewone taal’

(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 1924-1925)

Jullie moeten nog veel harder vechten tegen de zonde dan jullie nu doen. Je moet er zelfs je leven voor willen opgeven. Zijn jullie vergeten wat er in de heilige boeken staat? Dit gaat over jullie, de kinderen van God: «Als de Heer streng voor je is, verzet je dan niet tegen hem. En als hij je straft voor je fouten, geef dan niet op. Want de Heer straft de mensen van wie hij houdt. Net zoals een vader zijn kinderen straft omdat hij van hen houdt.»
Alle kinderen worden wel eens door hun vader gestraft. Dat hoort erbij. En jullie worden door God gestraft. Dat betekent dat God jullie als zijn kinderen behandelt.

Niemand vindt het leuk om straf te krijgen. Op het moment dat het gebeurt, brengt het verdriet. Maar als je leert van je straf, heb je daar veel voordeel van. Dan zul je later in vrede leven, en goed zijn voor anderen.
Houd dus moed en probeer nieuwe kracht te vinden. En zorg dat je goed leeft. Want dan kun je vasthouden aan je geloof. Alles wat jou bij het geloof weghaalt, zal dan verdwijnen.

Probeer met iedereen in vrede te leven. En zorg dat je van binnen rein bent. Anders zul je God, de Heer, nooit zien.
Let erop dat niemand van jullie de redding van God misloopt. En dat er bij jullie niemand leugens vertelt over God. Want zulke mensen zorgen voor onrust, en hebben een slechte invloed op de rest.



Dichter bij de tijd

(Bewerking: C. Leterme)

Zijn jullie al vergeten wat in de Bijbel staat?
Woorden die jullie als kinderen aanspreken en aanmoedigen:
‘Kind, minacht de tucht van God niet,
laat u door zijn straf niet ontmoedigen.
Want God straft de mensen van wie Hij houdt,
Hij straft ieder die Hij als zijn kind erkent.’
De straf dient om jullie te verbeteren en op te voeden.
God behandelt jullie als zijn kinderen.
Ieder kind wordt wel eens door zijn vader gestraft.

Het is nooit prettig om straf te krijgen,
op het moment zelf is er meer verdriet dan blijdschap.
Maar als jullie leren van de straf,
dan levert dat voor jullie op de lange termijn
vruchten op van vrede en gerechtigheid.
Daarom, hef uw slappe handen op,
strek de wankele knieën,
laat jullie voeten rechte wegen gaan,
zodat een gekneusde voet niet ontwricht raakt,
maar geneest.





Bij de tekst

Veel vraagtekens

Men weet niet wie de tekst schreef en ook niet wie de ‘Hebreeën’ precies waren. Men vermoedt dat de tekst bedoeld was voor christenen die eerst Jood waren, en dat die geschreven werd tussen 75 en 100 na Christus.

De brief aan de Hebreeën is ook geen echte brief, het is eerder een preek om christenen ervan te overtuigen hun geloof niet te verliezen en te laten zien dat Jezus doet wat God beloofd heeft en dat met Hem een nieuwe tijd begonnen is.
Lees meer



Betekenis van de tekst

De eerste christenen ondervonden veel tegenstand in hun leven bij hun keuze om Jezus te volgen. Maar volgens de schrijver van de brief aan de Hebreeën was dit deel van het plan dat God met hen had. Hij deed daarvoor een beroep op een tekst uit het boek Spreuken:
‘De terechtwijzing van Jahwe, mijn zoon, moet gij niet versmaden
en gij moet om zijn straf niet neerslachtig worden,
want Jahwe straft die Hij liefheeft,
zoals een vader doet met de zoon waar hij van houdt.’
(Spreuken 3, 11-12)