Loading...
 

Jeremia 31, 1.11-12ab.13

Jeremia 31, 1.11-12ab.13: Dansen van vreugde

De tekst

’Bijbel in gewone taal’

(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 1273-1274)

De Heer zegt: ‘In die tijd zal Israël mijn volk zijn, en ik zal de God zijn van heel Israël.’(…)
De Heer gaat zijn volk redden. Hij gaat de Israëlieten bevrijden van hun vijanden, die sterker zijn dan zij. Dan zullen de Israëlieten juichend naar de berg Sion komen. Ze zullen stralen van vreugde om alles wat de Heer hun geeft. (…) De Heer zegt: ‘Meisjes en jongens zullen vrolijk dansen, zelfs oude mensen dansen mee. Want ik maak een eind aan de rouw en het verdriet van mijn volk. Ik troost hen en maak hen weer blij.



Dichter bij de tijd

(Bewerking: C. Leterme)

In die tijd – zo zegt God –
zal Ik de God zijn
van alle stammen van Israël
en ze zullen mijn volk zijn.

God heeft Jakob verlost
en bevrijd van zijn overheersers.
Hij trekt zingend naar Sion,
stralend van vreugde om de gaven van God,

Dan dansen de meisjes van vreugde.
Jonge en oude mannen doen mee.
Hun verdriet verander Ik in blijdschap,
Ik troost hen en bezorg hun vreugde na verdriet.



Stilstaan bij …

Israël, Jakob
Jakob was de derde aartsvader van het joodse volk, na Abraham en Isaak. Hij kreeg ook de naam Israël, ‘Hij die strijdt met God’. In deze tekst vertegenwoordigen de namen Jakob en Israël de nakomelingen, het volk waarvan Jakob/Israël de stamvader is.






Bij de tekst

Jeremia

De schrijver van deze tekst is Jeremia. Hij was profeet onder de regering van Josia, Jojakim en Sedekia, in de moeilijke periode tussen de val van het Assyrisch rijk en de opkomst van het Babylonisch rijk.




Onheilsprofeet?

Jeremia wordt getypeerd als ‘onheilsprofeet’: hij voorspelt allerlei onheil zolang het volk zich niet bekeert. Maar de profeet schreef ook wat een ‘troostboek’ wordt genoemd (Jeremia 30, 31, 32 en 33). In die hoofdstukken schrijft hij over bevrijding, vreugde en nieuw leven in het land.