Loading...
 

Het kerkgebouw

Kerken

Het woord 'kerk'

Kerk (Grieks: ekklesia) betekent vergadering. Deze betekenis is overgegaan op het gebouw waar die vergadering plaatsvond. Voor christenen is het de plaats waar ze bijeenkomen om eucharistie te vieren.

Aanvankelijk hadden christenen geen kerken. Ze bezochten de tempel of een of andere synagoge. Doordat de joden hen vervolgden, moesten ze uitzien naar andere ruimten. In hety begin waren dit private huizen. Na 313 was er godsdienstvrijheid en mocht de eredienst openbaar beleden worden. Men bouwde basilieken: gebouwen die geleken op de overdekte marktruimtes van de Romeinen. Geleidelijk werden kerken gebouwd die de macht van de kerk als instelling uitstraalden. Na het Tweede Vaticaans concilie ging men terug naar de kerk als 'vergaderzaal'. Het altaar wordt in het centrum geplaatst zodat vanuit de vormgeving zelf, duidelijk wordt dat christenen een gemeenschap vormen rond de 'tafel van de Heer'.

Kerken zijn doorgaans grote gebouwen. Men zag ze vroeger als een gebouw dat men bouwde ter ere van God. Voor God was het mooiste, het grootste amper goed genoeg. Vanaf halfweg de XXe eeuw kwam hierin verandering: niet de aankleding van het kerkgebouw, maar de solidariteit met wie arm was, werd het belangrijkste.

Kerk met een grote K
Dat zijn alle mensen die in Jezus Christus geloven.

Kerk met een kleine k
Dat is een hele hoop stenen die samen een groot gebouw maken, waar christenen bijeenkomen om Jezus te gedenken.




Soorten kerken

Kathedraal
Kerk waarin de cathedra (= Latijn: zetel) van de bisschop staat of gestaan heeft. Een kathedraal in de stad waar de bisschop woont, is de hoofdkerk van een bisdom.



Parochiekerk
Kerk voor de christenen van een bepaalde parochie. Ze wordt bediend door een pastoor.



Basiliek
Titel voor een belangrijke kerk (belangrijke relikwie of belangrijke bedevaartskerk).

In Rome zijn er vier grote basilieken: St Jan van Lateranen, St Pieter, St Paulus buiten-de-muren en Sancta Maria Maggiore.

Er bestaan ook 'kleine basilieken'.
B.v. Scherpenheuvel, Koekelberg.



Kapel
Kleine kerk, die niet door de parochiepriester bediend wordt.
B.v. Kapel van een klooster.



Veldkapel, kapelletje
Klein bouwwerk, waarin meestal een Mariabeeld staat. Tijdens de meimaand wordt dit beeld versierd met bloemen en kaarsen.





Kerkgebouw

De buitenkant

Een kerk is meestal een groot gebouw, waar christenen geregeld bijeenkomen.
Het grondplan van de meeste kerken in West-Europa is die van een Latijns kruis. Vroeger werden kerken gebouwd in de richting van het Oosten, de plaats waar de zon opstaat. Dit opkomende licht is het symbool van de verrijzenis van Jezus Christus, 'het Licht in de wereld'.



Kerkhof
Het kerkhof was vroeger (en nu nog, maar veel zeldzamer) de 'hof' rond de kerk waar de overledenen werden begraven. Let op het woord: kerk-hof.
Betekenis: de doden en de levenden blijven met elkaar verbonden.



Toren
Een toren wijst symbolisch naar God, 'die in de hemel is'.
Vroeger stond de toren los van de kerk.



Haan
Op het hoogste punt van de kerktoren staat heel vaak een haan. Meestal een kunstwerk van brons, dat verguld werd. De haan is het symbool voor waakzaamheid: hij schiet wakker bij het minste geluid. Op een boerderij doet een haan ook dienst als wekker. Voor de eerste christenen was de haan een symbool van de verrijzenis. De haan nodigt de mens uit om op te staan en op weg te gaan naar het licht (Jezus Christus)



Klokken
Klokken werden tijdens de middeleeuwen gebruikt om tijdstippen aan te geven:
. het sluiten van de stadspoorten
. het begin en einde van de werkdag
. verwittigen bij brand of oorlog.

In een kerktoren hangen één of meer klokken. Vanaf de achtste eeuw bestaat de gewoonte om ze te wijden en een naam te geven. Zo belangrijk zijn klokken.
(Ken je de namen van de klokken in jouw parochiekerk?)
Een klok bestaat uit een groot gedeelte koper (80%) en wat tin (20%). Tijdens de tweede wereldoorlog werden vele klokken door de bezetter opgeëist om er granaten (oorlogsmunitie) van te maken.

Wie dicht bij een kerktoren woont weet dat het geluid van een klok telkens een eigen betekenis heeft:
. het luiden van een klok als uitnodiging op een eucharistieviering
. het luiden van de klokken bij een begrafenis of een huwelijk
. het kleppen bij het 'Angelus'
. het aangeven van het overlijden van iemand
. het aangeven van het uur.
. Het begin van een eucharistieviering



Sacristie
Buiten de kerk is vaak een gebouw te zien dat ter hoogte van het koor tegen de kerk aanleunt: de sacristie. Daar kleden de priester en de misdienaars zich voor een eucharistie en bewaart men de liturgische gewaden en voorwerpen. De ramen van de sacristie in oude kerken zijn vaak beschermd met traliewerk.
Vanuit de sacristie is er een deur naar de binnenkant van de kerk. Meestal hangt daar een bel bij. Die wordt gebruikt om het begin van een viering aan te kondigen.



Doopkapel
Een zeldzame keer is aan de buitenkant van een kerk een doopkapel te zien (vgl. Baptisterium, een apart gebouw waar gelovigen gedoopt werden - Pisa, Firenze). Die is nu veel kleiner dan vroeger en geïntegreerd in de kerk.
De doopkapel vind je bij de ingang van de kerk, bij de grens tussen kerk en wereld. Daar staat de doopvont en bewaart men doopwater dat gewijd wordt in de paasnacht. Soms ligt deze ruimte wat lager om het afdalen en opstijgen te accentueren.
In de eerste eeuwen moest men zelfs geheel afdalen in het doopbekken om ondergedompeld te worden.



Waterspuwers
Waterspuwer

Bij rijkelijk uitgewerkte gotische kerken dienen waterspuwers om het regenwater van de kerkdaken af te leiden, zodat het niet langs de gevels naar beneden zou lopen. Ze zien er meestal uit als draken, monsters en gedrochten.



De binnenkant

Portaal

In gotische kerken is boven het portaal in het westen heel vaak een timpaan dat het laatste oordeel uitbeeldt. Het westen, de plaats waar de zon ondergaat, doet denken aan het einde der tijden. Dan zal Christus terugkomen en een oordeel vellen over goeden en slechten.
Wie onder dit tafereel doorloopt wordt aan dit oordeel herinnerd.

In het portaal of achteraan in de kerk is er op een paneel of tegen de muur aandacht voor het reilen en zeilen van de parochie: wie werd er gedoopt? wie is gestorven? wie is in het huwelijk getreden?



Wijwatervat
Als de gelovigen de kerk binnen komen, dompelen ze even hun vingers in het wijwatervat en maken dan een kruisteken. Dit wijwater doet denken aan het water waarmee gedoopt wordt. Toen goot de priester water over de dopeling en zei: 'Ik doop je in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest.
Wijwater is gewoon water dat gewijd / gezegend wordt. Zo houdt het op gewoon water te zijn.



Doopvont
Doopvont

Waterbekken dat bij het doopsel gebruikt wordt. Meestal heeft het acht hoeken (ook de vroegere baptisteria, gebouwen waarin mensen gedoopt werden, hadden acht zijden). Het getal acht verwijst naar de verrijzenis. Jezus is verrezen op de dag na de sabbat. De sabbat was/is voor de joden de zevende dag. De zondag, de dag waarop Jezus verrezen is, was dan de achtste dag.

Dopen betekent: onderdompelen. Hierin kun je zowel dood als leven in zien: ondergaan in het water en uit het water getild worden.

Baby's die gedoopt worden dragen vaak een wit doopkleed. Bij de doop krijgt een dopeling (dat kan ook een volwassene zijn) water over het hoofd en wat olie (chrisma) op het voorhoofd. Zoals olie de huid kan doordringen, zo doordringt de Geest van God mensen die er zich voor openstellen.


Klik hier voor 'Het verhaal van de kathedraal' door priester Bart Paepen (Video in Kerknet, 17 februari 2018)



Schip (middenbeuk)

De middenbeuk van een kerk wordt meestal gedragen door 12 kolommen, langs elke kant zes. Ze doen denken aan de twaalf apostelen.


Preekstoel
Preekstoel

Vroeger ging de priester op een preekstoel om te preken, om de boodschap van het evangelie uit te leggen aan de gelovigen. Boven de kuip van de preekstoel is er vaak een luifel. Die zorgt ervoor dat de klank weerkaatst wordt, zodat men de priester goed kon horen. Micro's maken nu een preekstoel overbodig.

Klik hier voor 'Het verhaal van de kathedraal' door priester Bart Paepen. (Video in Kerknet, 25 februari 2018)


Heiligenbeelden
Heiligen stellen christenen voor, in wie medechristenen een voorbeeld hebben gezien. Soms worden ze met een aureool achter het hoofd afgebeeld. Dit verwijst naar de uitstraling die zij hadden.
Ze worden vaak afgebeeld met een attribuut, waardoor ze te herkennen zijn zonder dat men hun naam moet lezen.
Bijvoorbeeld:
Catharina: wiel - ze werd op een wiel gemarteld
Barbara: toren - ze werd in een toren opgesloten
Elooi: aambeeld - hij was vroeger smid



Koor

Het woord 'koor' komt van het Latijn ‘chorus’ en verwijst naar het zangkoor dat tussen de gelovigen en het hoofdaltaar stond.
In het koor is het volgende te zien:



Lezenaar / Ambo
Ambo

Dit is een boekenstaander. Van op deze plaats wordt uit de schrift voorgelezen; meestal ook de schuldbelijdenis, de preek en de voorbeden.



Altaar
Het altaar (oorspronkelijk: hoge plaats) staat op de meest centrale plaats in de kerk. Alle kerkstoelen zijn naar dit altaar gekeerd. Dit toont het belang van het sacrament van de eucharistie in de kerk. Een altaar herinnert aan het laatste avondmaal (tafel), en aan de vieringen in de catacomben (sarcofaag). Soms doet een altaar ook denken aan offeraltaren in andere godsdiensten.
In het altaar is een steen gemetseld, waarin zich relieken van heiligen bevinden. (Bijvoorbeeld: een stukje been van die persoon of een stukje stof van zijn kleding.) De vijf kruisjes erop verwijzen naar de vijf wonden van Jezus.

Altaarsteen

Altaarsteen


Tijdens de vieringen ligt op het altaar de altaardoek in wit linnen.
In oude kerken staat er een altaar in het koor en een tweede in de dwarsbeuk. Dit tweede altaar kwam er sinds het Tweede Vaticaans concilie. Bij het eerste altaar stond de priester met zijn rug naar het volk. Nu staat de priester achter het altaar. Zo wordt duidelijk gemaakt dat de gelovigen bijeen komen rond de 'tafel van de Heer'.



Credenstafel
Tafel waar alles op staat wat nodig is voor de mis (o.a. kelk, pateen, kannetjes met wijn en water).



Tabernakel
Tabernakel komt uit het Latijn en betekent: tent. De doeken langs binnen (en buiten)herinneren daar aan. Het is een brandvrij kastje dat afgesloten wordt. Hierin bewaart men de geconsacreerde hosties in cibories. Het tabernakel symboliseert de aanwezigheid van Christus in ons midden.



Godslamp
Dit is een vaas van rood glas waarin een wiek brandt op bijenwas of plantaardige olie. Die lamp brandt dag en nacht in de nabijheid van het tabernakel om de aanwezigheid van geconsacreerde hosties aan te geven. Gelovigen die voorbij de godslamp komen maken een kniebuiging of staan even stil en buigen het hoofd als teken van eerbied.



Wierook
Wierook bestaat uit gedroogde harskorrels van bepaalde planten. De korrels worden op een gloeiend kooltje in een vat gelegd. Wierook ruikt bijzonder en weert bederf. Het wordt gebruikt als teken van eerbied.
B.v. bij begrafenissen en crematies, en bij de verering van heilige voorwerpen of afbeeldingen.



Paaskaars
In alle kerken is een grote kaars te zien, de paaskaars. Die wordt elk jaar vernieuwd (op de kaars staat het jaartal) en voor het eerst aangestoken tijdens de paasnacht. De priester wijdt ze dan en zegent ze met een kruisteken. Op een paaskaars staan altijd de twee Griekse letters: alfa en omega. Ze zijn de eerste en de laatste letter van het Griekse alfabet. Ze willen zeggen dat Jezus voor christenen alles betekent en dat Hij bij hen is van het begin tot het einde van de tijd. Het licht van de paaskaars herinnert eraan dat Jezus het licht is voor alle mensen. Hij is als een vuurtoren die in de donkere nacht het schip naar de haven loodst en hoop geeft midden in de storm. Bij het doopsel steekt men de doopkaars aan aan het licht van de paaskaars. Met dit gebaar maken gelovigen duidelijk dat zij hun 'licht' opsteken bij Jezus.



Kruis
Christenen verbinden het kruis met lijden, dood en verrijzenis van Jezus.
Jezus is voor christenen een voorbeeld om na te leven. Zijn dood aan het kruis was geen einde, maar een begin.



Zijbeuk

Brandglazen
Sainte Chapelle

Veel kerken hebben brandglazen. Die ramen 'vertellen' vaak verhalen uit de bijbel of uit de christelijke traditie. Oude brandglazen stellen meestal heiligen voor. Hedendaagse glazeniers werken nu eerder met kleuren of lijnen een bepaalde sfeer op te roepen.



Kruisweg
Kruisweg

De delen van een kruisweg worden 'staties' genoemd. Het zijn er doorgaans 14 of 15. Kruiswegstaties zijn afbeeldingen die herinneren aan het lijden van Christus, de laatste uren van zijn leven en soms ook aan zijn opstanding uit de dood. Een statie is een halte. Denk bijvoorbeeld aan het woord station, een spoorweghalte.
De kruisweg staat stil bij het lijden van Jezus met de bedoeling de gelovige te doen nadenken over de betekenis van het geloof in zijn leven, dat ook door lijden getekend kan zijn.
De kruisweg is ontstaan rond de 15e /16e eeuw, onder invloed van de pelgrims die naar Jeruzalem waren geweest.



Biechtstoel
Biechtstoel

Plaats waar het sacrament van de verzoening (biecht) plaats vindt. In onze streken maken vooral oudere mensen er nog gebruik van. Jongere gelovigen verkiezen collectieve biechtvieringen.
In de biechtstoel knielt de gelovige en belijdt hij zijn zonden. De priester spreekt nadien Gods vergiffenis uit.


Grafstenen
Grafsteen

Grafsteen in de Maria Magdalenakerk (Goes)


Vroeger werden rijke mensen in de kerk begraven. Omdat de graven niet altijd hermetisch dicht waren, kon het stevig stinken. Vandaar de uitdrukking ‘stinkend rijk’ zijn. De taal op de zerken is Latijn of het ‘Nederlands’ dat toen gesproken werd.
Nu wordt niemand nog in een kerk begraven, behalve heel belangrijke personen (b.v. bisschop, koning)
Voor wie een kerk bezoekt met moslimkinderen is het belangrijk te weten of er onder de grafstenen nog stoffelijke resten van overledenen liggen. Moslims mogen namelijk niet op het graf van iemand lopen.



Hoogzaal

Orgel
Orgel

Vroeger was het orgel een hulpmiddel bij het muziek onderwijs. Nu is het een typisch kerkinstrument. Met een orgel kan men heel veel uitdrukken: men kan er zacht op spelen of hard, feestelijk maar ook droevig.
Wie het orgel in de kerk bespeelt, is een organist(e), die met dit instrument de gelovigen begeleidt bij het zingen.





Suggesties

VERKENNEN

Een kerkgebouw bezoeken

Vooraf
- teken op een flap / groot stuk papier een grove schets van de plattegrond van de kerk.
- Kopieer de woordkaartjes bij voorkeur op stevig papier en knip ze dan uit.
- Maak foto's van de voorwerpen die op de kaartjes benoemd worden
- Zoek een markante gebeurtenis uit het leven van de patroonheilige om erover te kunnen vertellen.


Verloop
Toon tijdens de bijeenkomst de verschillende foto's. Geef er informatie bij en leer de kinderen de juiste benaming ervan. Maak een keuze uit het aangeboden materiaal.

Na de rondleiding leg je de flap op de grond. Verdeel de woordkaartjes over de aanwezige kinderen. Die krijgen de opdracht om die kaartjes op de juiste plaats op de plattegrond te plaatsen.


Belangrijk
. Een kennismaking met een kerk staat niet stil bij de artistieke waarde van de kerk als gebouw of van de voorwerpen die erin te vinden zijn, maar wil informeren wat de bedoeling is van al wat zich in een kerk bevindt.

. Spreek vooraf met de kinderen af om een houding van respect en eerbied te hebben in een kerk.



Fotozoektocht

Neem vooraf foto’s van voorwerpen en ruimte in de kerk die je wilt bezoeken.
Steek ze in de volgorde van de route die je voorziet in de kerk.
De kinderen volgen die weg van foto tot foto.

Nadien schikken ze de foto’s volgens:
- Schilderijen
- Beelden
- Meubilair
- Voorwerpen

Of je laat ze schikken per onderwerp:
- Sacramenten (doopsel, eucharistie, sacrament van de verzoening, huwelijk)
- Momenten uit het leven van Jezus (Laatste Avondmaal, kruisiging …)


TIP
Maak een tijd voor de wandeling een aantal specialistengroepjes. Die zoeken extra informatie rond een foto in de kerk. Tijdens het bezoek aan de kerk geven ze dan extra uitleg.





ONDERZOEKEN

Mogelijke opdrachten tijdens een kerkbezoek

. Teken de kerktoren.
. Zoek de kruisweg. Noteer de nummers van de staties waarbij Jezus valt onder zijn kruis.
. Welke heilige(n) worden vereerd in deze kerk?
. Wie is de patroonheilige van deze kerk?
. Noteer het begin van de eucharistieviering(en) in het weekend.
. Wanneer wordt in de week eucharistie gevierd?
. Zoek een brandglas naar keuze. Schrijf op wat er wordt afgebeeld.
. Hoeveel altaren staan er in deze kerk?
. Teken de deurtjes / het deurtje van het tabernakel.
. Wat staat er op het hoofdaltaar?
. Teken over wat er op de paaskaars staat.
. Hoeveel kinderen werden er dit jaar in deze parochie gedoopt?
. Welke naam vind je de mooiste? Weet je ook waarom?
. Hoeveel parochianen stierven er dit jaar?
. Wie was de oudste?
. Hoeveel koppels zijn er dit jaar in de parochie getrouwd?


TIPS
.
Controleer vooraf of al deze opdrachten kunnen gerealiseerd worden in de kerk die je wilt bezoeken.
Zoniet, laat dan die opdrachten vallen die niet van toepassing zijn op de kerk die je bezoekt.

.
Fotografeer de verschillende voorwerpen in de kerk en maak er nadien een plakboek van.
- de kinderen schrijven een korte uitleg bij wat er op de foto te zien is.
- ze zorgen voor een geschikte achtergrond (schilderen? collage? ...)
- ze beschrijven wat er door hen heen gaat bij het zien van dat voorwerp.

.
Fotografeer zelf de verschillende voorwerpen in de kerk.
Maak een rudimentaire schets van de plattegrond van de kerk.
De kinderen zoeken in het kerkgebouw waar het voorwerp op de foto staat en duiden dat aan op de schets.



Verschillende bouwstijlen

Naargelang de tijd waarin een kerk gebouwd werd, kun je andere bouwstijlen herkennen:
romaans, gotisch, barok, moderne stijl ...
Zoek de kenmerken op van elk bouwstijl.
Herken je op dit blad de verschillende bouwstijlen?





EVEN TESTEN

Domininospel

dominokaartjes



Wat heb je al gezien in een kerk?

Bezorg de kinderen dit blad.
Ga eerst met de kinderen na of ze alle woorden wel begrijpen.
Daarop omcirkelen ze de woorden van de voorwerpen die ze in een kerkgebouw hebben gezien.
Daarna worden de bladen met elkaar vergeleken.



Schuifraadsels

Materiaal
Twee ingevulde schuifraadsels., Twee bladen waar de vragen of omschrijvingen moeten op genoteerd worden.


Doel
De kinderen kunnen een goede omschrijving geven van de voorwerpen die ze in de kerk gezien hebben.


Verloop
Bezoek eerst een kerk.
Zorg ervoor dat alle woorden die in de schuifraadsels aan bod komen, zeker vermeld worden.

Verdeel dan de groep aanwezigen in twee.
Elke groep (ongeveer vier kinderen) krijgt twee bladen: een blad met een ingevuld schuifraadsel en een blad waar het rooster van het raadsel staat en schrijflijnen voor de opdrachten.
(Om niet tot misverstanden te komen, hebben beide bladen hetzelfde symbool)

Elke groep formuleert de vragen die nodig zijn om het schuifraadsel te kunnen invullen.

Wanneer de twee groepen klaar zijn, worden de opgavebladen onder elkaar gewisseld.
Haal het bladen op met het ingevulde schuifraadsel.

Wie kan het vlugst dit raadsel oplossen?



Kwartetspel

Maak met o.m. foto's van de eigen parochiekerk het volgende kwartetspel:

Kleding van de priester
. albe
. stola
. kazuifel
. koormantel


Liturgische kleuren
. rood
. groen
. wit
. paars


Meubilair in het koor
. altaar
. ambo
. credenstafel
. tabernakel


Liturgisch vaatwerk
. pateen
. kelk
. ciborie
. kannetjes


Belangrijke heiligen
. Maria
. Patroonheilige
. ...
. ...


Verwijzingen naar sacramenten
. doopvont (doopsel)
. biechtstoel (sacrament van de verzoening)
. altaar (eucharistie)
. prikbord met vermelding van huwelijken achteraan in de kerk (huwelijk)


Delen van het kerkgebouw
. koor
. schip
. sacristie
. doopkapel / ruimte waar de doopvont staat


TIP
Maak zelf vooraf blanco kaartjes. De kinderen schrijven, tekenen en of kleven het materiaal om er zo een kwartetspel van te maken. Plastificeer de kaartjes om ze gebruiksvriendelijk te maken.



Kies het juiste antwoord

Weet je waarom de priester de sacristie vooral gebruikt?
O om te mis op te dragen
O om de gewaden te bewaren
O om te dopen
O om de benodigdheden voor de liturgie klaar te zetten.


Weet je waarom er een haan staat boven de toren?
O om de bliksem af te leiden
O om aan Jezus’ verrijzenis te doen denken
O om wakker te maken
O omdat hierover in het Oude Testament een verhaal staat


Weet je waarom de doopkapel bij de ingang van de kerk staat?
O omdat men daar het gemakkelijkst aan water komt
O omdat dit op die plaats het kerkgebouw steviger maakt
O omdat alleen daar nog plaats is voor een doopvont
O omdat men vroeger christen moest zijn om in een kerk te komen


Een kathedraal is een kerk
O die heel hoog is
O die in de 19e eeuw gebouwd werd
O waar de zetel van de bisschop staat
O die in een belangrijke stad gebouwd is


Een patroonheilige is een heilige
O die de baas was over die kerk
O die in die kerk bijzonder vereerd wordt
O die in de middeleeuwen leefde
O die in de kerk van zijn/haar naam gedoopt is


Een kruisweg herinnert aan
O de weg die Jezus heeft afgelegd in Jeruzalem met het kruis op zijn schouders
O de kruistochten van de kruisvaarders
O een kruispunt tussen belangrijke wegen
O de weg tussen de graven van een kerkhof

Welke omschrijving past bij welk woord?

Preekstoel Dit kunstwerk dat uit 16 verschillende delen (staties) bestaat, staat stil bij het lijden van Jezus. Het wil gelovigen doen nadenken over dat lijden en het lijden van alle mensen.
Altaar Plaats waar het sacrament van de verzoening (biecht) kan plaats vinden. In onze streken maken vooral oudere mensen hier nog gebruik van. Jongere gelovigen verkiezen doorgaans biechtvieringen.
TabernakelWaterbekken dat bij het doopsel gebruikt wordt.
KruiswegZij tonen op welke manier men een goed christen kan zijn.
DoopvontDeze boekenstaander wordt ook ambo genoemd. Vanop deze plaats wordt uit de bijbel voorgelezen; meestal ook de schuldbelijdenis, de preek en de voorbeden.
GodslampMet dit indrukwekkend muziekinstrument kan men heel veel uitdrukken: blijdschap, verdriet, ernst, rust, dynamiek ...
BiechtstoelDit voorwerp kan de vorm hebben van een tafel, en doet daarom denken aan het laatste avondmaal. Het kan er ook uitzien als een sarcofaag, een kist waarin men vroeger een dode neerlegde, en dan doet het denken aan de eucharistievieringen in de catacomben (sarcofaag). In dit voorwerp bevindt zich een steen, waarin er relieken van heiligen zijn. Vijf kruisjes op de steen doen denken aan de vijf wonden van Jezus.
LezenaarIn deze kleine brandvrije kist of kast die afgesloten wordt, worden geconsacreerde hosties bewaard. De stof waarmee het kastje van binnen bekleed is doet denken aan een tent. Dit voorwerp symboliseert de aanwezigheid van Christus in ons midden.
WijwatervatLamp die dag en nacht bij de tabernakel brandt. Deze lamp herinnert de gelovigen aan de aanwezigheid van Jezus Christus. Gelovigen die voorbij die lamp komen maken een kniebuiging of staan even stil en buigen het hoofd als teken van eerbied.
HeiligenbeeldenBij het binnenkomen maken gelovigen een kruisteken met gewijd water. Dit gebaar doet denken aan het doopsel.
OrgelDit is een verhoogd platform, waar de priester vroeger met een trap op ging om te spreken. Zo konden de gelovigen hem beter horen. Nu wordt een preekstoel niet meer gebruikt, omdat een microfoon veel beter werkt.



Correctiesleutel

Preekstoel Dit is een verhoogd platform, waar de priester vroeger met een trap op ging om te spreken. Zo konden de gelovigen hem beter horen. Nu wordt een preekstoel niet meer gebruikt, omdat een microfoon veel beter werkt.
Altaar Dit voorwerp kan de vorm hebben van een tafel, en doet daarom denken aan het laatste avondmaal. Het kan er ook uitzien als een sarcofaag, een kist waarin men vroeger een dode neerlegde, en dan doet het denken aan de eucharistievieringen in de catacomben (sarcofaag). In dit voorwerp bevindt zich een steen, waarin er relieken van heiligen zijn. Vijf kruisjes op de steen doen denken aan de vijf wonden van Jezus.
TabernakelIn deze kleine brandvrije kist of kast die afgesloten wordt, worden geconsacreerde hosties bewaard. De stof waarmee het kastje van binnen bekleed is doet denken aan een tent. Dit voorwerp symboliseert de aanwezigheid van Christus in ons midden.
KruiswegDit kunstwerk dat uit 16 verschillende delen (staties) bestaat, staat stil bij het lijden van Jezus. Het wil gelovigen doen nadenken over dat lijden en het lijden van alle mensen.
Doopvont Waterbekken dat bij het doopsel gebruikt wordt.
GodslampLamp die dag en nacht bij de tabernakel brandt. Deze lamp herinnert de gelovigen aan de aanwezigheid van Jezus Christus. Gelovigen die voorbij de godslamp komen maken een kniebuiging of staan even stil en buigen het hoofd als teken van eerbied.
BiechtstoelPlaats waar het sacrament van de verzoening (biecht) kan plaats vinden. In onze streken maken vooral oudere mensen hier nog gebruik van. Jongere gelovigen verkiezen doorgaans biechtvieringen.
LezenaarDeze boekenstaander wordt ook ambo genoemd. Vanop deze plaats wordt uit de bijbel voorgelezen; meestal ook de schuldbelijdenis, de preek en de voorbeden.
WijwatervatBij het binnenkomen maken gelovigen een kruisteken met gewijd water. Dit gebaar doet denken aan het doopsel.
HeiligenbeeldenZij tonen op welke manier men een goed christen kan zijn.
OrgelMet dit indrukwekkend muziekinstrument kan men heel veel uitdrukken: blijdschap, verdriet, ernst, rust, dynamiek ...







DOEN

Tekenen

Als jij een eigen kerkgebouw zou mogen ontwerpen, hoe zou die er dan uitzien?
Hou hierbij rekening met jij belangrijk vindt als gelovige.
Teken jouw kerk.



Powerpointpresentatie

Werk zo'n presentatie uit samen met iemand die met ict vertrouwd is.
Het resultaat kun je nadien op de website van de parochie plaatsen.





ZINGEN / BELUISTEREN

De vreugde voert ons naar dit huis

De vreugde voert ons naar dit huis,
waar ’t woord aan ons geschiedt.
God roept Zijn naam over ons uit
en wekt in ons het lied.

Dit huis van hout en steen, dat lang,
de stormen heeft doorstaan,
waar nog de wolk gebeden hangt,
van wie zijn voorgegaan.

Dit huis dat alle sporen draagt
van wie maar mensen zijn,
de pijler die het alles schraagt,
wilt Gij die voor ons zijn.



Klik hier om dit lied te beluisteren en / of mee te zingen.





Overweging

Kolet Janssen

De boomhut

(K. JANSSEN, Blog van de auteur, 19 maart 2023)

‘Ik dacht dat het een boomhut was’, zegt een van de kinderen in de kerk spontaan. Hij kijkt naar de preekstoel.

De gids heeft hem net uitgelegd waar dat grote meubel met de trap voor dient. Niet dat hij er veel wijzer van is geworden. Wat is dat, preken? Een andere vorm van spreken? En hoezo is er dat dakje bovenaan? Er zit toch al een dak op de kerk? En waarom heet zoiets een stoel? Je kunt er niet eens gaan zitten!

Voor onbevangen ogen zijn er veel vreemde dingen te zien in een kerk. Een biechtstoel en een communiebank. Een wierookvat en een doopvont. Schilderijen met doorboorde heiligen en beelden van ernstige mannen met baarden. Veel kruisbeelden ook, altijd al schokkend.

Het valt op dat de uitleg steevast begint met ‘Vroeger…’ Onze kerken zijn plekken waar het verleden tastbaar en zichtbaar aanwezig is. En het heden soms te weinig.

Vaak hoor je mensen klagen over de teloorgang van de kennis van Bijbelverhalen en heiligenlevens, van liturgische gebruiken en christelijke tradities. Allemaal dingen die je nodig hebt om te begrijpen wat je ziet in onze kerken, in een groot deel van onze musea en in het stads- en dorpsbeeld.

Maar hoeveel belangrijker is het niet dat we vertellen over waar het echt om gaat? Waar we als christenen van leven, waartoe al die beelden doorheen de eeuwen hebben bijgedragen? Het zou moeten gaan over mededogen en mildheid, over vergeving en solidariteit, over inkeer en soberheid, over aandacht en zorg. Onze uitleg over Bijbelverhalen, over heiligenlevens en over het kerkmeubilair zou daar altijd moeten landen en niet – zoals nu al te vaak het geval is – bij eigenaardige details en lachwekkende gebruiken.

Soms is de omweg misschien te lang. Of zijn de gidsen niet vertrouwd met de diepere betekenis van het erfgoed. Of vergeten ze dat het niet om folklore gaat, maar dat het waarden zijn waarvan nog steeds duizenden mensen in ons land leven.

Misschien kunnen we zelf onze kinderen en kleinkinderen wegwijs maken in de beeldentaal van de kerk. Vaak liggen er blaadjes met uitleg. Of er is wel iemand in de parochie te vinden die er met plezier meer over kan vertellen. De glasramen, de schilderijen, de rijke symboliek van talloze voorwerpen. Het is een soort geheimtaal, die we met trots moeten overleveren. Niet als in een museum, maar als een teken dat alles waarvoor mensen eeuwenlang zoveel inspanningen hebben gedaan, waar en waardevol is. Dan wordt de preekstoel zoveel meer dan een boomhut.