Loading...
 

Johannes 10, 31-42

CLetermeIsraël Mei 2012

Foto © Chantal Leterme (Israël - 2012)


…page…

Johannes 10, 31-42: ‘Waarom willen jullie Me doden?

De tekst

’Bijbel in gewone taal’

(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 1637)

Toen pakten de Joden weer stenen van de grond om die naar Jezus te gooien. Jezus zei tegen hen: ‘De Vader heeft mij veel goede dingen laten doen. Om welke goede daad willen jullie mij doden?’ De Joden zeiden: ‘Wij willen u niet doden om een goede daad, maar omdat u God beledigt! Want u bent een mens, maar u zegt van uzelf dat u God bent.’
Jezus zei: ‘Jullie weten toch dat God in de heilige boeken zegt: «Jullie zijn goden.» Dat gaat over mensen, en die worden dus goden genoemd. En wat in de heilige boeken staat, is waar. Bovendien heeft de Vader zelf mij uitgekozen en naar de wereld gestuurd! Dan beledig ik toch God niet als ik zeg dat ik zijn Zoon ben?
Als ik niet het werk van mijn Vader zou doen, hoefden jullie niet in mij te geloven. Maar ik doe dat wel, en toch geloven jullie niet in mij! Geloof dan tenminste in de wonderen die ik doe. Want dan begrijpen jullie dat de Vader in mij is, en dat ik bij hem hoor.’
Alweer wilden de Joden Jezus grijpen. Maar het lukte hun niet, en Jezus ging weg.

Jezus ging weer naar de overkant van de Jordaan. Dat was de plaats waar Johannes de mensen gedoopt had. Jezus bleef daar een tijd.
Er kwamen veel mensen naar Jezus toe. Ze zeiden tegen elkaar: ‘Nu weten we dat alles wat Johannes de Doper over Jezus vertelde, waar was. Ook al deed Johannes zelf geen wonderen.’
Veel mensen in dat gebied gingen in Jezus geloven.



Dichter bij de tijd

(Bewerking: C. Leterme)

Weer raapten de Joden stenen op om Hem te stenigen.
Maar Jezus zei:
‘Door de Vader deed Ik voor jullie ogen veel goede werken.
Omwille van welk werk willen jullie Me stenigen?’
De Joden antwoordden: ‘Wij stenigen Je niet voor een goed werk,
maar wel voor een godslastering:
Je bent een mens, maar Je beweert dat Je God bent!
Jezus zei: ‘Staat er niet in jullie Wet geschreven:
Ik heb gezegd: jullie zijn goden?
De Schrift blijft altijd van kracht
Als mensen tot wie het woord van God gericht wordt,
goden genoemd worden, waarom beschuldigen jullie Mij
van godslastering als Ik Mezelf Zoon van God noem?
Ik die door de Vader geheiligd werd en in de wereld gezonden.
Als wat Ik doe niet van mijn Vader komt,
dan moeten jullie Me niet geloven,
maar als dat wel het geval is, geloof dan tenminste wat ik doe.
Dan zullen jullie begrijpen dat de Vader in Mij is en Ik in de Vader ben.’
Toen probeerden ze opnieuw om Hem te grijpen, maar Hij ontsnapte.
Hij ging terug naar de overkant van de Jordaan,
naar de plaats waar Johannes vroeger doopte, en bleef daar.
Velen kwamen naar Hem en zeiden:
‘Johannes heeft wel geen enkel teken gedaan,
maar al wat hij over deze man zei, was waar.’
En velen begonnen daar in Hem te geloven.



Stilstaan bij …

Stenigen
Dit is een vorm van executie die in de tijd van Jezus in het hele gebied rond de Middellandse zee vaak voorkwam. Een straf die vandaag nog toegepast wordt in sommige landen: Nigeria, Saoedi-Arabië, Iran, Soedan, Afghanistan, Pakistan, de verenigde Arabische emiraten. In Iran wordt de grootte van de stenen zelfs beschreven in het strafwetboek.

Wet
In deze context wordt er de hele Bijbel mee bedoeld.





Bij de tekst

Wortel in het Oude Testament

. Psalm 82
‘Ooit heb ik gezegd: ‘U bent goden, zonen van de Allerhoogste, allemaal’ (Psalm 82, 6)
Jezus herinnert dan deze zin uit psalm 82.

In deze psalm wordt ‘zonen van de Allerhoogste’ gezien als een eretitel voor de gezagsdragers. Maar volgens een joodse opvatting deelde heel Israël in de goddelijkheid die Mozes kreeg door het ontvangen van de wet op de Sinaï.
Waarom, zo vraagt Jezus, mag Ik niet zeggen dat Ik de zoon van God ben, als de Heilige Schrift de mensen tot wie het woord is gericht, goden noemt.