Loading...
 

Jeremia 4, 23-27

2 Woestenij

(Morguefile free stock photo license)


…page…

Jeremia 4, 23-27: Het einde

De tekst

Dichter bij de tijd

(Bewerking: C. Leterme)

Ik keek naar de aarde:
ze was woest en dood,

Ik keek naar de hemel:
het licht was weg.

Ik keek naar de bergen:
ze beefden.

Ik keek naar de heuvels:
ze huiverden.

Ik keek: er was geen mens
en alle vogels waren weg.

Ik keek: het bouwland was een woestijn
en alle steden waren verwoest door de hevige toorn van God.

Want dit zegt God: heel het land wordt een woestenij.
Maar vernietigen zal Ik het niet.



Stilstaan bij …

Vernietigen
Alles wijst op een definitief einde van Jeruzalem. Toch wordt het geen totale vernietiging! En dit geheel in de lijn van de mythologische verhalen in het begin van de Bijbel: God straft, maar blijft bezorgd.
. Hij geeft Adam en Eva dierenhuiden als ze ontdekken dat ze naakt zijn.
. Kaïn krijgt een merkteken, waardoor anderen hem niet doden
. Noach krijgt de opdracht een ark te bouwen om zo het leven op aarde te redden.





Bij de tekst

Historische context

Juda wordt bedreigd door verwoesting en ondergang. Jeremia ziet was die ondergang kan worden in het optreden van het Chaldese / Babylonische leger: het dringt rond 587 voor Christus de stad Jeruzalem binnen, deporteert de bevolking, plundert en verbrandt de stad, verwoest de tempel en vermoordt Gedalja, de landvoogd. De profeet Jeremia wordt naar Egypte verbannen.



Weerspiegeling van Genesis 1

Wanneer in Genesis 1 een groeiende ordening te zien is, gebeurt in Jeremia 4 het omgekeerde: een geordende wereld wordt wanorde.
Volgens de profeet Jeremia is de oorzaak hiervoor bij de mens te vinden: in zijn overmoed is die de wijsheid verloren, mist hij elk inzicht. Hij is het die de orde van de schepping verstoort en zo zijn eigen ondergang bewerkt. (Hoe dwaas is mijn volk, ze kennen Mij niet; het zijn domme mensen zonder begrip. In het kwaad zijn ze goed, maar van het goede weten ze niets” – Jeremia 4, 22)