Joël 1, 13-15 . 2, 1-2: De dag van God is er!
De tekst
’Bijbel in gewone taal’
(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 1453-1454)
Priesters, trek rouwkleren aan en klaag. Dienaren van God, blijf de hele nacht wakker en huil! Want niemand brengt nog offers in de tempel van God.
Kies een dag uit waarop iedereen naar de tempel moet komen. Niemand mag die dag iets eten of drinken. Roep alle leiders en inwoners van Juda bij elkaar. Want iedereen moet bidden tot de Heer, jullie God.
Luister allemaal goed! De dag dat de Heer komt, is dichtbij! Iedereen moet bang zijn voor die dag. Waarschuw daarom voor het gevaar, blaas op de trompet op de heilige berg Sion. Want die dag is een heel donkere dag. Het is een dag met dikke, dreigende wolken.
Dichter bij de tijd
(Bewerking: C. Leterme)
Doe je rouwkleren aan, priesters.
Klaag, jullie die de dienst van het altaar verrichten.
Kom en breng de nacht in rouw door,
jullie die de dienst van mijn God verrichten,
want het huis van je God
krijgt geen meeloffers en plengoffers meer.
Kondig een heilige vastentijd af,
roep een plechtige samenkomst bijeen,
verzamel de oudsten, verzamel alle bewoners van het land,
in het huis van jullie God, en roep Hem om hulp.
Wee als hij komt, die dag!
Ja, de dag van God is nabij,
hij komt als verwoesting door de Machtige.
Blaas de ramshoorn op de Sion,
sla alarm op mijn heilige berg:
alle bewoners van het land moeten beven!
Ja, de dag van God komt. Ja, hij is nabij!
Een dag van donkerte en van duisternis,
een dag van wolken en verduistering.
Hij breekt al aan:
een groot, machtig volk staat overal op de bergen,
een volk zoals er nooit een was
en later nooit meer zal zijn, tot in de verste geslachten.
Stilstaan bij …
Geen meeloffers en plengoffers
De grote sprinkhanenplaag had het land zo verwoest dat er geen voedsel meer was en er ook geen offers meer gebracht konden worden.
De dag van God
In joodse geschriften wordt over die dag geschreven als een dag waarop de joden de heerschappij over Palestina of zelfs de hele wereld zouden krijgen. Maar de profeet vult die dag helemaal anders in: het wordt een dag waarop God zijn volk zal treffen.
Ramshoorn
(ook: sjofar, bazuin, trompet)
De sjofar is het instrument waarmee men het volk opriep om samen te komen (voor bepaalde handelingen en rituelen) of wanneer er gevaar dreigde.
De sjofar wordt nog steeds gebruikt in de joodse eredienst. Bij voorkeur is dit de hoorn van een ram, want die herinnert aan de ram die Abraham offerde in plaats van zijn zoon Isaak. Hoorns van andere ritueel reine dieren (bijvoorbeeld: geiten, antilopes), kunnen ook gebruikt worden, maar niet die van een stier, omdat die te veel doet denken aan het gouden kalf (Exodus 32).
Tot op vandaag wordt op de sjofar geblazen op Rosj Hasjana, het joodse Nieuwjaar en op Jom Kippoer, het feest van de verzoening.
Klik hier om de klank ervan te beluisteren.
Bij de tekst
Historische context
Een grote sprinkhanenplaag verduisterde de zon en vrat alle voedselvoorraden op.